De Commissie van Romano Prodi, inclusief de aangeschoten Philippe Busquin, ging vorige week officieel van start. Prodi kreeg het vertrouwen maar betaalde daarvoor een prijs.

We willen een sterke Commissie en daarom vragen we dat Romano Prodi onze vijf eisen inwilligt.” Met die kreet kruidde de leider van de grootste fractie in het Europees parlement Gert-Hans Poettering de vorige weken zijn talloze publieke verklaringen. Die eisen kwamen er op neer dat het parlement meer en de Commissie minder macht krijgt. De vraag bijvoorbeeld, dat een vertrouwensbreuk tussen het parlement en een individuele commissaris niet zonder gevolgen blijft, komt op een ingrijpende verandering van de spelregels neer. De facto betekent dit het einde van het collegialiteitsprincipe.

Prodi deed al wel mondelinge toezeggingen, maar de formulering zal later ongetwijfeld tot verhitte discussies over de juiste interpretatie leiden. De Italiaan durfde het niet hard te spelen omdat hij de stemmen van de Europese Volkspartij (EVP) nodig had. Die was weinig enthousiast over de samenstelling van de Commissie, wegens te veel sociaal-democraten. Daarbovenop kwam het ongenoegen over de omstreden Philippe Busquin.

Dankzij de vele beloften kregen Prodi en zijn team het vertrouwen van een solide meerderheid (407 tegen 153 stemmen). Bijna alle socialisten en liberalen schaarden zich achter Prodi, terwijl de groenen zeer verdeeld stemden. De Belgische ecologisten stemden tegen. Zo ook Bart Staes van de VU. Nelly Maes, die zich bij de ondervraging van Busquin niet onbetuigd had gelaten, onthield zich. Net als Marianne Thyssen (CVP) en Johan Van Hecke (CVP). Zowat een derde van de aanwezige EVP’ers stemde trouwens tegen Prodi. Na afloop ontkende Prodi dat hij nu met handen en voeten aan het parlement was gebonden. Hij zag het positief en zei dat tussen beide instellingen een nieuw tijdperk begon. Van nu af aan zou de relatie door vertrouwen, openheid en goede samenwerking worden gekenmerkt.

De Europese Unie is allergisch voor de status-quo. Zeker wat de verdeling van de macht betreft. Dat maakt haar zo boeiend. De instellingen zijn te nieuw en de Europese constructie is te complex voor een duurzaam en stabiel evenwicht. Telkens opnieuw, zeker in crisissituaties, proberen parlement, Commissie en regeringen hun greep op de machine te vergroten. Die strijd speelt zich niet in het luchtledige af, want altijd zijn er winnaars en verliezers. Als het parlement nieuwe bevoegdheden binnenrijft, haalt ze die niet uit het niets, maar pikt ze die in van de Commissie of lidstaten. Vooral sinds 1979, toen de leden voor het eerst rechtstreeks werden verkozen, is het parlement aan de winnende hand. Bij elke verdragswijziging en bij ieder conflict boekt het terreinwinst en krijgt het meer zeggenschap. In sommige hoofdsteden rijzen al twijfels of Prodi wel de allure heeft om het opdringerige parlement van zich af te houden.

KRACHTIG EN EFFICIENT

Een serieuze aanvaring tussen Prodi en de regeringsleiders tekent zich trouwens af rond de nieuwe verdragswijziging. Omdat in Amsterdam de netelige vragen rond de stemverhoudingen, de samenstelling van de Commissie en het vetorecht onbeantwoord bleven, komt er een nieuwe Intergouvernementele Conferentie (IGC). In december, op de top van Helsinki, zal de precieze opdracht worden vastgelegd. Prodi verdedigt een andere opvatting dan de meerderheid in de raad. In Keulen beslisten de regeringsleiders dat alleen de onopgeloste dossiers van Amsterdam ter sprake mogen komen. Omdat de toenmalige Belgische premier Jean-Luc Dehaene en enkele kleinere landen het daar niet mee eens waren, kwam er nog een kleine paragraaf in de conclusies dat “eventueel” ook andere wijzigingen mogelijk zijn. Prodi, hierin gesteund door een meerderheid van het parlement, bepleit een ingrijpende verandering zodat de slagkracht van de Unie niet wordt aangetast. De besluitvorming moet krachtig en efficiënt (robusto ed efficace) zijn. Om de geesten in beweging te brengen vroeg hij Dehaene, voormalig Duits president Richard von Weiszacker en de Brit Lord Simon, een vertrouweling van premier Tony Blair, een rapport. De groep kwam al één keer samen en hoopt op 15 oktober een beknopt document af te leveren.

De terughoudendheid van nogal wat hoofdsteden tegen een grondige verdragswijziging heeft vele redenen. Er is de verhoogde druk van sommige landen om enkele Oost-Europese landen zo vlug mogelijk in de Unie te tillen, daarnaast is er de verborgen agenda van de grote landen om hun greep op de Unie te vergroten. Na de clash met de Commissie kan het parlement zich opmaken voor de onvermijdelijke confrontatie met de ministerraad.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content