België telt drie machten in rechte en één in feite. Maar het gaat wel altijd om de macht.

DANK ZIJ HETEuropees Hof van de Rechten van de Mens is het nu zeker : journalisten kunnen zich wel degelijk op een bronnengeheim beroepen. In een arrest noemde het Hof vorige donderdag de bescherming van dat bronnengeheim zelfs ?één van de hoekstenen van de persvrijheid.? Tot nu toe erkende de Belgische wet niet dat de journalist over een zwijgrecht beschikt omtrent de herkomst van zijn informatie. Nog in de Agusta-affaire vorig jaar liet de justitie huiszoekingen verrichten bij journalisten die hun berichtgeving kennelijk steunden op gerechtelijke documenten. Er waren ?lekken? geweest, het geheim van het onderzoek was dus geschonden en dat kon niet.

De kwestie van het bronnengeheim is één van de vele thema’s die aan de orde komen in het door Jan Clement en Mieke van de Putte samengestelde boek ?De vierde macht?. Daarin belichten journalisten en wetenschappers, aldus de ondertitel, ?de gespannen driehoeksverhouding tussen media, gerecht en politiek.? De veelheid aan invalshoeken van waaruit deze auteurs schrijven, moet een breed inzicht bieden in de onderlinge omgang tussen enerzijds de drie machten van de staat, en anderzijds de pers, die wel eens de officieuze status van vierde macht toegewezen krijgt.

HOOFDPIJN.

Vooral het Agusta-schandaal heeft zowat alle betrokkenen met een kater opgezadeld. Hoe de verhouding tussen justitie en politiek erdoor wordt beïnvloed, zal pas ten volle blijken eens onder anderen Willy Claes (SP) voor het Hof van Cassatie zal staan. Het Uniop-proces, waarin volgende vrijdag 5 april een uitspraak valt, kan er al een voorsmaakje van geven. Maar hoewel het schandaal zelf in de eerste plaats de politiek aanbelangt, zijn het vreemd genoeg de media die in het brandpunt van de controverse terecht zijn gekomen.

De directe reactie daarop, inclusief voorstellen tot wetswijzigingen, kwam tot uiting in de recentste mercurialen van procureur-generaal Jacques Velu bij het Hof van Cassatie en advocaat-generaal Jacques De Lentdecker bij het Brusselse Hof van Beroep. Hun voorstellen waren geen klein beetje repressief getint en Velu scherpte de zijne nog wat aan tijdens een recente hoorzitting in de Senaat. Beiden schenen uit te gaan van een soort voorrang van rechtsmacht. Voor hen moet alles in het werk worden gesteld opdat de justitie zich, in brede zin, niet door de media gehinderd zou voelen, al vinden journalisten dat zij daardoor in hun werk zouden worden geschaad.

Haar niet te miskennen corporatistische tendenzen leiden de justitie er meer bepaald toe om in haar relatie met de media, de voorkeur te geven aan een gehiërarchiseerd model, waarbinnen het gerecht een eerste prioriteit voor zichzelf opeist. De ideeën die in justitiële middens circuleren, komen er immers vaak op neer dat het gerecht journalisten graag makkelijker zou willen vervolgen.

Tot nu toe worden de media door de Belgische grondwet goed beschermd, doordat persmisdrijven voor een Assisenhof en dus voor een jury moeten worden gebracht. Een assisenzaak veronderstelt een omslachtige procedure. Ze wordt dan ook slechts hoogst zelden op gang gebracht voor persmisdrijven. Dat belet evenwel niet dat het de media toch nog op verschillende manieren gerechtelijk lastig kan worden gemaakt. Een inventaris van het juridische instrumentarium rond de media wordt in het boek beschreven door Dirk Voorhoof, terwijl de journalisten Jos Bouveroux en Pol Deltour dat onderwerp vanuit de journalistieke praktijk beschrijven en becommentariëren.

CONTROLE.

Dat debat over de verhouding tussen media en justitie is op gang gebracht door incidenten en misverstanden. Het verloopt daardoor ook schoksgewijs, met soms overhaaste conclusies en ondoordachte uitspraken. Maar de inzet ervan is duidelijk : macht en controle. Net hetzelfde deed zich voor in de relatie tussen media en politiek. Daar zijn de veranderingen zich al langer en ook veel geleidelijker aan het voltrekken. Lange tijd heeft ook de politiek willen doen wat de justitie nu beoogt : de media in het gareel houden. Onder meer als gevolg van de verzuiling van de dagbladpers viel haar dat ook niet moeilijk. Onder meer als gevolg van de commercialisering van de media heeft ze heeft echter moeten ervaren dat ze daarin een stap terug zou moeten zetten.

Daardoor ontwikkelden media en politiek een nieuwe verhouding tot elkaar. In dit boek is het Knack-hoofdredacteur Hubert van Humbeeck die zich over dit onderwerp heeft gebogen. In zijn met veel buitenlandse voorbeelden doorspekte opstel stelt hij dat alleen een professionele ingesteldheid hierin enig heil kan brengen. Beide partijen moeten beseffen dat elk zijn job te doen heeft en daarin niet altijd verenigbare belangen moet dienen. De tijd dat de Franse keizer Napoleon of de Belgische koning Leopold II hoogstpersoonlijk de krantenkolommen vulden, mag tot het verleden worden gerekend. In een moderne democratie moeten bewindslui het bestaan van een zelfstandige, professionele en kritische pers als een feit aanvaarden.

Maar ook journalisten moeten hun plaats kennen. Voor hun informatievergaring is het nuttig en nodig dat zij zich in het informele circuit begeven, maar ze moeten wel weerstaan aan de verleiding om zelf een politieke rol te willen spelen. ?De vrijheid van pers,? zo citeert Van Humbeeck de Amerikaanse journalist Walter Krock, ?is meer in gevaar als journalisten politici te veel zien dan wanneer ze hen te weinig zien.?

M.R.

Jan Clement en Mieke van de Putte (red.), ?De vierde macht. De gespannen driehoeksverhouding tussen media, gerecht en politiek?, Globe, Brussel, 150 blz., 595 fr.

De premier : leren leven met de media.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content