De mens hunkert naar symbolen en daar staan de toneelstukken van Filip Vanluchene vol van, al zijn de personages en hun handelingen zeer herkenbaar. Vanluchene geeft een stem aan eenvoudige lieden die leven aan de rand van een veel te ingewikkelde wereld. In “De naamlozen” is het een vervallen straat, voor wie er weg is een mythe, voor wie er zoals Vanluchene naar terugkeert, een verloren gat achter een dunne laag bedompt glas dat met een beetje adem weer doorzichtig wordt en zeer breekbaar is. Wat je te zien krijgt blijft een mysterie, dat als een tweede huid rond de personages hangt.
Vanluchene zit in zaken maar kan het schrijven niet laten. In de jaren zeventig was hij acteur bij diverse gezelschappen. Hij kwam in contact met de Internationale Nieuwe Scène en Dario Fo, van wie hij teksten vertaalde. Daarop volgden vertalingen uit het werk van Michel de Ghelderode, Charles Decoster, Marguerite Duras. In 1990 schreef hij in opdracht van De Tijd een eerste eigen stuk: “Casanova”. Aangemoedigd door Bob De Moor, kwamen er geregeld stukken bij. In 1997 werd hij onderscheiden met de driejaarlijkse Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap voor “Montagnes Russes”, weer een opdracht van De Tijd.
In “De naamlozen”, door De Korre gecreëerd in een regie van Bob De Moor, handhaaft hij zijn stijl om de personages ook als vertellers op te voeren. Ze hebben het over een busreisje van enkele buurtbewoners naar het Neanderthal in Duitsland, waar ooit de resten van een oermens zijn gevonden. Wie gaat er mee, wie niet en waarom? Mensen die zich eigenlijk weinig verplaatsen, nauwelijks reizen, zich zeker geen vragen stellen over hun roots en zelfs nooit zouden verhuizen. Het toekennen door de gemeente van een nieuw huisnummer zorgt al voor paniek.
Vanluchene houdt ervan heden en verleden te mixen. Het maakt de vertelling niet toegankelijker. Zijn personages verzwijgen meer dan ze zeggen en het beeld van het gesloten groepje dat amper tot aan de afdamming van de Gileppe geraakt, is nooit scherp. Er ontstaat ook geen echt groepsbeeld. Els Olaerts, Dirk Buyse en Pepijn Lievens blijven personages met een eigen niet altijd even boeiend verhaal, ongelijk ook in de artistieke interpretatie ervan.
Tot halverwege het stuk raak je als toeschouwer nauwelijks bij de voorstelling betrokken. Daarna wordt iets voelbaar van een gemeenschappelijk leed en ga je de defecte bus, de zoektocht door het bos en de confrontatie met de dood ook werkelijk als het drama van verloren levens aanvoelen.
Reisvoorstellingen. Info: 050/33.88.50.
Roger Arteel