In de Bourlaschouwburg in Antwerpen wordt woensdag 21 juni Herman Van den Reeck herdacht,

de student die de Antwerpse politie 75 jaar geleden doodschoot op de Grote Markt.

NAAR SCHATTING dertigduizend mensen troepten op 11 juli 1920 samen in de straten van de Borgerhout voor de tweede Guldensporenherdenking na afloop van de grote oorlog (1914-1918). Voor een manifestatie op het Antwerpse grondgebied had de liberale burgemeester Jan De Vos, na het sukses in 1919, de toelating geweigerd. De Vos hield het been stijf ondanks het aandringen van de socialistische minister van Justitie, Emile Vandervelde en de Antwerpse socialistische voorman Camille Huysmans. Hij kon evenwel niet beletten dat drieduizend betogers naar de Grote Markt oprukten. Over wat er daar precies gebeurde, lopen de meningen uiteen. Zeker is dat in het tumult aan het stadhuis de amper negentienjarige student Herman Van den Reeck door de politie werd neergeschoten.

Zelfverdediging, aldus de politie. Een moord, zegt gewezen VU-politicus Maurits Coppieters die zich in de geschiedschrijving van zijn geboortejaar 1920 heeft vastgebeten. Voor Coppieters staat het vast : Van den Reeck stond als flamingant, kommunist, pacifist en studentenleider op een zwarte fiche bij de politie, hij werd gevizeerd en vermoord. Die stelling is moeilijk te bewijzen, vindt Guy Leemans, medewerker van het Archief en Dokumentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN) in Antwerpen. De historicus schreef over de zaak een genuanceerd artikel dat deze week verschijnt in Wetenschappelijke Tijdingen, een vakblad over de geschiedenis van de Vlaamse Beweging.

Hoe dan ook, daags na de schietpartij overleed Van den Reeck in het ziekenhuis. Diezelfde ochtend had de politie hem nog een bekentenis laten tekenen waarin de zwaar gewonde jongeman toegaf dat de politie uit zelfverdediging handelde. Die ondervraging en de laattijdige medische verzorging lieten medestanders toe om gewag te maken van een “tweede moord”. De begrafenis van de martelaar groeide uit tot een massale protestmeeting van Vlaamsgezinden van allerlei slag. Van den Reeck werd een myte.

TRAANKLIERPOEZIE.

Van den Reeck behoorde tot de anti-burgerlijke strekking in de Vlaamse beweging. Aan het Antwerps ateneum werd Van den Reeck lid van de Vlaamsche Bond. De door Leemans als “entoesiast en vernieuwingsgezind” beschreven jongeling trad toe tot de aktivistische jeugdbeweging, die dacht dat het voor Vlaanderen heilzaam was om samen te werken met de Duitse bezetter. Lode Craeybeckx, later socialistisch burgemeester van Antwerpen, was er de oprichter van.

Na de oorlog bleef Van den Reeck radikale Vlaamsgezindheid koppelen aan een links-revolutionar streven. Hij droomde van een jeugd-internationale en sloot zich aan bij de Vlaamse Clarté-afdeling die tot 1920 voor een revolutionair eenheidsfront pleitte. “Een goede samenwerking tussen de Fronters, de kommunisten, de anarchisten en de minderheidssocialisten werd onontbeerlijk geacht om middels de Vlaamse ontvoogdingsstrijd het Belgisch unitarisme als steunpilaar van het verguisde kapitalisme te ondergraven. De betrachting van deze eensgezindheid liep evenwel niet van een leien dakje, ” zo schrijft Leemans. Van den Reeck noemde zichzelf een pacifist maar wilde wel de wapens opnemen tegen het militarisme en het franskiljonisme, dat verschijnsel van het kapitalisme. Gewezen soldaten en socialisten moesten samen vechten. De romantische periode van de “traanklierpoëzie die gans het jonge Vlaamse dichtergeslacht behept als een ongeneeslijke kwaal, ” was voorbij, schreef de jongeman. “Vlaanderen ! ’t Is de tijd. “

AUTORITAIR.

De Van den Reeck-herdenking komt de stuwende kracht erachter, Coppieters, niet slecht uit. Coppieters staart al enige tijd op een wit blad dat, eens beschreven, de basis zou moeten vormen voor een “Vlaamse, groene, sociaal-demokratische partij”. Norbert De Batselier (SP) heeft een soortgelijke formule op lokaal vlak in Dendermonde uitgetest. Met sukses. Of het experiment op Vlaams niveau herhaalbaar is, lijkt meer dan twijfelachtig. Misschien hoopt Coppieters dat de figuur van Van den Reeck inspirerend werkt.

Maar ook dat ligt niet voor de hand, want de held wordt van alle kanten opgeëist. Vijfenzeventig jaar na de feiten wordt er bijgevolg nog gebakkeleid of op een herdenking als deze, behalve de Vlaamse leeuw ook de internationale kan of mag weerklinken.

Er blijft ook de slotbemerking van Leemans. De historicus wijst er op dat een deel van de links-revolutionairen waartoe Van den Reeck behoorde, in de jaren dertig gewonnen was voor de autoritaire stromingen in de maatschappij. Niemand weet vandaag bijgevolg aan wiens zijde de jonge student zou zijn beland. De eerste inschrijving voor de herdenking kwam van Filip Dewinter (VB).

P.R.

De herdenking van Herman Van den Reeck komt stuwende kracht Maurits Coppieters ook politiek goed uit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content