In april vangen de renovatiewerken aan van het Brusselse Congrespaleis. Het vernieuwde complex onder de Kunstberg moet vanaf 20 september 2009 schitteren als hét Europese ontmoetingscentrum. Voor de huisstijl neemt Marc Van den Broeke, de ambitieuze directeur-generaal van de NV Congrespaleis, Club Med als model.

Hoewel het Brusselse Congrespaleis een enorme oppervlakte beslaat, zullen weinig pendelaars die in Brussel-Centraal de trein nemen het kunnen aanwijzen. Dat komt omdat het complex van zalen en zaaltjes, in totaal vier hectaren, voor een groot deel onder de Kunstberg verborgen zit. Bovendien was de enige activiteit die de voorbije drie jaar rond het gebouw te bespeuren viel afkomstig van aannemers. Zij begonnen in 2003 met de verwijdering van het asbest. Dat gebeurde op last van de Regie der Gebouwen, de federale dienst die eigenaar is van het pand.

‘Het is onbegrijpelijk dat er op het moment van de sluiting van het gebouw voor de asbestverwijdering, geen uitgetekend plan klaarlag met een toekomstvisie voor het congrescentrum’, steekt Marc Van den Broeke van wal.

We zitten in zijn kantoor in de Museumstraat, bovenaan de Kunstberg en met uitzicht op het majestueuze plein voor het Paleis van Karel van Lotharingen, waar de kleine equipe van de NV Congrescentrum onderdak heeft gevonden. ‘Later hebben de ministers Johan Vande Lanotte en Didier Reynders (als minister van Financiën tevens bevoegd voor de Regie der Gebouwen, nvdr) gelukkig ingezien dat van de gelegenheid gebruik moest worden gemaakt om het roer om te gooien en het Congrespaleis op een economisch verantwoorde wijze te exploiteren.

‘Je moet weten dat het Congrespaleis vroeger werd uitgebaat door ambtenaren, van de Nationale Dienst voor Congressen van de federale overheidsdienst Wetenschapsbeleid. Maar de exploitatie verliep niet zoals het hoorde. Voor de periode 2002-2003 werd bijvoorbeeld een omzet geboekt van 3 miljoen euro terwijl de reële kosten opliepen tot 6 miljoen euro. Dat betekende dat de overheid 3 miljoen euro moest bijpassen. Tegelijk had men het gebouw al die jaren laten verkommeren. Dat kun je dus bezwaarlijk een economisch verantwoord beheer noemen.’

Om het over een andere boeg te gooien, met een duidelijke toekomstvisie, werd uiteindelijk de NV Congrespaleis opgericht. Deze naamloze vennootschap van publiek recht is een volle dochter van de Federale Investeringsmaatschappij (FIM), onlangs gefuseerd met de Federale Participatie Maatschappij (FPM) tot de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM).

Van den Broeke: ‘We zijn op 1 januari 2005 begonnen, met de opdracht om binnen de zes maanden een businessplan aan de regering voor te leggen. Als het plan aanvaard werd, zou de regering het nodige geld vrijmaken. We moesten uiteraard een aantal spelregels respecteren. Uiteindelijk heeft de regering op 8 juli 2005 ons plan aanvaard en werd een kapitaal vrijgemaakt van in totaal 95 miljoen euro. (75 miljoen effectief onderschreven kapitaal en 20 miljoen toegestaan kapitaal, nvdr)

‘In het businessplan, dat tot stand kwam na een grondig marktonderzoek van het consultingbureau Naevius en het Parijse marktstudiebureau Le Troisième Pôle, spiegelen we niet meteen jaarlijkse winsten van 5 miljoen euro voor. Dat zou al te ambitieus zijn. We maken ons wel sterk dat de inkomsten en de uitgaven gelijke tred zullen houden, zodat de uitbating de belastingbetaler geen euro zal kosten. De investering – 60 miljoen euro gaat naar de renovatie – kan uiteraard niet via de nv worden teruggewonnen. Toch mag men niet uit het oog verliezen dat een goed draaiend congrescentrum in Brussel veel afgeleide inkomsten zal opleveren voor ondernemers, zelfs tot ver buiten Brussel. Dat effect is een voldoende reden om de investering te verantwoorden. Want vergis je niet, momenteel is men tot in Brugge ongelukkig omdat Brussel veel congrestoerisme aan zijn neus ziet voorbijgaan.’

Studies geven Van den Broeke gelijk: congressen zijn belangrijk voor de economie. Tegelijkertijd blijken ze een gunstig effect te hebben op het imago van een regio en op die manier zelfs nieuwe investeerders aan te trekken.

CLUB MED

Een congrescentrum in Brussel, hoofdstad van Europa, wil zich uiteraard internationaal positioneren. ‘We richten ons vooral op de buitenlandse markt zonder binnenlandse organisaties uit te sluiten’, zegt Van den Broeke. ‘Voorts willen we ook het corporate segment terugwinnen. Bedrijven hadden afgehaakt omdat het gebouw er te afgetakeld uitzag.’

Het nieuwe congrescentrum moet op een stijlvolle manier behaaglijk worden. Om een idee te geven van de stijl die hij bedoelt, maakt Van den Broeke de vergelijking met Club Med. ‘Elke medewerker die je tegenkomt is vriendelijk en staat onmiddellijk klaar om je te helpen. In ons centrum willen we een gelijkaardige sfeer van verwennerij creëren.’

De directeur-generaal ziet de taak van het congrescentrum ruimer dan het ter beschikking stellen van zalen voor congressen en bijeenkomsten. ‘We willen een centrum van het gesproken woord worden waar bij voorkeur maatschappelijk relevante thema’s aan bod komen. Als we kunnen kiezen, dus liever een congres over aidsbestrijding dan een presentatie van de nieuwste soort dakpannen. Het moet ook een plaats zijn waar je in aangename omstandigheden kunt netwerken, een echt ontmoetingscentrum. Want dat zal in de toekomst toch de voornaamste functie van congressen zijn: mensen ontmoeten, persoonlijke contacten leggen. Voor pure informatie-uitwisseling zijn er efficiëntere kanalen dan congressen.’

De hoogstaande service die de NV Congrespaleis wil bieden, wil ze niet op eigen houtje organiseren. ‘Voor de exploitatie zoeken we gespecialiseerde partners die ervaring hebben met congresmanagement, catering en restauratie. Als de samenwerking bezegeld is, zullen we ons niet volledig terugtrekken. De NV Congrespaleis zal de positionering en de stijl van het centrum blijven bewaken en het mee-exploiteren.’

Eerdere berichten in de pers hadden het over een shortlist met geïnteresseerde bedrijven voor de exploitatie, waarbij vooral de namen van Artexis en GL Events telkens terugkeren. Artexis is de Belgische beursorganisator die evenementen als Cocoon, Eurantica, Antwerp Expo en Namen Expo op zijn naam heeft staan. De Franse groep GL Events heeft niet alleen ervaring in het beheer van congres- en exporuimtes, in onder andere Parijs, Lyon, Barcelona, Shanghai en Rio, en het organiseren van evenementen, maar levert ook allerlei diensten tijdens die evenementen. Beide groepen zijn ook nog in een strijd verwikkeld om het beheer van Flanders Expo.

Als je de persberichten over de exploitatie van het Congrespaleis naast elkaar legt, ontstaat de indruk dat de timing van de beslissing opschuift. Van den Broeke ontkent dat, en zegt dat alleen beslist werd de toewijzing in het eerste kwartaal van 2007 af te ronden. Toch verspreidde de NV Congrespaleis op 20 september 2006 zelf een bericht waarin het beloofde tegen het einde van het jaar de namen van de privépartners bekend te zullen maken.

TROEVEN

Op de vraag wat het congrespaleis in Brussel meer te bieden zal hebben dan het International Convention Center (ICC) in Gent, dat met een oppervlakte van 10.000 vierkante meter vergader- en expositieruimte momenteel een van de grootste congrescentra van het land is, gaat Van den Broeke liever niet in.

‘Om een vergelijking te maken, ken ik het ICC niet goed genoeg. Maar het is duidelijk dat het Congrespaleis in Brussel internationaal over troeven beschikt die je zelden verenigd ziet. Er is vooreerst de ligging in het historisch centrum van de Europese hoofdstad. Het uitzicht op de benedenstad is adembenemend. Dat vinden ook de toeristen die je elke dag bovenaan de trappen van de Kunstberg foto’s ziet maken. Bovendien is het Centraal Station vlakbij. Wie met de tgv of de Eurostar in Brussel-Zuid arriveert, is zo ter plaatse. Ook vanaf de luchthaven is Brussel-Centraal makkelijk te bereiken.

‘Kijk, Barcelona trekt momenteel heel veel congrestoerisme aan, maar het congrescentrum ligt er wel een eind buiten het centrum. Hier bevind je je op wandelafstand van de belangrijkste musea en de grote hotels.

‘Barcelona en Londen zijn momenteel de sterke congressteden, maar Brussel moet in 2009 moeiteloos zijn plaats op die markt kunnen veroveren, met een modern congrescentrum uiteraard. Vele bedrijven en internationale instellingen hebben in Brussel tenslotte ook hun zetel.’

Van den Broeke geeft wel toe dat de gesprekken met de directeurs-generaal van de musea en culturele instellingen in de omgeving nogal stroef verlopen. ‘Ze vragen zich vooral af wat het congrescentrum voor hen kan betekenen. Aan een veelbelovende wisselwerking hebben ze nog niet gedacht.’

ZAALCAPACITEIT

Om te weten aan welke eisen een hedendaags congrescentrum moet voldoen, werd een studie uitgevoerd. De vier grote segmenten van het congrestoerisme zijn internationale organisaties, federaties, bedrijfs- en culturele congressen. ‘Ons zaalaanbod is op de verlangens van deze groepen afgestemd. Er zal een auditorium zijn voor 1200 personen, één voor 500 en één voor 300 personen.’

Met de bestaande traditie, om in het Congrespaleis exposities of kleine beurzen te organiseren, heeft de NV Congrescentrum niet echt rekening gehouden. Of ze was in elk geval geen prioriteit. ‘Daarvoor bestaan plaatsen die beter geschikt zijn, zoals bijvoorbeeld Thurn & Taxis, waar de vrachtwagens kunnen binnenrijden om antieke stukken of boeken te lossen’, zegt Van den Broeke. ‘Exposities die gelinkt zijn aan een congres zullen wel mogelijk blijven. Maar het zou fout zijn om hier alles te willen doen. In Brussel heb je ook de Heizelpaleizen nog.’

ARCHITECTURALE LIJDENSWEG

De NV Congrescentrum heeft ook de oorspronkelijk architecturale plannen bijgestuurd. De opdracht voor de renovatieplannen was al toegewezen aan het Brusselse bureau A. 2R. C voor Van den Broeke aan zijn opdracht begon.

Het architectenbureau A. 2R. C is niet onbekend in de hoofdstad: het verbouwde het voormalige Provinciaal Gouvernement van Brabant in de Lombardstraat tot het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Om het voor die functie geschikt te maken, plaatste het het halfrond bovenop het neoclassicistische gebouw. Ten tijde van Brussel 2000, Culturele Hoofdstad van Europa, transformeerde A. 2R. C het voormalige Artesiagebouw (Artesia is nu Dexia) in de Brusselse Schildknaapstraat tot expositieruimte. En de stad Brussel vertrouwde A. 2R. C ook de nog onlangs afgeronde renovatie van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) toe.

‘De oorspronkelijke plannen voor het Congrescentrum waren niet altijd even efficiënt en gelijklopend met onze visie op een modern congrescentrum. Zo was achter elke buitendeur een loket voorzien waar een personeelslid geacht werd post te vatten voor de controle. Het is onzinnig om daar de hele dag mensen voor in te zetten.’ Ook is er werk gemaakt van een vlottere doorstroming in het gebouw, en heeft het voorziene strak minimalistische interieur plaats moeten ruimen voor een aankleding die beter past in het hele verwennerijconcept.

Het uiteindelijke interieur zal het resultaat zijn van de samenwerking tussen het Brusselse architectenbureau en de Portugese, in Parijs werkende interieurarchitect Juan Trindade.

Ondertussen blijft het Belgische congrestoerisme met zijn beperkte capaciteit nog een paar jaar een gehandicapte sector. Maar als het van de NV Congrescentrum afhangt, zal daar in 2009 verandering in komen.

DOOR ERIC BRACKE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content