Net als iedereen denkt dat het bijzonder liberaal en menslievend is om voor legalisering van euthanasie te zijn, zet de Canadese historicus Kevin Yuill alles op z’n kop. ‘Een humanist moet niet strijden voor het recht om te sterven, maar voor het recht om te leven. De Belgische wetgeving schokt mij.’

België baarde dit jaar wereldwijd opzien door euthanasie mogelijk te maken voor kinderen van alle leeftijden. Maar ook met andere verhalen komt ons land geregeld internationaal in de aandacht. Vorige week stond in Knack nog te lezen hoe onze 28-jarige landgenoot Christophe De Vos, na een lange lijdensweg in de psychiatrie, koos voor euthanasie. Ook het feit dat Frank Van Den Bleeken, een 51-jarige zedendelinquent, onlangs de toestemming afdwong om euthanasie te vragen, deed vele wenkbrauwen fronsen. Onder andere die van de Canadese historicus Kevin Yuill. ‘Frank Van Den Bleeken werd tijdens zijn strafproces krankzinnig verklaard en daardoor niet verantwoordelijk voor zijn daden’, zegt Yuill. ‘Hij vindt zelf dat hij mentaal onbekwaam is om te worden vrijgelaten. Maar zijn verzoek om euthanasie is gehonoreerd, omdat hij het verstandig heeft beredeneerd. Dat is toch ongehoord.’

Yuill, die geschiedenis doceert aan de universiteit van Sunderland, noemt zichzelf een liberale humanist. Toch schreef hij met Assisted suicide: The liberal, humanist case against legalization, dat volgende maand in paperback verschijnt, een boek dat de voorstanders van euthanasie confronteert met een heleboel zeer ongemakkelijke vragen. ‘Ik ben geschokt door de Belgische beslissing om euthanasie voor kinderen mogelijk te maken’, zegt hij. ‘Kinderen aan wie je nog moet vertellen wat voor kleren ze aan moeten trekken, kunnen zelf hun doodswens aangeven, en als ze die kunnen beargumenteren, zal naar hen worden geluisterd. En die wetswijziging is met een ruime meerderheid aangenomen. Zo zie je wat er gebeurt als je eenmaal deze weg inslaat.’

In de Verenigde Staten hebben de voorstanders van euthanasie Brittany Maynard in het debat gebracht. Maynard is een 29-jarige Amerikaanse vrouw met hersenkanker, die pleit voor de versoepeling van de Amerikaanse wetgeving. Zo werd zij deze maand het onderwerp van vele nieuwsverhalen en blogs, en een regelrechte ‘hit’ op sociale media als Facebook. Maynard heeft aangekondigd op 1 november een einde te willen maken aan haar leven.

Maynard wordt alom geprezen om haar moedige beslissing.

KEVIN YUILL: Het verhaal van Maynard is erg ontroerend en verdrietig. Het is onmogelijk om geen sympathie te voelen voor deze jonge vrouw. Maar ik betwijfel of haar beslissing wel zo moedig is. Ik vermoed dat ze voor euthanasie kiest uit angst voor wat er gaat komen en het is misschien wel moediger om juist om te gaan met wat het leven op ons pad werpt.

Keurt u haar beslissing af?

YUILL: Nee, zeker niet. Ze staat voor een afgrijselijk dilemma. Ik heb wél kritiek op de massale publieke steunbetuigingen. Ik moet steeds denken aan het beeld van een depressieve man die boven op een flat staat met daaronder een menigte die roept: ‘Spring! Spring!’ Ik denk niet dat Brittany Maynard zo extreem wordt aangemoedigd, maar ze zal ongetwijfeld enige druk voelen om door te zetten op de dag die ze zelf heeft gekozen.

Het lijkt erop dat we onze eigen angsten over de laatste fase van ons leven projecteren op mensen als Maynard die in deze hachelijke situatie zitten. Dan ontstaat er plaatsvervangend verdriet. We betuigen steun aan deze jonge vrouw, omdat we denken dat wij in zo’n situatie ook de dood zouden verkiezen. Ik vind het griezelig en ijzingwekkend dat zo veel mensen klakkeloos haar naderende dood accepteren.

Wat is uw probleem met euthanasie?

YUILL: Ik heb er een probleem mee dat we via onze wetten aangeven dat we minder waarde toekennen aan het leven van bepaalde mensen, vooral wanneer ze oud en ziek zijn. Immers, euthanasie is in onze wetten exclusief bedoeld voor mensen wier leven we aanmerken als minder waardevol. Ik vind het een walgelijk idee dat we rond ons zeventigste levensjaar wel klaar zouden zijn met ons leven en dat het eigenlijk prima is, misschien zelfs wel beter, als we er dan een einde aan zouden maken.

Daar beslissen we toch zélf over? Niemand zal ons dwingen.

YUILL: Ah, u doelt op ons recht op autonomie. Volgens mij geloven de voorstanders daar helemaal niet in. Als we werkelijk geloven in het idee dat mensen mogen doen wat ze willen, zouden we het recht op hulp bij zelfdoding moeten verleggen naar iedereen, ook naar een jongeman wiens vriendin net een einde heeft gemaakt aan de verkering. En waarom zouden we al die hindernissen en regulerende instanties nodig hebben als we zouden geloven in autonomie? Waarom geen zelfmoordpil voor iedereen die de behoefte voelt? Je kunt nu eenmaal niet autonomie verstrekken aan sommige mensen, maar niet aan anderen, want dan creëer je ongelijkheid.

U vreest voor een hellend vlak?

YUILL: Inmiddels wel, ja. Ik was altijd huiverig voor dat argument, want het is heel conservatief – het impliceert dat je nooit iets nieuws zou mogen doen vanwege de mogelijk negatieve consequenties – en ik zie mezelf niet als conservatief, maar als liberaal. Maar we zien nu dat er steeds meer mensen zijn die óók willen worden geëuthanaseerd. Het vlak is kennelijk zo hellend dat euthanasie is veranderd in een recht, waarop iedereen een beroep mag doen.

Is compassie geen geldige reden om euthanasie te steunen?

YUILL: Tja, wie is er nu tegen compassie? Weet u, échte compassie brengt een verantwoordelijkheid om te handelen mee. Kennelijk zijn we vooral te bang om zelf op te treden en daarom verschuilen we ons achter regelgeving en schuiven we de verantwoordelijkheid in de schoenen van professionals. Ik meen dat het een arts is toegestaan om een persoonlijke afweging te maken om het leven van een patiënt te beëindigen – en compassie kan daarin zeker een rol spelen – maar zodra het beleid wordt, is het problematisch.

U keurt het wél goed als een arts het leven van een patiënt beëindigt?

YUILL: Ja, dat kan onder bepaalde omstandigheden een juiste beslissing zijn. Het zou zelfs inhumaan zijn als dokters zo’n beslissing niet zouden mogen nemen. Dat hebben ze ook altijd gedaan, eeuwenlang. Het lijkt soms alsof euthanasie een nieuw verschijnsel is. Dat is het natuurlijk niet. Dit gebeurde altijd al, volstrekt onofficieel. Mijn probleem is met de legalisering, met het creëren van wetgeving die het toestaat om sommige patiënten te doden. Ik zie liever dat euthanasie onder de radar zou blijven. Ik vind simpelweg niet dat de staat zich moet bezighouden met het doden van zijn burgers.

Anderen zullen zeggen dat de staat een diepe wens van zijn burgers respecteert en faciliteert.

YUILL: Mag ik vragen: hoe denkt u over de doodstraf?

Wat heeft dat ermee te maken?

YUILL: In de VS zitten een hoop gevangenen in de dodencel die geen proces tegen hun doodstraf hebben lopen en zich kennelijk hebben verzoend met hun naderende dood. Vindt u het dan goed dat ze worden geëxecuteerd? Ik denk het niet. Ik ben tegen euthanasie om dezelfde reden als waarom ik tegen de doodstraf ben: de staat mag niemand executeren, of het nu in de gevangenis gebeurt om iemand te straffen of in het verpleeghuis om iemand te helpen.

Wilt u opzettelijk choqueren door zulke woorden te gebruiken?

YUILL: Ik besef dat het confronterend is, maar laten we eerlijk zijn over wat er precies gebeurt. Het is goed om te realiseren dat we ook in dit gesprek geneigd zijn eufemismen te gebruiken.

Hoe verklaart u de behoefte aan regulering van euthanasie?

YUILL: Ik vermoed dat een deel van het antwoord zit in een vijandige, argwanende houding tegenover technologie, die het mogelijk heeft gemaakt ons leven te verlengen, ook wanneer we ernstig ziek zijn. Een ander deel van het antwoord zit in de opkomst van de newagebeweging met haar mantra dat je verantwoordelijk bent voor je eigen leven. Dat is natuurlijk paradoxaal: als je écht dood wilt, heb je daar geen wetgeving bij nodig en zelfs geen dokter. Maar goed, juist de mensen die menen op te komen voor hun zelfbeschikkingsrecht steunen de legalisering.

U noemt zichzelf een humanist. Maar humanisten zijn toch vóór euthanasie omdat ze zo mensen uit hun lijden kunnen verlossen?

YUILL: Als humanist maak ik me zorgen over de groeiende overtuiging in onze samenleving dat het menselijk bestaan een probleem is. Dat zien we heel sterk aan het inmiddels populaire, nauwelijks omstreden idee dat we met te veel mensen op aarde zijn. En de mensen die het bezorgdst zijn over overbevolking op onze planeet behoren tot de westerse elite. Zij zeggen in feite dat er te veel ‘van hen’ zijn: te veel Afrikanen, te veel mensen die niet zo verfijnd en verlicht zijn als zijzelf. Dat verklaart ook waarom de roep om legalisering of uitbreiding van de wetgeving rondom euthanasie vanuit een kleine elite komt en níét vanuit de massa.

Het misantropisch wereldbeeld blijkt ook sterk uit de vrees voor vergrijzing. Daarmee hebben we de angst voor overbevolking gericht op ouderen: de mensen die niet meer werken en veel zorg behoeven. De Britse filosofe Barones Mary Warnock heeft letterlijk gesproken over een ‘plicht om te sterven’ voor ouderen die een last zijn voor de staat vanwege de kosten om hen in leven te houden. Het is alsof het heel normaal is geworden om te kijken welke mensen het minst waardevol zijn om nog langer door te leven. Maar de dood zie ik niet als een oplossing voor maatschappelijke problemen.

U klinkt in uw redeneringen zo afstandelijk en koel. Het gaat hier toch om een heel persoonlijk thema?

YUILL: Ik zie mezelf graag als rationeel. Maar u hebt wellicht ook gemerkt dat ik er zeer gepassioneerd over ben.

Ik bedoel: het lijkt soms alsof de rauwe werkelijkheid van het uitzichtloos lijden van onze ouderen u volstrekt koud laat.

YUILL: Ach, we kunnen elkaar de hele dag hartverscheurende verhalen vertellen, maar persoonlijke ervaringen bewijzen niets. Ik houd niet zo van die aanpak. Je moet een stap terug nemen om een betere blik op het veld te hebben: dat is waarschijnlijk wat u interpreteert als afstandelijk en koel.

U bent historicus en doceert over Amerikaanse geschiedenis. Waarom bent u zo actief en gepassioneerd als het gaat om euthanasie?

YUILL: Ik denk dat onze samenleving een serieus probleem met moraliteit heeft. We weten niet langer wat goed en slecht is, en we durven er geen uitspraken meer over te doen. Onze houding tegenover zelfmoord – want daar hebben we het feitelijk over – kun je zien als een goede indicator. Er is vandaag een sterke neiging om geen mening te hebben of om anderen te berispen wanneer ze zich uitspreken: wie ben jij dan wel om de zelfmoord van Robin Williams te veroordelen?, zeggen ze dan. Ik vind het heel problematisch als we daar geen moreel oordeel over mogen hebben. Sterker, het formuleren van een oordeel betekent juist dat je respect hebt voor de ander en dat je betrokken bent bij de ander. Een zelfmoord laat mensen achter die er verdriet over hebben en onbegrip over voelen. Dat is genoeg om zelfmoord over het algemeen verkeerd te vinden. Als je niet meer kunt zeggen dat de dood een slechte zaak is, wat kunnen we dan nog wél zeggen?

Ik wil een weerwoord bieden op het huidige cynische mensbeeld, waarin het bijna zonder twijfel wordt geaccepteerd dat we mensen het leven ontnemen wanneer het minder waard is. We zijn allemaal met elkaar verbonden en ik vind dat het ons zou moeten schelen of iemand anders leeft of dood is. Ik wil het debat over euthanasie blijven voeren, omdat ik om mensen geef, omdat ik humanist ben. Een humanist zou vandaag niet moeten strijden voor het recht om te sterven, maar voor het recht om te leven. Mensen zijn het beste wat we op deze planeet hebben rondlopen. Dat wil ik graag zo houden.

DOOR MARCO VISSCHER, FOTO’S ED THOMPSON

‘Ik ben tegen euthanasie om dezelfde reden als waarom ik tegen de doodstraf ben: de staat mag niemand executeren.’

‘Ik denk dat onze samenleving een serieus probleem heeft met moraliteit. We weten niet langer wat goed en slecht is.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content