JA

‘Het nieuwe kunstendecreet is een lege doos als er geen verhoging komt van de financiële middelen voor cultuur. Het is opgesteld als een overkoepelend decreet, dat zowel architectuur, letteren, muziek, nieuwe media, podiumkunsten, vormgeving als audiovisuele en beeldende kunsten regelt. In het decreet zijn nieuwe sectoren opgenomen, die vroeger geen subsidies kregen, dus moet het budget voor cultuur logischerwijs omhoog. Gebeurt dit niet, dan zullen in de bestaande sectoren 20 tot 40 procent minder middelen voorhanden zijn.

Zo’n financiële aderlating brengt de kwaliteit en de professionaliteit van de culturele producten in het gedrang. En die kwaliteitsdaling heeft een weerslag op de concurrentiepositie van Vlaanderen in het internationale culturele landschap. Zo is de positie van de muzieksector al fel verzwakt. Logisch, als je weet dat hun subsidies de voorbije jaren zelfs nooit een indexaanpassing kregen. Per jaar betekende dit dat het budget een waardevermindering van ongeveer 2,6 procent kende. Daardoor kregen nieuwe initiatieven te weinig kansen en hadden jonge mensen geen tijd om te groeien.

Een verhoging van de subsidies lost natuurlijk niet alles op. We hebben ook een cultureel beleid nodig, dat keuzes maakt en accenten legt. Maar als die beleidskeuzes zonder middelen moeten worden uitgevoerd, zal dat nadelig zijn voor de kwaliteit. Een goed beleid moet maatregelen treffen waardoor de kwantiteit van het aanbod wordt beperkt.

Ik vind het daarom essentieel dat de Vlaamse cultuurpolitiek gepaard gaat met een transparante subsidiepolitiek. Nu geeft de Vlaamse overheid te veel geld uit aan willekeurige projecten zonder rekening te houden met het totale culturele veld in Vlaanderen. Bovendien richten lokale en provinciale besturen zich ook vaak tot Vlaamse instanties voor projecten die beter door de plaatselijke overheden worden gesteund. Daarnaast worden ook bepaalde initiatieven, zoals festivals die grote toeristische trekpleisters zijn, onterecht door de culturele overheid gesubsidieerd. Als we al deze geldstromen beter beheren, ligt een goed cultuurbeleid mét meer middelen binnen handbereik.’

NEE

‘De voorbije jaren is er te veel in termen van middelen gedacht. Maar de techniciteit, professionaliseringsdrang en productiedruk die de politiek en de culturele sector zichzelf opleggen, zijn niet effectief. De politiek vervult de beklemmende functie van beheerder of manager. Politici zijn al tevreden als ze de problemen in de sector onder controle kunnen houden. Daarnaast heb je delen van de culturele sector die zichzelf als een soort lobbymachine beschouwen. Ze richten zich te veel op hun eigen voortbestaan en op hun groei, die een doel op zich wordt. Een goed cultureel beleid vraagt zich eerder af wat cultuur is, hoe cultuur in relatie staat tot de maatschappij en wat die maatschappij ervan verwacht.

Vlaanderen is met haar cultuurbeleid en haar maatschappijbeeld nog maar in de adolescentenfase. Het begon bij de staatshervorming. Daar was cultuur, met de emancipatie- en de taalstrijd, het uitgangspunt. We zagen onze culturele autonomie toen in het licht van een verspreidingsutopie. Nu kunnen we verder. We hebben een jongvolwassenenbeleid nodig. De ruwbouw staat er al, al is het soms enkel in de steigers. Daarvan getuigt bijvoorbeeld het erfgoeddecreet, dat pas in de vorige legislatuur werd gestemd. Maar de afwerking laat op zich wachten.

Volgens ons wordt in Vlaanderen te weinig nagedacht over het cultuur beleid. Hoe kunnen we de verschillende gemeente- en stadsprojecten beter op elkaar afstemmen? Daarnaast is een cultureel akkoord nodig met de Franstalige gemeenschap, als deel van een interregionaal beleid. Ook op internationaal vlak is er nog heel wat werk aan de winkel.

De huidige cultuurpolitiek spitst zich te veel toe op cijfers. Wetenschappelijk onderzoek en denkoefeningen worden verwaarloosd. Terwijl die net cruciaal zijn als we willen inspelen op veranderingen, zoals de opkomst van de cultuurindustrie en de commercialisering. Voor die economische initiatieven moet een andere waarderingslogica dan die van de subsidies gehanteerd worden.

Je kan natuurlijk stellen dat een visie loos en dromerig blijft als er geen concrete middelen achter staan. Toch mag je je cultuurbeleid niet reduceren tot een middelendiscussie. Het is meer dan dat.’

Opgetekend door Emilie Lachaert

‘Beleidskeuzes zonder middelen zijn nadelig voor de kwaliteit.’

‘In Vlaanderen wordt te weinig nagedacht over het cultuurbeleid.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content