De big bazooka van ECB-voorzitter Mario Draghi kan bijdragen tot het herstel van de eurozone. Minstens even groot is evenwel de kans dat de crisis verder escaleert.

Bij de start van de Olympische Spelen in Londen zorgde Mario Draghi, voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), voor niet-sportieve opschudding. De ECB, aldus Draghi, ‘zou al het nodige doen om de euro te redden’ en, zo voegde de zelfver-zekerde Italiaan eraan toe, ‘geloof me, het zal genoeg zijn’. De uitspraak leidde wekenlang tot heftige speculaties over de kenmerken van de big bazooka die Draghi in stelling zou brengen om een einde te maken aan de nu al bijna drie jaar aanslepende crisis in de eurozone.

Op 6 september kwam dan de grote aankondiging van het plan-Draghi, al waren ze bijvoorbeeld bij Bloomberg News al enige dagen van tevoren bijzonder goed op de hoogte van de inhoud. De ECB, zo besliste de raad van bestuur van de instelling, zal voortaan overheidsobligaties met een maximale looptijd van drie jaar opkopen van noodlijdende eurolidstaten. Officieel heet het dat de ECB die interventies, door Draghi omschreven als outright monetary transactions (OMT’s), zal doen om ‘de transmissie van het monetaire beleid te verbeteren’ – maar vergeet die onbegrijpelijke taal: het gaat erom de rentelasten van de probleemlanden te drukken. De ECB kan dat evenwel niet met die woorden zeggen, want dan zou ze buiten haar statutaire bevoegdheden treden. Semantiek speelt een belangrijke rol in de hele eurocrisis.

De raad van bestuur van de ECB verbindt aan haar interventies wel een heel belangrijke voorwaarde. Landen voor wie de ECB inter-venieert op de obligatiemarkten, moeten met het Europees Stabiliteitsfonds (ESM) eerst een overeenkomst sluiten over de maatregelen om tot een sanering en herstructurering van de economie te komen. Slechts als de betrokken landen die overeenkomst met het ESM strikt naleven, zal de ECB blijven interveniëren. ‘Komen de landen hun verbintenissen niet na, dan stopt de ECB met haar interventies’, zo drukte Mario Draghi de persmeute na afloop van de raad van bestuur van de ECB op het hart.

Maakt deze ingreep van de ECB een einde aan de eurocrisis? Nee, helemaal niet. In het beste geval zorgt de ECB er met haar OMT’s voor dat de nationale regeringen en de Europese instanties wat meer tijd krijgen om een heuse politieke en economische unie uit te bouwen. Zonder zo’n unie is de euro ten dode opgeschreven, wat de ECB ook onderneemt. Een aantal bouwstenen voor een politieke en economische unie worden nu misschien wel aangedragen, maar van een stevig bouwwerk is nog lang geen sprake. Formeel afstand doen van de nationale soevereiniteit wat betreft grote brokken van het financiële en sociaaleconomische beleid, blijft voor vele regeringen onuitspreekbaar.

Maar los van de enorme problemen voor de verdere eenmaking van de eurozone, blijven er rond de big bazooka van Draghi en de ECB nog heel wat vraagtekens hangen. Vier daarvan springen nadrukkelijk in het oog.

Het Buba-probleem

De eerste adder onder het ECB-gras betreft het gebrek aan unanimiteit in de raad van bestuur van de ECB. Slechts 1 van de 23 stemgerechtigden in die raad stemde tegen het plan-Draghi. Die tegenstem kwam echter wel van de Bundesbank, de Duitse centrale bank, ook wel ‘de Buba’ genoemd. De stem van de Bundesbank weegt zwaarder dan welke stem ook in de raad van bestuur van de ECB. Dat heeft te maken met twee redenen. Ten eerste, de Buba geniet al decennialang een ijzersterke reputatie van monetaire degelijkheid in de markten. Ten tweede, de ECB werd uitdrukkelijk gemodelleerd naar het voorbeeld van de Bundesbank.

Buba-voorzitter Jens Weidmann ging in de weken voor de stemming van 6 september openlijk in de clinch met Mario Draghi. Weidmann en de Bundesbank vinden dat de nu ingeslagen weg grote risico’s inhoudt op het vlak van monetaire stabiliteit en toekomstige inflatie. Blijft Weidmann aan als voorzitter van de Bundesbank, dan hebben Draghi en de anderen in de ECB een serieus probleem. Continue oppositie vanwege veruit de belangrijkste nationale bank binnen het eurosysteem zal er immers onvermijdelijk toe leiden dat de strategie van Draghi van binnenuit aangevreten wordt. Wijlen Wim Duisenberg, de eerste voorzitter van de ECB, zei ooit: ‘De Bundesbank is als slagroom: hoe meer het geklopt wordt, hoe harder het wordt.’

De tweede adder slaat op de link met het ESM. Het definitieve startschot voor dit permanente stabiliteitsfonds van en voor de eurozone moet nog weerklinken. Cruciaal daarvoor is het verdict dat het Duitse Bundesverfassungsgericht of Grondwettelijk Hof velt op 12 september. Vallen de statuten van het ESM te rijmen met de Duitse grondwet? Een rist klagers bij het Hof ziet hier diverse grote problemen. Een meerderheid van de Duitsers, zo blijkt uit peilingen, is tegen het noodfonds gekant. Het lijkt evenwel ondenkbaar dat het Grondwettelijk Hof zich radicaal tegen het ESM keert. De hamvraag, zo menen diverse Duitse juristen en analisten die daarover de voorbije dagen aan het woord waren in de Duitse pers, is of het Hof strenge dan wel lichte voorwaarden zal opleggen. In het eerste geval schuift de formele start van het ESM weer op in de tijd – en meteen ook de interventies vanwege de ECB. Dat scenario zou ge-garandeerd slecht vallen in de markten.

Politieke hoek

De derde en de vierde adder onder het ECB-gras komen uit politieke hoek. De ECB verbindt haar interventies zoals gezegd aan een overeenkomst van de betrokken eurolidstaten met het Europees Stabiliteitsfonds. Dat ESM zal vanuit het politieke bedrijf gestuurd worden. Wat als politieke motieven bij de akkoorden zwaarder wegen dan de financieel-economische degelijkheid van de afspraken? Wat als er, als gevolg van politieke obstakels, een flut-akkoord gesloten wordt? Volgt de ECB dan toch met interventies? Of houdt ze zich het recht voor om dan aan de kant te gaan staan? Het valt te vrezen dat de raad van bestuur van de ECB snel duidelijk zal moeten antwoorden op die vragen.

En dan is er last but not least het levensgrote probleem van de moral hazard. Daarmee doelen we op de impact die ECB-interventies zullen hebben op het gedrag van de betrokken regeringen. Saneren en herstructureren wordt al te vaak electoraal afgestraft. Het is dan ook zeer begrijpelijk dat regeringen in probleemlanden al het mogelijke zullen doen om onder die electorale guillotine onderuit te raken. Interventies vanwege de ECB bieden hen zo’n uitweg. Waarom je al die politieke ellende op de hals halen als de ECB (en het ESM) toch voor de nodige financiering zorgt? De dreiging van Draghi dat de ECB in zulke gevallen zal stoppen met interveniëren, mist geloofwaardigheid. Het is immers zonneklaar dat die houding onmiddellijk tot een stevige crisissituatie zou leiden, en dat is precies wat de ECB altijd al heeft willen voorkomen. Hier zit de ECB met een echte Catch 22-situatie: door te doen wat men in het vooruitzicht stelt (interveniëren), dreigt men het bereiken van het uiteindelijke doel (gesaneerde en geherstructureerde economieën) moeilijker in plaats van makkelijker te maken.

De big bazooka die Draghi en de ECB nu in stelling brengen, kan bijdragen aan een oplossing van de eurocrisis. Maar net zo goed kan hij de hele situatie nog erger maken. En dan hebben we het niet eens gehad over het nog steeds acute probleem Griekenland.

DOOR JOHAN VAN OVERTVELDT

Blijft Weidmann aan als voorzitter van de Bundesbank, dan hebben Draghi en de anderen in de ECB een serieus probleem.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content