Hubert van Humbeeck

Het Internationaal Gerechtshof vraagt dat Israël de omstreden muur afbreekt, die het op de Westelijke Jordaanoever bouwt.

Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag mag niet worden verward met het Internationaal Strafhof, dat zijn zetel heeft in dezelfde stad. Het Internationaal Gerechtshof is de hoogste gerechtelijke instantie van de Verenigde Naties en regelt normaal gesproken conflicten tussen staten onderling.

In december van vorig jaar vroeg de Algemene Vergadering van de VN het Hof om een advies over de muur die Israël op de Westelijke Jordaanoever optrekt. De Israëlische regering wil met die afscheiding de infiltratie stoppen van, vooral, Palestijnse zelfmoordterroristen die zichzelf op een drukke plek in een Israëlische stad tot ontploffing brengen. Sinds er met de bouw van de afscheiding werd begonnen, liep het aantal aanslagen overigens sterk terug – maar dat kan ook toeval zijn.

Het probleem is dat de afscheiding grotendeels op Palestijnse grond wordt gebouwd. Israël probeert namelijk zoveel mogelijk lussen te maken rond grote joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Daarbij houdt het weinig rekening met de Palestijnen die er wonen. Die worden onteigend, of van hun landbouwgronden afgesneden. Belangrijke waterbronnen blijken zich bovendien plotseling aan de Israëlische kant van de afscheiding te bevinden. Volgens het Internationaal Gerechtshof komt die praktijk neer op een feitelijke annexatie van Palestijns territorium en dat is in strijd met de internationale wet.

Enkele maanden geleden vroeg ook de hoogste Israëlische gerechtelijke instantie dat een deel van de muur zou worden verplaatst, omdat de rechten van enkele tienduizenden Palestijnen werden geschonden. Het Israëlische gerecht voorspelt grote problemen als er binnenkort met de bouw van de afscheiding rond Oost-Jeruzalem wordt begonnen. Dan komen de rechten van honderdduizenden Palestijnen in het geding. Die Palestijnen ontzeggen Israël overigens niet het recht om de afscheiding te bouwen. Ze willen wel dat de muur zo dicht mogelijk bij de zogenaamde green line wordt opgetrokken, de Israëlische grens vóór de oorlog van 1967, toen de Westelijke Jordaanoever door het Israëlische leger werd veroverd en bezet.

Het advies van het Internationaal Gerechtshof is niet bindend, en premier Ariel Sharon zei meteen dat de bouw van de muur wordt voortgezet. Voor Israël is de uitspraak niet meer dan een morele nederlaag. Ze weerspiegelt echter ook de visie van de internationale gemeenschap, die verwacht dat Israël de integriteit van het Palestijnse territorium respecteert.

Hubert van Humbeeck

Waterbronnen bevinden zich ineens aan de Israëlische kant van de muur.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content