Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Knack, jg 1, nr 6 : 25 maart 1971.

DE VOORZITTER SPREEKT

In ?Knack Wetstraat” werden puntige commentaartjes op parlement en regering opgenomen. En indien het moest, haalde Knack de hekel boven. Een traditie die bewaard is gebleven.

De huldezitting in de Senaat, waar veertien jubilarissen in de bloemen werden gezet, is uitgegroeid tot een onemanshow van voorzitter Struye. Een vervelende show. Hij had meer dan negentig minuten nodig om de lof te zingen van zijn dertien collega’s. Daarna spendeerde hij nog vijf minuten om de hoge vergadering diets te maken dat hij niet over zichzelf zou spreken. Precies alsof iemand verwacht had dat de achtbare senaatsvoorzitter de zelfgenoegzaamheid zo ver zou durven drijven. Vervolgens luisterde hij zelfvoldaan naar de lofbetuigingen van ondervoorzitter Parmentier aan zijn adres. Het was Struye nochtans duidelijk aan te zien dat hij ook die karwei liefst zelf had opgeknapt.

Het geheel werd een eindeloze plechtigheid met weinig pit die onweerstaanbaar op de geeuwspieren van de aanwezigen werkte. Prins Albert zat er lusteloos bij en de eerste-minister had vooral belangstelling voor het verguldsel op de zoldering van het halfrond. De gelegenheidswelsprekendheid de lengte van het woord dekt de lading van de voorzitter maakte iedereen suf. En de receptie achteraf was al even saai.

BOERENVERSTAND

Ook in 1971 betoogden de boeren en leek de landbouw geconfronteerd met onoverkomelijke problemen. Reden van ongenoegen waren toen de hervormingsplannen van Europees landbouwcommissaris Sicco Mansholt, en de prijzen- en subsidiepolitiek van de EG. Plaatselijk werd daar een mouw aan gepast.

Eendracht maakt macht. Met dit devies in het achterhoofd, pogen enkele landbouwers uit de lilliputgemeente Kooigem bij Kortrijk het hoofd te bieden aan de evolutie die de landbouwsector heeft overweldigd. Zij verliezen zich niet in klaagzangen over de politieke capriolen van Mansholt, maar hebben een rationeel systeem uitgekiend om in deze moeilijke tijd het hoofd boven water te houden.

?De Verloren Hoeve” is weggedoken in een breed agrarisch panorama. Tijdens de Boerenkrijg ergerden de sansculotten zich spinaziegroen omdat zij de hoeve niet konden vinden. Vandaar de raadselachtige naam. André Vanhoutte, telg uit een rasecht boerengeslacht, beheert het landbouwbedrijf van 50 hectaren. Het valt tegenwoordig niet gemakkelijk om de leefbaarheid van een dergelijke onderneming te waarborgen. Daarom sloegen de h. Vanhoutte en twee collega-landbouwers de handen in elkaar.

De h. Vanhoutte : ?Voor de landbouwers zijn de gouden jaren voorbij. Precies daarom moeten wij onze krachten doseren en bundelen. De productiekosten van de landbouw bereiken duizelingwekkende cijfers, die de landbouwers individueel niet langer kunnen dragen. Daarom hebben wij met ons drie een kordate stap gezet in de richting van de samenwerking. Vroeger was het bijvoorbeeld zo dat de ene boer in zijn luie zetel zat, terwijl zijn collega’s een hele vloot loonwerkers lieten aanrukken om de oogst binnen te krijgen. Bij ons is dit thans niet meer het geval. Volgens een nauwkeurig uitgestippeld schema helpen wij elkaar tijdens de drukke oogstweken.”

De samenwerking van de Kooigemse landbouwers bleef niet beperkt tot een helpende hand. Zij kochten samen een pikdorser aan, die zij inzetten om beurtelings de oogst af te werken. Voor de aanschaf van het overige materiaal spreken de drie landbouwers met elkaar af. De ene koopt bv. een aardappelplantmachine, de andere staat in voor de aankoop van de rest.

EEN VROUW IN DE BRANDING

In de vroege jaren zeventig staan twee vrouwen vooraan op het podium van de internationale politiek : Golda Meir in Israël en Indira Gandhi in Indië. Van die laatste brengt Knack een portret.

Vol spanning hebben wij de jongste weken de verkiezingsstrijd in het onmetelijke India gevolgd, de acties en reacties nagegaan, en uiteindelijk werden wij met verbijstering geslagen bij de overwinning welke de Congrespartij behaalde. Aan het hoofd van deze partij staat de premier van India, mevrouw Indira Gandhi.

Het succes van de partij is het succes van Indira Gandhi. Maar wie is deze fascinerende vrouw, welke miljoenen Indiërs als het ware aanbidden, op de handen dragen, de zoom van haar kleed kussen, een handdruk wensen, en trachten naar een glimlach. Wie is zij ?

Een klein, als poreus, tenger vrouwtje welke geen make-up gebruikt, het haar liefst en ook steeds naar achteren kamt, en steeds dezelfde sjaal over haar sari draagt. Preutsheid is geen geldend begrip en toch komt ze steeds net en proper, keurig en volledig zichzelf, voor haar volk, dat zij bovenal een grote liefde toedraagt.

Zoals velen uit haar volk, is ze een zeer godsdienstige vrouw. In haar bureel, in haar zogenaamde residentiewoning, hebben de goden van het aloude Indië een ereplaats, en met meer dan gewone vroomheid en innigheid knielt ze elke morgen neer voor het beeld van de god Ganesh. Ze plukt een bloem, plaatst ze voor het beeld, sprenkelt wat welriekende olie over het beeld uit. Met de lenigheid van een jonge knaap, buigt ze zich diep voor het beeld, vouwt met eerbied de handen samen, en bidt dan, gedurende enkele ogenblikken maar, want meer tijd rest haar niet.

De foto van haar vader, de grote Nehroe, voor wie zij een grote verering koestert, siert de andere kale muur van haar ruime werkkamer. Zij is een bescheiden vrouw, zij houdt niet van luxe, en permitteert zich zeer weinig, bedenkend hoeveel van haar landgenoten en volksgenoten elke nacht sterven van honger en ellende. En spijts haar enorme werkzaamheid is zij tenvolle vrouw gebleven. Haar liefde voor de kinderen illustreert zich op een bijna pijnlijke manier, als wij bedenken hoe haar huwelijk strandde omdat de karakters geenszins samenhoorden. Zij houdt van het leven, het land en van haar volk.

MET DE POP NAAR DE VIOOLLES

In de muziekacademie van Turnhout geeft de jonge Nederlandse violist Marcel Pinkse vioolles aan kleuters van drie en vier jaar oud. De Suzuki-methode.

Samen met mammie naar de vioolles ? Ja, gezellig ! Ongeveer in deze trant reageren nu al veertig peuters en kleuters in het Turnhoutse. Sinds 15 januari van dit jaar werkt men daar op de Stedelijke Muziekacademie met de vioolmethode van de Japanse violist en muziekpedagoog Shinichi Suzuki. Deze manier van viool spelen wordt gekenmerkt door het spelenderwijs les geven aan kinderen die eigenlijk nog maar net uit de box zijn gevallen. Elke week klemmen veertig kinderen op een leeftijd dat ze eigenlijk de teddybeer zouden moeten knuffelen, de piepkleine maar volmaakte miniviooltjes onder de kin.

Marcel Pinkse : ?Onze vioolles is gebaseerd op de manier waarop een klein kind leert spreken. Het neemt de klanken onbewust in zich op. Een kind dat om zich heen nooit hoort praten, zal het ook nooit leren. Men zou het kind best middenin de woonkamer laten slapen. Het slaapt toch wel, maar neemt tegelijkertijd geluiden in zich op. Muzikaal gevoel bestaat voor mij niet. Je kunt het allemaal leren. In feite moet je er even ver mee kunnen komen als met het spreken van je moedertaal. Als ik hier geen enkel kind en geen enkele moeder zou kennen, pik ik er nog precies het stel uit dat bij elkaar hoort. Het kind imiteert. Doet de moeder het verkeerd, dan het kind ook.”

Waarom juist in Turnhout ? De heer Leo Praet, directeur van de Muziekacademie : ?Turnhout is in verkeerstechnisch opzicht lang geïsoleerd geweest. Het heeft een bevolking met een opvallende discipline. Hier is nog geen uitgaansleven. De familieband overheerst en in zo’n sfeer is het fijn werken. Er is hier werkelijk behoefte aan muziek maken.”

DE VIDEO-KRANT

Knack heeft van in het begin oog gehad voor nieuwe technologische ontwikkelingen, en zeker voor hun maatschappelijke impact. Bijvoorbeeld : de videocassette.

Er ligt het geschreven woord een regelrechte oorlogsverklaring te wachten. Verscheidene grote concerns op het gebied van elektronische apparatuur zijn druk bezig met het ontwikkelen van meerdere videocassettesystemen. Al deze projecten dienen hetzelfde doel : beeldinformatie naar keuze bereikbaar stellen voor iedereen.

In de research-centra van grote firma’s als Philips, RCA, CBS en Sony wordt momenteel gewerkt in een soort paniekerige geheimzinnigheid aan de uitbouw van een nieuw tijdperk, dat zal ingeluid worden door het op de markt brengen van de eerste videocassettes en bijpassende apparatuur. Uit de verwarde berichten die de buitenwereld over deze nieuwe vorm van communicatie bereiken, blijkt alvast dat de toekomstaspiraties bijzonder hoog zijn. De videocassettes zouden de plaats innemen van de traditionele communicatiemiddelen zoals die van de schrijvende en sprekende pers.

De meest onwaarschijnlijke prospecties doen hierbij de ronde. De cassettes kunnen opgevuld worden met educatief materiaal : lessen in de psychologie, de wiskunde, noem maar op. Met ontspanning : complete shows van Toon Hermans of de Rolling Stones. Speelfilms, documentaires, tekenfilms. Het meest pretentieuze project is zeker het Japanse : een soort krant of weekblad ingeblikt in een cassette. De abonnee krijgt iedere morgen zijn cassette in de bus en kan die op eender welk ogenblik van de dag afspelen. Maar zelfs de postbode kan uitgeschakeld worden. Via kabeltelevisie kunnen de hele dag door informatie en beelden naar de cassetterecorder aan huis doorgespeeld worden. De man die ’s avonds van het werk thuis komt kan met een druk op de knop de vergaarde informatie op het scherm laten verschijnen.

VLAMING IN PARIJS

Het omslaginterview is een gesprek met Roger Van Hool, de Antwerpse film- en toneelacteur die in de jaren zeventig carrière maakt in Parijs.

Slank. Te slank is hij misschien. En als hij praat gaan zijn beweeglijke lippen lichtjes trillen alsof hij zijn woorden nog even wil naproeven. Ook alsof hij wat onzeker is. En dat is hij ook. Nu nog, na bijna vijf jaar Parijs’ succes.

KNACK : Vanwaar je succes in Parijs ?

ROGER VAN HOOL : Fransen zijn niet zo chauvinistisch als vaak beweerd wordt. Ik heb althans nog geen hinder ondervonden van hun zogenaamd chauvinisme. Ik ben ook jong. En de laatste tijd wordt er heel wat gedraaid rond jonge mensen. Tenslotte ben ik gedisciplineerd. Ik ken heel wat Franse acteurs die honderd keer meer talent hebben dan ik, maar die na twee successen elke vorm van zelfdiscipline laten varen. Dat gaat dan van dronkenschap op de bühne tot roken op de set, herrie schoppen, gewoon niet op tijd komen.

KNACK : Hoe bekijk je Vlaanderen vanuit Parijs ?

VAN HOOL : De Vlamingen leven juister dan de Parijzenaars, meer relax. Meer ontspannen. De Parijzenaar rent een hele dag. Soms heb je de indruk dat hij knettergek is. Als je daar vier weken na elkaar draait, zijn je batterijen op. En dan vlucht je inderdaad. De Parijzenaar naar zijn weekendhuisje. Ik naar mijn Antwerpse cottage. De Vlaming is meer een levenskunstenaar. Hij wil alle waarden in het midden houden. Een harmonie tussen het materiële en het geestelijke, het immorele en het morele. Wat mij wèl stoort in Parijs is de mediocriteit der burgerij. Men is snob. Men leeft aan de oppervlakte.

KNACK : Wil je nooit een vedette worden ?

VAN HOOL : Ik ben tegen vedettencultus. Film is een collectieve kunst. De acteurs zijn slechts de objecten die in een bepaalde combinatie aangewend worden om die kunst gestalte te geven. Mocht ik toch een vedette worden, dan zou ik al mijn geld weer in de film investeren. Ik zou antimilitaristische prenten produceren. Ik besef best dat er een politiemacht nodig is om de sociale orde te handhaven. Maar anderzijds vind ik het zo waanzinnig dat men diezelfde sociale orde tegelijk met de sociale vooruitgang door wapengeweld wil kapot maken. Enkel ontwapening kan de fatale kringloop doen stoppen. De kringloop van sociale welvaart, inflatie, werkloosheid, crisis, oorlog. Wie een geweer in zijn hand neemt, meent altijd het recht aan zijn kant te hebben. Wat hen meteen de morele vrijbrief geeft om anderen omver te knallen.

KNACK : Vedette Cathérine Deneuve was je partner in ?La Chamade”. Heeft zij je niet psychologisch doodgedrukt ?

VAN HOOL : In teamverband was zij gewoon een vertolkster zoals ik een vertolker. Daarnaast ben ik onder de indruk gekomen van haar vrouwelijkheid. Volgens mij ook de reden van haar succes. Zij is zowat de incarnatie van ?de ideale vrouw”. Intelligent in vrouwelijk perspectief. Dus intuïtief. Scherpe oordelen. Mooi. Zacht. Als collega was zij ook zeer bescheiden.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content