‘De politieke debatten gaan vandaag meer over de islam dan over de katholieke kerk.’

‘In het Vlaams Parlement ben ik voor de CD&V-fractie woordvoerder voor de thema’s ‘levensbeschouwing’ en ‘kerk en staat’. Vreemd genoeg gaat het politieke debat in dat verband amper nog over de katholieke kerk, behalve als er gepraat wordt over de financiële situatie van de kerkfabrieken of zo. Maar dat zijn niet de thema’s die Vlaanderen bezighouden. De grote, conflictueuze debatten draaien zo goed als altijd rond de islam.

‘En als het over godsdienst gaat, reageert Vlaanderen erg verkrampt. Sinds het hoofddoekendebat heb ik bijvoorbeeld veel contacten met sikhs uit Zuid-Limburg. Hun situatie is stilaan dramatisch. In steeds minder scholen kunnen ze nog terecht met hun kinderen. Scholen en netten bannen alle uiterlijke tekens van levensbeschouwing, terwijl voor mannelijke sikhs die hoofddoekdracht een nog veel fundamenteler religieus gebod is dan de sluierdracht voor moslima’s. In het buitenland reageren ze daar toch wat rustiger op.

‘Mijn vader was al vijftig toen ik geboren werd. Vanuit zijn katholieke overtuiging is hij tijdens de Tweede Wereldoorlog aan het oostfront gaan vechten. Nu was de katholieke kerk in mijn jeugdjaren eerder links en sociaal bewogen, en gericht op de derde wereld. Bij ons in Kasterlee woonde Afrikakenner Steven Debroey. We organiseerden ‘papierslagen’ waarvan Debroey de opbrengst doorstuurde naar een bisschop in Tanzania. Ook dat ‘socialisme met een christelijk gelaat’ van president Julius Nyerere genoot in katholieke kringen veel belangstelling en waardering.

‘Al vanaf mijn schooljaren heb ik iets met de jezuïeten. In Turnhout ging ik naar het jezuïetencollege. Daarna naar de jezuïetenuniversiteit in Namen. Na mijn studie in Leuven en mijn burgerdienst aan de faculteit kerkelijk recht bij Rik Torfs heb ik gewerkt als adjunct-directeur van de Jesuit Refugee Service. En nadien zijn mijn vrouw en ik een aantal jaren actief geweest in de ‘Gemeenschap van Christelijk Leven’, een beweging voor leken die vertrekt vanuit de Ignatiaanse spiritualiteit(naar Ignatius van Loyola, de stichter van de jezuïeten, nvdr). Vooral hun lijfspreuk ‘En todo amar y servir’ – in alles liefhebben en dienen – vind ik zo mooi. Het nodigt ons uit ons open te stellen voor alles wat menselijk is.

‘Ik heb nooit overwogen om zelf priester of jezuïet te worden. Mijn weg liep via de Leuvense studentenparochie. Daar heb ik mijn vrouw Hilde leren kennen en daar is ook de basis van ons gezin gelegd, met geloof als een bindend element. Ons huwelijk is voltrokken door studentenpastor Jan Dumon, een inspirerende figuur die nu in Rome werkt.

‘We gaan met de kinderen wisselend naar de mis in de parochiekerk in Kasterlee en de Pinksterkerk van de jezuïeten in Turnhout. Maar zelf heb ik de tijd niet meer om actief te zijn in onze parochie. Ik ben burgemeester, parlementslid, lid van het Benelux- en Taalunie-parlement, voorzitter van de Conferentie van Kempische Burgemeesters… Het leven van een politicus is verschroeiend. Ik mis niet alleen de tijd om aan sport te doen, maar ook momenten voor gebed en bezinning.

‘Ook in een Kempische gemeente als Kasterlee, waar CD&V een absolute meerderheid haalt, is het kerkbezoek sterk teruggevallen. Vorige week hebben we nog vergaderd met de kerkfabrieken. Het probleem doet zich in het hele land voor. Ik heb pas een nota gemaakt voor het CD&V-partijbestuur over de toekomst van onze kerkgebouwen, met opties als nevenbestemming, herbestemming en hier en daar zelfs afbraak. Het appel dat van veel parochies uitgaat, is helaas erg klein geworden.

‘Toch blijft mijn geloof mijn brandstof, ook om me te motiveren als politicus. De jezuïeten spreken van de ‘preferentiële optie voor de armen’, en dat probeer ik ook in mijn beleid door te voeren. Maar daarop word je ook afgerekend. Ik kan dan wel zeggen dat ik wil vechten tegen armoede, ondertussen weet ik ook wel dat ik een groot inkomen heb. En dan hoor je: “Hij gaat wel naar de kerk, maar cumuleert intussen tegen de sterren op.” Uiteindelijk valt er altijd kracht te putten uit die inspirerende woorden van de Franse bisschop Jacques Gaillot: “De kerk moet dienen, of ze dient tot niets.” Dat is absoluut zo. En bij uitbreiding geldt dat ook voor de gelovigen, en zeker voor hen die politieke verantwoordelijkheid dragen.’

1967 H Studeerde rechten in Namen en Leuven H Gehuwd, vier kinderen H Vlaams Parlementslid, burgemeester van Kasterlee

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content