Op 23 maart kiest Taiwan een president, en dus dreigt Peking met oorlog. Hebben die twee het dan niet te druk met zakendoen ?

SOLDAAT CHEN kijkt zorgelijk. Zijn tweejarige legerdienst zit er bijna op, maar als China en Taiwan straks slaags raken, moet hij vanzelfsprekend langer onder de wapens blijven. Chen is gekazerneerd op het eilandje Kinmen, nauwelijks twee kilometer voor de Chinese kust. Hij werkt er als gids in het Kuningtou Oorlogsmuseum. Buitenlandse bezoekers legt hij geduldig en in moeizaam Engels uit hoe in de burgeroorlog van 1949 het leger van Tsjang Kai-shek de communisten manhaftig de zee in dreef. Hij vertelt over de felle Chinese artilleriebeschietingen, negen jaar later, die Taiwan en Kinmen opnieuw in het middelpunt van de wereldbelangstelling brachten. Het museum toont vergeelde krantenkoppen uit de internationale pers die een totale oorlog tussen het China van Mao en de VS voorspellen. Chen : ?Die clash is er, gelukkig, nooit gekomen maar de vijandelijkheden tussen Kinmen en het vasteland sleepten nog jarenlang aan. Om de schade te beperken, werden wel praktische afspraken gemaakt : de communisten vuurden op oneven dagen, wij schoten op even dagen terug.”

Tot het begin van de jaren negentig vochten China en Taiwan op Kinmen een psychologisch robbertje uit. Uit gigantische luidsprekers galmde populaire muziek, en via luchtballonnen zond Taiwan kranten en ?geheime pakjes” naar het vasteland. Eén zo’n pakje werd door de wind meegevoerd en kwam per ongeluk in Israël terecht. Het bleek sexy lingerie te bevatten. China van zijn kant projecteerde in fel gekleurde letters communistische leuzen op de kust van Kinmen. Toen de regering in Peking een punt achter die actie zette, protesteerde de Chinese gemeente Xiamen, die vlak tegenover Kinmen ligt : de lichtstralen waren een echte toeristische attractie geworden.

LANDMIJNEN.

Loopt het huidige conflict tussen China en Taiwan ook met een sisser af ? Soldaat Chen heeft er een hard hoofd in. Zonet heeft hij het gerucht gehoord dat Peking militaire oefeningen zal starten voor de kust van Taiwan. Het leger op Kinmen is al in een verhoogde staat van paraatheid gebracht. Chen : ?Een incident is snel gecreëerd. En als er gevochten wordt, kunnen wij nergens heen. Wij liggen pal in de frontlinie.”

Begin jaren negentig groeide Kinmen uit tot een populair vakantieoord voor Taiwanezen die het hectische Taipei met zijn lange files en zijn vervuilde lucht enkele dagen willen ontvluchten. De jongste weken is het toerisme echter sterk teruggelopen. Op de parking bij het museum staat slechts een enkele autobus. De restaurants zijn vrijwel leeg. Paul Hsieh van Edison Travel Service : ?Nee, er heerst geen paniek. Maar de mensen nemen ook geen nodeloze risico’s. Ze blijven thuis, volgen het nieuws, hamsteren voedsel. Meer kunnen ze niet doen.”

Volgens waarnemers heeft China 140.000 manschappen naar de zuidelijke Fujian-provincie gestuurd. Taiwan houdt iedere troepenbeweging op het vasteland nauwlettend in de gaten. De uitkijkposten op Kinmen zijn dezer dagen dubbel bemand. Het strand is afgezoomd met roestige rollen prikkeldraad, betonnen antitankversperringen en ijzeren staketsels. Overal staan rode bordjes met het opschrift ?opgepast landmijnen”. Het vriendelijke eiland kan in een handomdraai in een zwaarbewapende burcht worden omgetoverd. Paul Hsieh : ?Er wonen dertigduizend burgers op Kinmen maar ik schat dat het aantal militairen dit cijfer ruimschoots overtreft. Al die heuveltjes daar verbergen legermaterieel : tanks, artilleriegeschut, jeeps. De palen die in de velden omhoog steken, dienen om parachutespringers af te schrikken. In de bergen is er een uitgebreid netwerk van gangen en vertrekken gegraven. Er is zelfs een ondergronds ziekenhuis en een ondergronds theater waar live optredens en filmvertoningen plaats hebben. Men is hier al jàrenlang voorbereid op een communistische invasie.”

Zowat alle waarnemers zijn het erover eens : als China en Taiwan slaags raken, vinden de eerste gevechten op Kinmen plaats. Het eilandje heeft dus een hoge symboolwaarde. President Lee Teng-hui is hier een paar dagen geleden hoogstpersoonlijk campagne komen voeren voor zijn herverkiezing. ?Op 23 maart moeten jullie een president aanduiden die niet ineenkrimpt bij het allereerste kanonschot. Vergis u niet : Peking is doodsbang voor onze bloeiende democratie,” speechte hij. Er volgde een stormachtig applaus. De president is op Kinmen erg populair. De bevolking houdt van zijn vastberadenheid en bravoure. Paul Hsieh : ?Alle spandoeken en banieren die je hier ziet, dragen het nummer twee, het kiesnummer van de Kwomintang. De oppositionele Democratische Progressieve Partij (DPP) komt er gewoon niet aan te pas.”

MIRAKEL.

De presidentsverkiezingen vormen de onmiddellijke oorzaak van de nieuwe spanningen tussen Taiwan en China. Voor het eerst zal een etnisch-Chinese gemeenschap via een geheime stembusgang haar staatshoofd rechtstreeks aanduiden. DPP-kandidaat Peng Ming-min : ?Wij maken komaf met de taaie mythe dat een Aziatische maatschappij per se een autoritaire bestuursvorm behoeft. Onzin ! Niemand kan de opmars van de democratie in dit deel van de wereld stoppen.”

Terwijl op het vasteland Mao huis hield, werd Taiwan met ijzeren hand bestuurd door de de legendarische Tsjang Kai-shek. De dictator beschouwde zichzelf als de enige wettige bestuurder van geheel China. Taiwan is slechts een provincie, daarover waren Mao en Tsjang Kai-Shek het roerend eens. Maar Mao meende dat Taiwan zich vroeg of laat aan het gezag in Peking diende te onderwerpen, terwijl Tsjang Kai-shek plannen smeedde om de communisten van het vasteland te verdrijven en de oude nationalistische republiek onder zijn leiding te herstellen. Taiwanezen die ijverden voor onafhankelijkheid werden opgesloten, geëxecuteerd, of moesten vluchten. De belangrijke posten in de politiek en het zakenleven werden voorbehouden voor volgelingen van Tsjang Kai-shek : stuk voor stuk nationalisten die pas in 1949 in Taiwan waren aangespoeld. Die situatie werd onhoudbaar. Na de dood van Tsjang Kai-shek voerde diens zoon Ching-kuo een geleidelijke ?taiwanisering” en ?democratisering” door. Hij wees Lee Teng-hui, afstammeling van een plaatselijke thee- en rijstboer, aan als vice-president, hij hief het verbod op om naar China te reizen en hij gaf de DPP toelating om in 1986 aan de eerste vrije parlemenstverkiezingen deel te nemen. Als zijn opvolger Lee Teng-hui zette de democratische hervormingen begin jaren negentig in een versneld tempo verder.

De presidentsverkiezingen van zaterdag vormen in feite het sluitstuk van dit proces, legt Johan Allegaert uit. Allegaert is 26 jaar geleden naar Taiwan verhuisd. Vandaag is hij er directeur van de multinational SGS Taiwan Ltd. ?Taiwan heeft niet alleen een economisch maar ook een politiek mirakel gerealiseerd,” vindt hij. ?Zonder geweld of bloedvergieten is men hier op korte tijd overgeschakeld van een autocratisch naar een democratisch systeem. Vroeger werd er alleen op fluistertoon over politiek gesproken, in besloten kring met vrienden en bekenden. De Kwomintang werd alom gevreesd. Toen ik hier in 1991, na een verblijf van een paar jaar in het buitenland, opnieuw arriveerde, kon ik mijn ogen niet geloven. Er waren vrije verkiezingen, overal werd er openlijk over politiek gediscussieerd, er was plotseling een debat.”

Het succes van de DPP, de partij die ijvert voor een onafhankelijk Taiwan, dwong president Lee en zijn Kwomintang tot een koerscorrectie. Het historische doel van herovering van het vasteland werd opgegeven. Voor de president was het handhaven van de status-quo geen hereniging, maar ook geen formele onafhankelijkheid de beste oplossing. Allegaert : ?Lee moet behendig manoeuvreren tussen zijn eigen publieke opinie en Peking. Een groot deel van de Taiwanezen is gewonnen voor onafhankelijkheid, maar voor communistisch China zou dat een casus belli zijn. Zij kunnen zich geen precedent permitteren. Als men vandaag Taiwan laat gaan, is morgen Tibet aan de beurt en overmorgen een of andere moslimprovincie.”

PSEUDO-AMBASSADES.

Economisch mag Taiwan dan hoge ogen gooien, diplomatiek raakt het almaar meer geïsoleerd. Het wordt uit iedere internationale organisatie geweerd en heeft slechts een dertigtal ambassades in het buitenland. China verbreekt steevast de diplomatieke betrekkingen met iedere regering die Taiwan als onafhankelijk land erkent. Om Peking niet voor het hoofd te stoten niemand wil de aansluiting met de Chinese markt van 1,2 miljard mensen verliezen , onderhouden de meeste westerse landen enkel informele betrekkingen met Taiwan onder de dekmantel van ?instituten” of ?economische bureaus”. Zo heeft Taiwan op de Brusselse Kunstlaan een ?Office économique et culturel” dat door beroepsdiplomaten wordt bevolkt. En België wordt in Taipei vertegenwoordigd door de ?Belgian Trade Association”, een instelling die alleen in naam en status geen ambassade is.

Voor president Lee, die vrijwel nergens als staatshoofd ontvangen wordt, is deze pariatoestand weinig bevredigend. In het Westen heeft hij de jongste jaren heel wat applaus gekregen voor zijn economische successen en zijn doorgevoerde democratisering, die goodwill wil hij nu gebruiken om de internationale status van Taiwan te versterken. In die context onstond vorig jaar het idee om Lee een reünie te laten bijwonen aan de Cornell-universiteit in New York, waar hij in 1968 als agronoom afstudeerde. Zo’n informeel bezoek van president Lee aan de VS zou Taiwan opnieuw in de media en op de wereldkaart brengen. Een legertje diplomaten en lobbyisten toog aan het werk. Geld was geen probleem. Volgens krantenberichten hing er een prijskaartje van meer dan tien miljoen dollar aan het bezoek : 4,5 miljoen dollar voor de pr-firma Cassidy & Associates om te lobbyen bij het Congres, vijf miljoen dollar voor het herverkiezingsfonds van Bill Clinton, en 2,5 miljoen voor de nieuwe Lee Teng-hui-leerstoel aan Cornell. De reis draaide uit op een eclatant succes. Lee haalde de cover van Time, en de verslaggever noteerde : ?Dit terug-naar-school-tripje is wellicht Taiwans belangrijkste diplomatieke doorbraak sinds de VS in 1979 de officiële betrekkingen met Taipei verbrak ten voordele van Peking.”

WORTELTJE.

China reageerde echter furieus. Het bestempelde Lee ?als de misdadiger van het millennium.” ?Verwachten dat Lee Teng-hui de relatie tussen beide zijden van de Straat van Taiwan zal verbeteren, is als in een boom klimmen om vis te vangen,” luidde het in een officieel communiqué. Volgens het Chinese persbureau Nieuw China is het zo klaar als een klontje : Lee ijvert voor een autonoom Taiwan en is in feite ?heimelijk verbonden met de pro-onafhankelijkheidspartij DPP.” Deze harde taal wijst er volgens China-watchers op dat in Peking de nationalistische generaals in toenemende mate de dienst uitmaken. Als het met het worteltje niet lukt, dan maar de stok. Johan Allegaert : ?Het hoofdprobleem is dat China Taiwan niet begrijpt. De Chinese leiders denken in zuiver autoritaire schema’s. Zij weten niet hoe ze de vrije Taiwanese pers moeten interpreteren. Zij denken dat de DPP doodgewoon een tactisch opzetje van de regering is, een voorhoede die het terrein voor onafhankelijkheid moet effenen.”

Die onafhankelijkheid wil Peking koste wat het kost verhinderen. Desnoods met geweld. Om aan te tonen dat het menens is, begon China vorige zomer met raketlanceringen in de nabijheid van Taiwan. De effectenbeurs in Taipei klapte in elkaar en de economie haperde, maar president Lee gaf geen krimp. Integendeel. Op 23 augustus stelde hij zich kandidaat voor een nieuwe termijn als president en in de opiniepeilingen lag hij met 44 procent meteen ver voor op zijn rivalen. Maar het herhaalde rauwe optreden van China boezemde de Taiwanezen toch schrik in. Bij de parlementsverkiezingen in december het Chinese Volksleger had de weken ervoor opnieuw oefeningen gehouden behield de Kwomintang slechts op het nippertje de meerderheid. De DPP ging amper drie zetels vooruit. Dè grote overwinnaar was de Nieuwe Partij, een afscheuring van de Kwomintang die een veel meer verzoenende houding tegenover China bepleit en de banden met het vasteland onmiddellijk wil aanhalen. De communisten in Peking juichten.

Dezer dagen rekenen zij op een herhaling van het succes van hun intimideringsaanpak. Als Lee diplomatieke erkenning blijft zoeken, speelt hij met het leven van alle Taiwanezen, liet de Chinese pers weten. De druk werd de jongste weken danig opgevoerd. Peking begon vlak onder de Taiwanese kust met riskante raketoefeningen. Wat verderop houdt het Volksleger grootschalige lucht- en vlootmanoeuvers. Daarbij wordt ook met scherp geschoten.

De Taiwanezen blijven deze keer merkwaardig kalm bij het communistische sabelgekletter. Paul Hsieh : ?Ik denk niet dat er een oorlog komt. En als er wel een komt, veel kunnen we er niet aan doen. In ieder geval hebben wij, Taiwanezen, het recht zelf een president te kiezen.” Het ziet er niet naar uit dat de raketdiplomatie van Peking een tweede keer succes zal hebben. Het brutale optreden van de communisten heeft de Taiwanezen verder vervreemd van het vasteland. De voorstanders van een autonomer Taiwan hebben hun positie in de jongste polls weten te versterken. Uit een peiling gepubliceerd in The China Times blijkt dat 18 procent van de Taiwanezen voorstander is van onafhankelijkheid, terwijl slechts 17 procent zich voor hereniging met het vasteland uitspreekt ; 51 procent wil de huidige status quo handhaven. De regering in Taipei probeert de aandacht van de internationale gemeenschap te trekken via paginagrote advertenties in de Engelstalige kranten : ?Houdt Taiwan Veilig en Vrij. Help China democratie te leren.”

ZEVENDE VLOOT.

De Amerikanen kijken vanop afstand toe. Zij hanteren ten aanzien van de kwestie-Taiwan de doctrine van de strategische ambiguïteit. Door beide partijen in het ongewisse te laten of de Zevende Vloot in geval van oorlog tussenbeide komt, wil de VS beide kemphanen in bedwang houden. Peking zal niet durven aanvallen en Taipei zal het niet riskeren om verdere stappen op weg naar de onafhankelijkheid te zetten. Peking zou Washington al duidelijk hebben laten verstaan dat het geenszins van plan is Taiwan aan te vallen.

Johan Allegaert is er nogal gerust in : ?Wie maakt er kabaal over Taiwan ? De media, niet de bevolking. Weinig mensen hier verwachten dat er oorlog komt. China en Taiwan zijn nog lang niet hertrouwd, maar ze leven al een paar jaar innig samen. De Taiwanezen gaan in grote getale hun familie op het vasteland opzoeken en ze doen uitgebreid zaken met communistisch China. Taiwanese ondernemingen hebben al voor 22 miljard dollar (650 miljard frank) in China gepompt, zij zijn er de op een na grootste investeerder. Arbeidsintensieve sectoren als de textiel en de schoennijverheid werden naar het vasteland overgebracht waar de lonen veel lager liggen. De jongste dagen kijken Taiwanese investeerders natuurlijk de kat wat uit de boom, maar bevriende zakenlui vertellen me dat ze nog nooit zo goed onthaald zijn door de lokale Chinese bevolking als in de jongste maanden. Peking heeft trouwens al laten weten dat het Taiwanese ondernemers geen strobreed in de weg zal leggen. Taiwan en China zijn in toenemende mate afhankelijk van elkaar, dat is de realiteit van vandaag. Eens de presidentsverkiezingen achter de rug zijn, zal men snel rond de tafel gaan zitten. Ik verwacht eind dit jaar nog een akkoord over rechtstreekse luchtverbindingen tussen Taiwan en het Chinese vasteland.”

Johan Allegaert gelooft nog in een hereniging. ?De strijd tussen Taipei en Peking is zuiver politiek van aard, niet cultureel. De Taiwanezen en de Chinezen op het vasteland hebben veel gemeenschappelijk. De Kwomintang van Lee formuleert het zo : wij zijn voor een eengemaakt China maar dan moet Peking eerst democratisch worden. Is dat op een termijn van tien, twintig jaar zo onwaarschijnlijk ? Het communisme in Oost-Europa is toch ook afgebladderd ? Wel dan.”

Jörgen Oosterwaal

Het economisch succes van Taipei is onmiskenbaar.

De Taiwanezen snel op weg naar democratie.

Taiwans kanonnen staan nog steeds gericht op China.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content