Interview met VN-sekretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali, over de Verenigde Naties na de Koude Oorlog, tussen de dilemma’s.

VORIGE week woensdag vierden de Verenigde Naties in Genève met een plechtige zitting hun vijftigste verjaardag die vieringen worden zo’n beetje verspreid over de aardbol. Boutros Boutros-Ghali, de 73-jarige sekretaris-generaal van de VN-organizatie laat zo’n gelegenheden niet voorbijgaan om bezielde oproepen te doen aan het adres van de wereld en van zijn 185 lidstaten, voor meer aandacht, voor Afrika in het biezonder en de armen in het algemeen. De voormalige minister van Buitenlandse Zaken van Egypte een der architekten van het vredesproces voor het Midden-Oosten , begon op één januari 1992 aan een vijfjarige termijn als chef van de Verenigde Naties, een post die hem al méér kritiek dan lof opgeleverd heeft. De mislukkingen in Somalië, Ruanda, Bosnië zijn daar niet vreemd aan.

Maar de professor in internationaal recht die hij gebleven is, blijft tijdens het interview in zijn kantoor in Genève de organizatie verdedigen : de VN is van haar lidstaten, zegt hij, en die hebben, na het einde van de Koude Oorlog, nog lang niet uitgemaakt wat ze nu eigenlijk willen. We begonnen maar over het Midden-Oosten, daar was hij toch zo lang mee bezig geweest. Nog altijd ?

– BOUTROS BOUTROS-GHALI : Ik heb een speciale vertegenwoordiger benoemd die het vertrouwen van Israëli’s én Palestijnen geniet. Ambassadeur Larsen, die deelnam aan de geheime onderhandelingen in Oslo, zit in Gaza en verzorgt de koördinatie van bilaterale hulp en de hulp van het VN-systeem. Een der beste middelen om bij te dragen aan een vreedzame regeling van het konflikt van het Midden-Oosten, is toch Yasser Arafat te helpen slagen in het eerste grondgebied waar men hem de verantwoordelijkheid over gegeven heeft. Als hij daar zou mislukken, hoe wilt u dan dat we het proces zouden kunnen voortzetten ?

– Men begon zich zorgen te maken over de vertraging.

– BOUTROS-GHALI : Weet u, internationale onderhandelingen, dat is een heel traag proces. Onze nieuwe kultuur heeft er ons ongelukkig genoeg aan gewend onmiddellijk resultaten te willen zien. Men wil oploskoffie : heet water erop, en klaar. Terwijl, bijvoorbeeld, de traditie van teedrinken in Japan : dat duurt een uur. En het ongeduldige publiek zegt al gauw, het is mislukt ! Maar om zoiets te doen lukken, dat vraagt jàren werk ! U vindt het normaal dat u vijftien of twintig jaar nodig had om uw studie te voltooien. Maar dan wilt u een konflikt tussen twee staten, dat veertig jaar heeft geduurd, regelen in enkele maanden ?

– Vijftig jaar na hun oprichting zitten de VN in een krisis. Men geeft hen steeds meer onmogelijke opdrachten, maar niet de middelen daartoe. En eens ze mislukt zijn, krijgt men de indruk dat het erom te doen was een schuldige te vinden.

– BOUTROS-GHALI : Ik ben het wel eens met die analyse, maar de feiten zijn misvormd in de publieke opinie. De VN hebben in de drie afgelopen jaren verscheidene uiterst belangrijke operaties tot een goed einde gebracht. Men heeft vergeten dat wij een einde gemaakt hebben aan de oorlog in Cambodja ; dat we daar 250.000 vluchtelingen gerepatrieerd hebben ; dat we er een nieuwe regering hebben helpen vormen en voor de eerste keer vrije verkiezingen georganizeerd. Dat we de oorlog in El Salvador gestopt hebben ; een oorlog met vele doden, terwijl we daar nu een civiele regering hebben, en het FMLN, dat een organizatie van revolutionairen was, een politieke partij geworden is die in het parlement vertegenwoordigd is. We hebben een nieuw politiekorps gevormd in El Salvador. Meegedaan aan de zuivering van het leger. We hebben een geslaagde operatie in Angola achter de rug, en een rol gespeeld in het einde van de apartheid in Zuid-Afrika.

We zijn, vandaag de dag, geslaagd in Macedonië waar er nu voor het eerst een Snelle Interventiemacht gelegerd is. We werken in Georgië met waarnemers, we zitten in Afghanistan, in Tadzjikistan. We hebben waarnemers in Kasjmir, op de grens tussen Pakistan en India… We hebben een uiterst moeilijke, geslaagde operatie achter de rug in Haïti. Momenteel zijn we bezig met een poging tot nationale verzoening in Guatemala, met waarnemers. Maar dat alles wordt nooit vernoemd. Zeker, wij zijn mislukt in Sarajevo. Maar we hebben wel hulp geboden aan twee miljoen vluchtelingen en displaced persons tijdens de langste luchtbrug uit de geschiedenis, langer dan die van Berlijn in het begin van de Koude Oorlog.

Dat alles is peacekeeping, maar op het vlak van ontwikkeling hebben wij de konferentie van Rio gehad, de eerste die zich over het probleem van het milieu gebogen heeft ; een konferentie in Caïro over het bevolkingsvraagstuk, waaruituiterst belangrijke richtlijnen voortgekomen zijn ; een konferentie over mensenrechten in Wenen, en enkele maanden geleden een topkonferentie van twee dagen met 114 staatshoofden en regeringsleiders in Kopenhagen, over sociale ontwikkeling. In september houden wij een wereldkonferentie voor de rechten van de vrouw. En u zegt dat de VN in krisis verkeren ?

Nee ! Ik weet wel dat men er dat beeld van heeft, maar de realiteit is daar : we hebben hier net een konferentie over ontmijning gehouden, waarbij ik België wil feliciteren omdat het als eerste een wet heeft aangenomen die de produktie van mijnen verbiedt als ik iets zou betreuren, dan wel dat u er niet méér ruchtbaarheid aan geeft, om zo ook andere staten aan te zetten om hetzelfde te doen. We houden ook een konferentie over ontwapening. Ik zou nog een uur kunnen doorgaan met reklame over wat we doen en wat we gedaan hebben. Voor de eerste keer in de geschiedenis hebben wij een departement voor demokratizering geopend, dat elektorale assistentie moet bieden, en niet alleen elektoraal we sturen waarnemers bij verkiezingsprocessen , maar ook assistentie aan politieke partijen. U denkt misschien dat dat gemakkelijk was, een bevrijdingsbeweging te integreren, zodat ze een politieke partij geworden is ? Ik spreek van Renamo, die gewapend in het noorden van Mozambique zat. Wij hebben ze ontwapend, en nu zitten ze met veertig procent van de zetels in het parlement.

Dus ik ga niet akkoord met de zienswijze dat wij in krisis zijn vanwege Mogadiscu en Sarajevo, en vanwege de genocide in Ruanda : jawel, dat is misgelopen, maar wij zijn er nog. En om terug te komen op wat we zeiden in het begin : dat soort dingen regel je niet in een paar dagen. Dat zijn konflikten met een traditie van veertig, vijftig jaar of van twee eeuwen, en die wilt u oplossen in vijf minuten ?

– Toch heeft u, daarover onder meer, een aanslepend konflikt met het Amerikaanse kongres.

– BOUTROS-GHALI : Kijk, akkoord, maar dat is één staat akkoord dat het de belangrijkste is op 184 andere staten. Dat vergeet men. Terwijl China daar is met een miljard honderd miljoen inwoners. Wij hebben allemaal een Europese of eurocentrische opvoeding gehad, en we zien alles door het Europees perspektief. Maar China, India, Indonesië… Vorig jaar was ik in Shanghai, vanuit mijn hotelkamer kon ik veertig wolkenkrabbers in opbouw zien. Veertig. In New York zie ik er van mijn 38ste verdieping misschien één ? Zelfs niet. En China is voor honderd procent bij de VN. Daar wordt in het najaar de konferentie over de vrouw gehouden. En dan, de VS. Het Amerikaanse volk staat voor zeventig procent achter de VN, die daar populairder zijn dan het Amerikaanse kongres zelf, volgens de jongste opiniepeilingen.

Natuurlijk is er een probleem. Ook de oorlog in Bosnië stelt ons voor problemen. De oorlog tussen Tutsi en Hutu schept problemen. En de oorlog tussen Abchaziërs en Georgiërs. Wij zijn er om die problemen op te lossen. Maar het is als zeggen, kijk, er zijn veel te veel zieken in het ziekenhuis. Teveel ernstige gevallen. Moet men daarom het ziekenhuis sluiten ? Het ziekenhuis is er voor die ernstige gevallen.

– Toch zit u met een financieringsprobleem.

– BOUTROS-GHALI : Er is een krisis in de financiering. Natuurlijk hebben de VS de grootste achterstand, maar ze betalen ! Ze betalen met een jaar vertraging. Maar àlle staten zijn verantwoordelijk. Op de 185 staten zijn er maar dertig die hun bijdrage betalen in januari begin januari is de vervaldag. Natuurlijk, als het dan om een klein land gaat, een eiland van de Stille Oceaan of in de Caraïben dat achter loopt, met 0,01 procent van het budget… Maar als de VS te laat is, gaat dat over 25 of 30 procent van het budget. Als Rusland te laat is, gaat dat over 15 procent. Dàt veroorzaakt onevenwicht. Bovendien hebben we twee budgetten : het normale, en het budget voor peacekeeping. Dat laatste groeit en vermindert met het aantal troepen dat wij in de wereld opgesteld hebben. Drie jaar geleden bedroeg dat 600 miljoen dollar, maar vandaag de dag drie miljard zeshonderd miljoen : dààr zit die financiële krisis.

– Geeft de hoge bijdrage van de VS, en ook van Rusland, die landen geen excessieve kontrole op de VN ?

– BOUTROS-GHALI : Wij zijn er zeker voorstander van die te verlagen maar dan moeten de andere staten dat nog aanvaarden. Het is in het belang van de internationale gemeenschap dat de anderen ook betalen. Bovendien is het een politieke kwestie : het gaat om 0,1 procent van het budget van de meeste staten, dat is een druppel… Dus àls ze de VN willen helpen, kunnen ze gemakkelijk betalen, én hun bijdrage verhogen ook.

– In het begin van uw mandaat had u hervormingsplannen.

– BOUTROS-GHALI : En die zijn uitgevoerd. Dertig procent minder hoge ambten, tien procent minder werknemers, ons budget omlaag ondanks nieuwe verplichtingen… Het is een permanente hervorming : elk jaar staan we voor nieuwe problemen of geeft men ons nieuwe taken.

– Hoe moet het verder in Bosnië ?

– BOUTROS-GHALI : Morgen praat ik daarover met de verschillende generaals om in details na te gaan wat we kunnen doen. Ik denk dat we moeten blijven onderhandelen. Maar we moeten ook de nodige voorzorgen nemen om een terugtrekking van de troepen voor te bereiden als dat nodig zou zijn. Daarover hebben wij een akkoord met de Navo, waar men een gedetailleerd plan heeft opgesteld. Ik ben tégen die terugtrekking, ik hoop dat we die troepen daar kunnen houden, maar ik heb een morele verantwoordelijkheid om het nodige te doen voor de bescherming van de VN-troepen. Ten eerste omdat men mij vertrouwd heeft : als een land als België of Frankrijk zelfs maar één of twee waarnemers tot mijn beschikking stelt, heb ik de morele verantwoordelijkheid om maximale voorzorgen te nemen. Ten tweede hoeft u maar te kijken naar Somalië om te weten hoe het voortgaat als hen iets ergs overkomt : dan gaan ze weg, en ik heb de grootste moeite om nieuwe vredeskrachten bijeen te krijgen.

Maar, ziet u, er is die vervorming van de zaken in de media. Men heeft slechts aandacht voor dàt aspekt, terwijl dat maar voor twintig tot dertig procent van de VN-aktiviteiten staat. De échte aktiviteiten van de Verenigde Naties, dat is de ekonomische samenwerking, demokratizering, de kodifikatie van het internationaal recht, het internationaal gerechtshof dat konflikten regelt met het internationaal recht, milieuproblemen, mensenrechtenproblemen… Maar toch staart men zich blind, op één of twee dan nog van de twintig vredesoperaties die we voeren, en die in totaal maar twintig procent van onze aktiviteiten voorstellen. Dus de vervorming in de media maakt dat u maar vijf procent ziet van wat wij doen, en u zegt ho ! Dààr gaat het niet ! Akkoord dat het het beeld is dat telt. Dat het beeld dat men heeft, belangrijker is dan de realiteit. Maar men moet toch trachten dat een beetje te korrigeren !

Om terug te komen op dat ziekenhuis : de chirurg in dat ziekenhuis doet tien operaties met sukses, maar er zijn gevallen waar de zieke sterft, zelfs al lukt de operatie. Of de operatie kan mislukken. Wil dat zeggen dat dat een slechte chirurg is ? Nee, dan zegt men, dat was het lot, hij heeft gedaan wat hij kon… Met ons is dat hetzelfde : wij kunnen sukses hebben in een aantal operaties, of ook niet. En dan komen we bij de vraag : waarom hier wèl sukses, en dààr niet ? Heel simpel. Ik, ik kan u helpen om de vrede te bewaren. Maar ik kan u geen vrede opdringen. In Mozambique bestond de politieke wil om vrede te sluiten. Dan kon ik helpen met peace-keeping : de vrede bestond, de wil was daar. Ik ben mislukt in Bosnië, omdat die wil daar niet bestaat : die willen vechten, allebei. Als in het ziekenhuis : de dokter die u zegt, u moet een dieet volgen, medicijnen slikken en de zieke wil niet. Die zet men dan toch aan de deur in het ziekenhuis ? Zo is het in Bosnië : de zieke wil mijn pillen niet slikken. Hij heeft een wapenstilstand van vier maanden aanvaard op één januari 1995, dat heeft hij niet gerespekteerd, en eens die periode verstreken, wil hij geen nieuw staakt-het-vuren. Hij wil vechten. Wat kan ik daaraan doen ?

Ik ben geslaagd in Salvador, in Cambodja, in Mozambique, ik ben op goede weg in Angola, ik ben geslaagd in Haïti, omdat daar een politieke wil bestond. Daar kan ik helpen. Maar als de zieke niet wil, moet hij niet zeggen dat de dokter niet deugt.

– U kunt geen vrede opleggen aan wie ze niet wil ?

– BOUTROS-GHALI : Dat kàn ik, als de lidstaten dat zo beslissen. Maar niemand wil oorlog voeren om vrede op te leggen.

– En wat met zogenoemde preventieve aktie ?

– BOUTROS-GHALI : Ik heb een geslaagde preventieve aktie gedaan in Mozambique. Die in Burundi is niet gelukt. Als staten al aarzelen om een aktie te ondernemen op aanvraag van andere staten, hoe wilt u dan dat ze in staat zouden zijn om een preventieve aktie te ondernemen ? In de huidige faze zijn de staten niet klaar voor preventieve aktie. Dit gezegd zijnde, ik doe alle dagen aan preventieve aktie, maar dan heel diskreet : preventieve diplomatie. Ik stuur boodschappers uit, ik onderhandel in het geheim, enzovoort. Maar omdat die aktie preventief is, geeft men er zich geen rekenschap van. En ze moet heel diskreet blijven : als ze lukt, hoort men er niets meer van. Als ze mislukt, zal men u de schuld geven.

– Toen u, in het begin, uw Agenda voor Vrede schreef, wou u een permanente gewapende macht ter beschikking hebben…

– BOUTROS-GHALI : Die heb ik gekregen, van verschillende staten. Het is geen permanente gewapende macht. Elke staat vormt, binnen zijn eigen leger, een kontingent voor vredesoperaties, om gemakkelijker te kunnen samenwerken met soldaten van andere nationaliteiten. Eens er dan een ongeluk gebeurt, kan die staat mij dat kontingent binnen de twee dagen ter beschikking stellen. Hetzelfde procédé als wat nu gebeurt, maar met voorafgaandelijke akkoorden. Zo zou ik kunnen beschikken over drie, vierduizend soldaten voor bijvoorbeeld een aktie in Burundi, in enkele dagen, terwijl ik volgens het oude systeem twee maanden nodig heb, omdat ik van nul moet beginnen. Dààr is alles al voorbereid, en eens de aktie afgelopen, gaan ze terug naar huis. Maar zelfs als ik zo’n akkoorden teken, moet de staat in kwestie de aktie nog goedkeuren. Die heeft zich ertoe verbonden een snelle interventiemacht ter beschikking te stellen in 24 uur tijd, maar dat doet hij slechts als hij akkoord gaat. Terwijl mijn idee was, veertig akkoorden te sluiten, dan mochten er 38 nee zeggen, met de twee overigen zou ik wel aan mijn vierduizend man komen. Maar voor de affaire van de kampen van Bukavu en Goma heb ik aan 46 staten de vraag gesteld, en ze hebben allemaal geweigerd.

– De Snelle Interventiemacht die nu gevormd wordt, is dat geen pas in die richting ?

– BOUTROS-GHALI : Nee, die wordt geïntegreerd in de strijdkrachten van de VN. Heeft hetzelfde mandaat, staat onder hetzelfde kommando.

– Dus ze gaat dezelfde problemen ondervinden.

– BOUTROS-GHALI : Ze gaat dezelfde problemen hebben, tenzij er een politieke wil is. Het is daarom dat men in Bosnië méér belang moet hechten aan de onderhandelingen dan aan de militaire aanwezigheid.

– Wat kunt u doen voor Ruanda en Burundi ?

– BOUTROS-GHALI : Ik ga er naartoe. Het is moeilijk. Wat men moet doen, is de aandacht van de internationale gemeenschap op die twee landen gevestigd houden. Ik heb veel kritiek gekregen over een opmerking die ik maakte, in Parijs, over konflikten van arme landen en konflikten van rijke landen. Men heeft dat verkeerd begrepen. Ik denk dat je arm bent als niemand belangstelling voor je heeft. Op het moment dat je mensen hebt die je helpen, ben je niet arm meer. Armoede is geen vrienden hebben, omringd zijn met onverschilligheid : alleen, ziek, en niemand kan het wat schelen. Als je een familie hebt, vader, moeder, zusters die je verzorgen, ben je al minder arm. Arme konflikten zijn konflikten waarover niemand het heeft. Iedereen heeft het over Sarajevo, niemand over Kabul. Twee jaar lang heeft men het niet over Angola gehad, en er zijn in Angola meer doden gevallen dan in Joegoslavië. Niemand spreekt over wat er in Georgië gebeurd is, in Tadzjikistan : dat zijn konflikten van arme staten, niemand stelt er belang in. Zo is Somalië opnieuw arm geworden, terwijl daar dezelfde waanzin heerst als toen het land in de krantenkoppen stond. De vijfde februari 1994, toen die bom is gevallen op de markt in Sarajevo, zijn er zeventig doden gevallen. Dezelfde dag, hetzelfde uur, vielen er zeventig doden in Kabul. Die hebben één regel gekregen in de krant.

– De VN hebben normaal te maken met staten, met regeringen. U zou daarbuiten willen gaan, en…

– BOUTROS-GHALI : En mij wenden tot de nieuwe akteurs in de internationale politiek. Vandaag heb ik een vakbondsleider op bezoek gehad. En een groep Demokratie zonder grenzen, die een NGO wil worden (een niet-goevernementele organizatie). Ik vind dat heel belangrijk. Komende 20 augustus heb ik de interparlementaire konferentie in de zetel van de Algemene Vergadering van de VN. Deze middag zie ik de burgemeester van Tokyo. Dus : steden, NGO’s, de civiele maatschappij om die term eens te gebruiken, parlementairen, de zakenwereld, de multinationale ondernemingen er zijn tweeduizend multinationale ondernemingen die twee keer zo rijk zijn als de meerderheid van de staten, ik heb er belang bij met hen te praten , de vakbonden, arbeidersverenigingen.

Dat zijn de nieuwe akteurs, en ik moet proberen mij ook tot hen te richten. Omdat de publieke opinie tussen de twee wereldoorlogen een minder belangrijke rol speelde : de huidige kommunikatie bestond toen niet. Niet de televisie. Nu heb ik de publieke opinie nodig, ik heb een katalysator nodig tussen de Verenigde Naties en het volk van die VN. En dat zijn die nieuwe akteurs : de NGO’s, vakbonden, universiteiten, politieke partijen, parlementairen, steden. Als ik hun steun kan krijgen, zullen hun regeringen rekening houden met wat zij zeggen, en zal ik ook hùn steun krijgen. Weet u, ik was, zacht gezegd, sterk onder de indruk van het feit dat een zo machtige multinationale onderneming als Shell verplicht werd haar positie over dat platform in de Noordzee te wijzigen. Door NGO’s. Wel, dat zijn de nieuwe akteurs, die gaan een rol spelen, morgen. Ik moet met hen kommunikeren, naar hen luisteren, hen mijn problemen uitleggen, ik moet hun steun zien te krijgen.

– Dat gaat naar een diepgaande hervorming van de VN.

– BOUTROS-GHALI : Neen. Want ik doe het op eigen houtje. Ik heb niet het recht om ze te integreren in het VN-systeem. Wij gaan niet stemmen, samen : het zijn de staten die stemmen. Maar ze versterken mijn positie als sekretaris-generaal, en de positie van de kommissies die aan het werk zijn, en als ik hun steun krijg, kan dat helpen. Daarbij bereid ik een Agenda voor Demokratie voor. Dat wordt de derde agenda, na die voor de Vrede en die voor de Ontwikkeling. Over de nieuwe aktiviteiten van de VN.

– Gelooft u dat demokratie een prioriteit is voor iedereen ?

– BOUTROS-GHALI : Nee. Ik spreek dan ook meer over demokratizering dan over demokratie. Elke staat kiest de demokratie die hem het beste uitkomt. Wat voor mij telt, is de participatie. Ik wil dat het volk participeert. Dus als ik een demokratizering van de internationale betrekkingen wil, is dat iets dat niet beperkt blijft tot vier of vijf staten die de leiding hebben in de internationale relaties, maar dat zich uitstrekt tot de internationale gemeenschap. En haar nieuwe akteurs.

– Een oudgediende van de VN, Brian Urquhart, zei dat de VN als systeem wel zullen blijven bestaan in de toekomst, maar dat hij vreesde dat ze aan belang zouden kunnen inboeten. Wat denkt u daarvan ?

– BOUTROS-GHALI : Paul Valéry schreef : “Beschavingen zijn sterfelijk”. Ik kan u zeggen dat instellingen ook sterfelijk zijn. Het is aan ons hun in leven te houden en er een realiteit van te maken. Ik zou zeggen dat de staten, sinds het einde van de Koude Oorlog, nog niet beslist hebben wat ze ermee willen. Ze hebben de wereld van na de Koude Oorlog nog niet in hun vingers, zoals ze die van de Koude Oorlog beheersten. Ze zoeken nog. En daarom weten ze ook niet welke rol de Verenigde Naties moeten spelen in de wereld na de Koude Oorlog. Willen ze dat het tijdvak beheerd wordt door de VN ? Of door een ander systeem dat ik niet ken, dat zij misschien zelf niet kennen ? Ik weet het niet. En het is daarom dat de VN momenteel in krisis zijn. Omdat de lidstaten niet weten wat ze er mee willen doen.

Sus van Elzen

VOLGENDE WEEK : Het eerste deel van een reportage over de VN.

Op de luchthaven van Split houden de VN een korte ceremonie, voor lichaam van de Nederlandse blauwhelm Raviv van Rensen naar Nederland vertrekt.

Boutros Boutros-Ghali : “Vrede opleggen kan niet. “

Een Belgische para-commando op patrouille in Ruanda. “Over onze suksessen spreekt niemand, ” vindt Boutros-Ghali.

Een observatiepost van blauwhelmen in Bosnië : “Een konflikt dat zolang bestaat, los je niet in vijf minuten op. “

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content