James P. Rubin, de raadgever voor buitenlandse politiek van Democratisch presidentskandidaat John Kerry, legt uit wat zijn buitenlands beleid inhoudt.

Copyright Knack/Newsweek. Vertaling: E.L.

Men verwachtte dat John Kerry het Amerikaanse buitenlandse beleid zou veranderen. Maar het lijkt alsof Kerry’s doelstellingen, de strijd tegen terrorisme en de VS veiliger maken, niet veel verschillen van die van president Bush. Is het een kwestie van stijl of uitvoering?

rubin: John Kerry zal even hard zijn als George Bush, in zijn strijd tegen Al-Qaeda en moslimterroristen, maar hij zal veel slimmer zijn, wanneer hij de steun van andere landen wil krijgen. Als hij verkozen wordt, zal John Kerry met de leiders van onze grote bondgenoten samenkomen en actie vragen. Maar hij zal dat doen met meer begrip voor andere standpunten, door te luisteren en te begeleiden en niet door van anderen te vervreemden. Zijn strategie is om te overtuigen en toch respect te hebben voor andere culturen en waarden. De koeionerende aanpak is voorbij.

Waarom denkt u dat de overredingsaanpak nu wel zal werken, terwijl het eerder niet ging?

rubin: Wel, 11 september veranderde alles. Landen zoals Pakistan, die hun banden met de Taliban en Al-Qaeda niet wilden opgeven, beseften na de aanslagen dat ze hun toekomst in de beschaafde wereld op het spel zetten. En zo verenigden de grootste wereldmachten – India, Pakistan, Europa, Azië, Rusland, China en Japan – zich, bijna voor het eerst, om de Taliban te verslaan. Het was een belangrijk moment, maar het ging verloren. Kerry wil die solidariteit heroveren.

Veel Europese diplomaten zeggen dat de situatie in Irak nu politiek zo gevoelig ligt, dat ze niet bereid zijn om meer troepen te sturen. Kerry sprak over een verandering van dynamiek, maar wat als dat niet lukt?

rubin: We hebben meer kans op steun in Irak met een president die specifieke beleidsvoorstellen doet om de deelname van andere landen aan te moedigen. Bijvoorbeeld, door hen een groter belang te geven in de heropbouw of door hun partner te zijn in regionale diplomatieke initiatieven, die invallen en steun voor opstandelingen van de landen rond Irak voorkomen. Ook door andere grootmachten partner te maken in die inspanningen of door een internationale vertegenwoordiger aan te stellen, die samenwerkt met de Iraakse interimregering en die een rol krijgt in de coördinatie van de hulp voor de reconstructie. Door al deze zaken hebben Europa en de andere machten belang bij een goede afloop. Je kunt niet gewoon zeggen: ‘We hebben dit al beslist, en zo moet het gebeuren’.

Copyright Knack/Newsweek. Vertaling: E.L.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content