Johan Van Overtveldt, directeur van de werkgeversdenktank VKW Metena, geeft de regering-Verhofstadt voor economie een onvoldoende.

Hoe goed komt België op economisch vlak voor de dag, vergeleken met andere Europese landen? Niet glorieus, zo blijkt. Johan Van Overtveldt vergeleek gegevens van de Europese Commissie uit de periode 2000-2004 voor ons land, met het gemiddelde van de Europese Unie met 12 (dus zonder Denemarken, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, landen die geen lid zijn van de eurozone en die het, toevallig of niet, economisch een stuk beter doen). Volgens de meeste economische indicatoren presteert België zwakker dan de EU met 12, of het nu de economische groei, de werkgelegenheid, de overheidsfinanciën, de belastingdruk of de internationale concurrentiepositie van de bedrijven betreft.

Een aantal cijfers maakt dat duidelijk. Tussen 2000 en 2004 bedroeg de economische groei in België gemiddeld 2 procent, tegenover 1,8 procent voor de EU met 12. België deed het dus iets beter, met die beperking dat de Belgische groei in 2003-2004 vooral gedragen werd door hoge consumptie-uitgaven van de overheid. ‘Maar dat is niet vol te houden’, zegt Van Overtveldt. Vooral omdat 2005 een mager beestje wordt, waarin de Belgische groei – ‘dat staat nu al vast’ – een heel stuk lager zal liggen dan het Europese gemiddelde.

De werkgelegenheidsgraad dan. Die is bij ons tussen 2000 en 2004 op 58,5 procent blijven steken. In de EU met 12 steeg de werkgelegenheidsgraad echter van 62,7 naar 63,8 procent. En de groei van de totale werkgelegenheid over die periode bedroeg voor ons land gemiddeld 0,8 procent, tegenover 1 procent voor de EU met 12. Twee onomstotelijke bewijzen, aldus Van Overtveldt, dat premier Verhofstadts werkgelegenheidsbeleid ’totaal geflopt’ is.

Ook de toestand van overheidsfinanciën is zorgelijk. De regering-Verhofstadt is er sinds 2000 nooit in geslaagd een begroting met een structureel evenwicht voor te leggen, ‘laat staan een surplus’. En ondanks de historisch lage rentevoeten – ‘een godsgeschenk’ voor een land met onze staatsschuld – en eenmalige budgettaire kunstgrepen als de overname van het Belgacom-pensioenfonds, is het structurele primaire saldo van België, toch een belangrijke indicator van financiële gezondheid, gedaald van 6,6 procent in 2000 naar 4,3 procent in 2004.

Misschien omdat de belastingverlaging nu eenmaal een grote hap uit het budget heeft genomen? Daaraan zal het niet liggen, antwoordt Van Overtveldt. ‘De belastingdruk is in vier jaar tijd zelfs licht toegenomen: van 49,4 procent naar 49,6 procent van het bbp. In de EU met 12 zie je precies het omgekeerde: daar daalde de belastingdruk van 47,2 naar 45,7 procent.’

Het ‘globaal plan’ tegen de economische crisis waaraan Verhofstadt momenteel werkt, kan Van Overtveldt nauwelijks boeien. ‘Dat doet hij op gezette tijden, dan zet hij alle potten nog eens op het vuur. Maar hij werkt nooit iets af.’

En voor 2005, een uiterst moeilijk begrotingsjaar, is er sprake van een tekort van 1,5 miljard euro. Maar moedige maatregelen zijn met de PS onmogelijk, denkt Van Overtveldt. ‘Idealiter behoudt de regering de geplande belastingverlaging, met daarnaast een pakket ingrijpende bezuinigingen. Ik vrees echter dat ze opnieuw een beroep zal doen op eenmalige inkomsten, om zowel de belastingverlaging als het uitgavenniveau intact te laten, en daarnaast een klein begrotingsdeficit zal accepteren. Maar evengoed krijgt de regering in oktober zelfs dát niet meer voor elkaar.’

H.R.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content