‘Voor minder dan twee medailles gaan we niet’

JAOUAD ACHAB Topfavoriet voor goud. © BelgaImages
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Plots blinkt België uit in een Koreaanse vechtsport: een korte introductie tot het taekwondo, de sport waarin ons land de grootste medaillekansen heeft in Rio.

In België beoefenen 7500 mensen de nobele sport van het taekwondo. Drie van hen zijn in Rio, Jaouad Achab en Si Mohamed Ketbi bij de mannen en Raheleh Asemani bij de vrouwen. Alle drie hebben ze medailleambities in het olympische toernooi, dat loopt van woensdag 17 tot zaterdag 20 augustus. Efficiënter kan niet, beseft voorzitter Erik Baert van de Vlaamse Taekwondo Bond: ‘Ons topsportprogramma draait fantastisch. Laurence Rase, die in 2004 deelnam aan de Spelen en die het programma coördineert, verdient zélf een medaille.’

Taekwondo – letterlijk vertaald: ‘de weg van voet en vuist’ – is een van oorsprong Koreaanse sport. In competitie is het de bedoeling het hoofd of de torso van de tegenstander te raken. Scores worden elektronisch gemeten en gecheckt met videoherhalingen. Een gelande stoot of trap levert één tot vier punten op. Kampen duren drie rondes van twee minuten. Als de stand daarna gelijk is, komt er een vierde ronde. Is er dan nóg geen winnaar, dan beslist de jury. Je kunt ook winnen met knock-out, maar dat gebeurt zelden. Op de Spelen zijn er maar zestien atleten per gewichtsklasse; twee kampen winnen en je staat haast op het podium. Meer wedstrijden zou onverantwoord zijn, door de hoge intensiteit van de gevechten. Taekwondoka’s moeten superfit zijn. De sport staat bekend om haar vele blessures.

Opvallend is dat onze drie olympiërs een migratieachtergrond hebben. Alleen Si Mohamed Ketbi is in België geboren, in Elsene. Hij en Jaouad Achab hebben hun wortels in Marokko, waar taekwondo bijzonder populair is. Net als in Iran, het geboorteland van Raheleh Asemani. Volgens Erik Baert is dat deels toeval en deels ook weer niet: ‘Door hun levensverhaal zijn ze alle drie uitzonderlijk gemotiveerd. Dat is nodig, want om de top te bereiken moet je hard trainen en veel opofferen.’ Asemani, een pas genaturaliseerde Iraanse vluchtelinge, woonde tot voor kort in het asielcentrum van Arendonk en werkt als postbode; ook Achab had geen makkelijke jeugd. Baert: ‘Maar in de topsportscholen zitten net zo goed autochtone Vlamingen. Een aantal daarvan heeft het absoluut in zich om er op de volgende Olympische Spelen bij te zijn.’

In Rio maken de Belgische taekwondoka’s een goeie kans op succes. Baert: ‘Voor minder dan twee medailles gaan we niet: Ketbi en zeker Achab reken ik bij de topfavorieten. Jammer dat onze toppers pech hebben met de verdeling van de gewichtsklassen, anders was onze kans op goud nog groter geweest.’ Achab is Europees en wereldkampioen in de categorie tot 63 kilogram, die op de Spelen niet bestaat. Hij kampt in Rio in de categorie tot 68 kilo en moet dus grotere en sterkere tegenstanders verslaan – taekwondoka’s die hij ook niet zo goed kent. Maar de concurrentie kent hém natuurlijk ook minder. Ketbi, de vicewereldkampioen, is amper 18. Op die leeftijd kunnen er in korte tijd nog veel kilo’s bijkomen. Om bij vlieggewichten te mogen kampen, heeft hij zich moeten uithongeren. Hopelijk heeft de Brusselaar nog krachten over.

Jef Van Baelen

‘Door hun levensverhaal zijn de drie Belgische taekwondoka’s uitzonderlijk gemotiveerd.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content