Over twee weken gaat de Vlaamse regering goed van start : tijd om zichzelf te bewijzen.

ZOU DE MODALE burger daar veel van merken, dat Vlaanderen nu over een eigen, rechtstreeks verkozen, autonoom parlement beschikt ? Zelfs minister-president Luc Van den Brande (CVP) is er niet zo zeker van. Misschien kan de Vlaamse regering hopen dat het politieke profiel van de Vlaamse gemeenschap in de publieke perceptie wordt aangescherpt eens de verkiezingen voor enerzijds de federale kamer en senaat en anderzijds de Vlaamse raad worden losgekoppeld deze laatste zullen voortaan samen met de Europese stembusgang worden gehouden, dus om de vijf jaar.

De roomsrode Vlaamse regering beseft daarbij al evenzeer dat ze haar plaats zal moeten zoeken tussen de al bestaande bestuurslagen. In haar lange-termijnprojekt “Vlaanderen-Europa 2002”, had ze nochtans de neiging om maar te doen alsof met name de provincies en het federale België hun beste tijd hadden gehad, maar dat is nu niet meer zo. De federale staat krijgt zelfs weer uitdrukkelijk “een eigen meerwaarde” toegeschreven. Het is kennelijk tijd voor enig realisme : het zal niet volstaan te bewéren dat Vlaanderen beter doet wat het zelf doet, het zal moeten worden bewezen.

De reële betekenis van de voortaan van autonome wetgevende en uitvoerende organen voorziene Vlaamse gemeenschap, zal dus in het dagelijkse beleid moeten blijken. Vorige week woensdag gaf de executieve daar al een aanwijzing voor toen ze weigerde het herstruktureringsplan voor de Vlaamse Scheepsbouwmaatschappij (VSM) goed te keuren. Ze was in dit dossier tot een belangrijke financiële inspanning bereid, op voorwaarde dat ook de privé-partners een smak vers geld zouden inbrengen én dat het konkurrentievermogen van de scheepswerven zou worden gegarandeerd. Het privé-aanbod voldeed echter niet, de noodzakelijke produktiviteitsverhoging (met minstens 22 procent) was geenszins realistisch.

GESCO’S.

Gevolg : géén geld voor VSM, al kost dat volgens de VSM-direktie wellicht bijna vierhonderd jobs. Of zoals Van den Brande het formuleert : “wij willen investeren in de toekomst, niet in het verleden. ” De Vlaamse regering heeft duidelijk haar lesje geleerd uit de sociale tragedie van de Boelwerf, die de gemeenschap (én het personeel) veel geld heeft gekost, zonder veel tastbaar resultaat. Meerdere Vlaamse excellenties laten niet na erop te wijzen hoezeer ze zich in het Boel-dossier politiek onder druk gesteld voelden om, tegen beter weten in, toch te proberen de sociale schade in te perken. Niet alleen politici uit de getroffen streek als Miet Smet (CVP) of Freddy Willockx (SP) lieten zich daarin gelden, maar toen de liberalen nog van de regering deel uitmaakten, bleek ook Herman De Croo (toen nog PVV, nu VLD) een biezondere interesse voor het dossier aan de dag te leggen.

Die tijd, zo heet het, is nu voorbij. Hoewel. Het is begrotingsminister Wivina Demeester-Demeyer (CVP) opgevallen dat nogal wat tewerkstellingsprogramma’s zwaarder op het Vlaamse budget drukken dan aanvankelijk voorzien, omdat administraties én kabinetten wat te gul bleken met het toekennen van, bijvoorbeeld, Gesco-kontrakten er zijn er zo’n 26.000. De minister had daarover op de bijeenkomst van de Vlaamse regering vorige week al een hartige diskussie met haar kollega en partijgenoot Theo Kelchtermans, die de zaken toch niet helemaal op dezelfde manier leek te zien.

Dezer dagen zal vooral Demeester de ortodoxie van het nieuwe Vlaamse beleid kunnen bewijzen : zij is de spil van de begrotingsgesprekken die thans in de executieve aan de gang zijn. Voor het eerst probeert ze daarbij een experiment in zero base budgeting uit, waarbij elke begroting op nul wordt gebracht, waarna wordt nagegaan wat daarvan de effekten zijn op de werkgelegenheid. Dit jaar wordt de techniek voor 10 procent van de begroting uitgetest, wat in 1998 gradueel tot 100 procent wordt opgevoerd.

KONSERVATIEF.

De jaarlijkse begrotingsoefening komt op een wat ongelukkig moment, omdat de Vlaamse ministers zich nog volop aan het oriënteren zijn in de materie die ze toegewezen kregen. “Het zal dan ook, ” zegt de nieuwe minister van Welzijn, Kultuur en Gezin Luc Martens (CVP) over zijn eigen materies, “een veeleer konservatieve begroting zijn”. Wie er redelijk gerust bijloopt, is minister Luc Van den Bossche (SP) van Onderwijs en Ambtenarenzaken. Hij staat in voor veruit het grootste part (“één miljard frank per dag”) van de Vlaamse overheidsuitgaven, maar in tegenstelling tot het onderwijs in Franstalig België, heeft dat in Vlaanderen al de zwaarste ingrepen achter de rug.

Grote, nieuwe beleidsaksenten moeten van de Vlaamse regering dan ook niet worden verwacht. “We hebben nog vier jaar te gaan, ” zo heet het bij de meeste ministers. De volgende verkiezingen volgen inderdaad pas in juni 1999 en de Vlaamse regering acht dat voldoende tijd om een eigen profiel uit te bouwen. Wat dan weer niet wegneemt dat deze begroting, aldus Van den Brande “de zwaarste van de jongste vijf jaar zal worden. ” De Vlaamse gemeenschap moet immers haar deel leveren in de budgettaire sanering, Maastricht oblige, en daarom blijft het altijd strijden voor de miljarden.

Ondertussen lijkt Van den Brande te tobben over de rechts-flamingantische kritiek dat de Vlaamse gemeenschap over te weinig echte bevoegdheden beschikt om al een voorwaardig eigen beleid te kunnen voeren. “Het is niet of-of, ” aldus de minister-president, “uit een beter beleid kunnen meer bevoegdheden voortvloeien”. Niet dat hij daarmee een communautair opbod beoogt ; “veel daarvan heeft in het geheel niets met taal te maken, het ziekenhuisbeleid bijvoorbeeld. ” Als het van hem afhangt, moet zijn regering daartoe het initiatief nemen.

M.R.

De Vlaamse regering : aan het werk.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content