Vorig jaar kondigden katolieke en protestantse terreurgroepen een bestand af in de provincie Noord-Ierland. Een stand van zaken in het vredesproces met de separatistische voorman Gerry Adams.

LEIDER Gerry Adams (48) van Sinn Fein de legale, politieke arm van het verboden Ierse Republikeinse Leger (IRA) , spreekt met een even sterk aksent als de Ierse akteur die vanwege de Britse censuur zijn stemgeluid jarenlang moest nasynchronizeren. Bij het verschijnen van zijn de verhalenbundel “De straat” bij De Geus, klaagt hij over de nu al maandenlange impasse in het vredesproces in de provincie Noord-Ierland. Volgens hem zijn de Britten daarvoor verantwoordelijk.

GERRY ADAMS : Ze rekken de onderhandelingen opzettelijk met hun eis dat het IRA en de protestantse paramilitaire organizaties hun wapens moeten inleveren, voor er met echte vredesonderhandelingen kan begonnen worden. Met evenveel recht zouden wij kunnen eisen dat de Britse troepen eerst uit Noord-Ierland worden teruggetrokken. Stel dat de Israëliërs indertijd hetzelfde zouden hebben geëist van de Palestijnse PLO of de blanke Zuidafrikanen van het zwarte ANC. Het zou in hun regio nog geen pacifikatie hebben gebracht. Wij streven net zo hard naar ontwapening als de Britten. Maar het inleveren van wapens moet het gevolg zijn van een groeiend wederzijds vertrouwen. En het moet hand in hand gaan met een demokratizering van Ulster. Ontwapening moet het gevolg zijn van dialoog, niet een voorwaarde vooraf.

U verwijt de Britten dat ze van de andere partijen de ene na de andere toegeving eisen, terwijl ze er zelf de afgelopen vijftien maanden nauwelijks hebben gedaan.

ADAMS : De wachttorens en legerpatrouilles zijn niet verdwenen. De noodmaatregelen, die het Britse leger en de Ulsterse politie bijna onbeperkte bevoegdheden geven, zijn nog altijd van kracht. Het is nog steeds mogelijk iemand zonder vorm van proces uit zijn huis te zetten of zeven dagen in hechtenis te houden. Er zitten ook nog velen om politieke redenen gevangen en de onwil om ze vrij te laten is groot.

Hoe staat het met de Noordierse kulturele eisen ?

ADAMS : De Ierse taal wordt nog steeds onderdrukt. Als een politie-agent naar mijn papieren vraagt en ik geef niet mijn Engelse maar mijn Ierse naam op, loop ik het risico te worden gearresteerd. Omdat het hebben van een Ierse naam verboden is. In Engeland zelf wordt het onderwijs in het Welsh of Gaelic gesubsidieerd. In Noord-Ierland hebben we verscheidene lagere scholen en één middelbare school waar in het Iers wordt lesgegeven. Die kunnen slechts dank zij massale vrijwillige giften overleven. Het is een wonder dat er, ondanks deze onderdrukking nog zo massaal Iers wordt gesproken, dat er momenteel zelfs weer kinderen zijn voor wie Iers de eerste taal is en niet een aangeleerde tweede, zoals in mijn geval. In één van mijn verhalen laat ik de ik-figuur dan ook zeggen : “Zelfs de namen van onze steden Belfast, Derry zijn, ondanks eeuwenlange Britse onderdrukking, nog Iers. “

Wat voor redenen hebben de Britten om het vredesproces zo te vertragen ?

ADAMS : De verzoening tussen blank en zwart in Zuid-Afrika toonde aan dat het onderdrukkingsapparaat niet kon overleven. In Zuid-Afrika is de apartheid verdwenen, niet een beetje of gedeeltelijk, maar totaal. Dat maakte de Britten bang. Ze beseffen dat een vredesregeling in Noord-Ierland onvermijdelijk leidt tot de emancipatie van de katolieken en de opheffing van de protestantse suprematie in staat en ekonomie. Uiteindelijk komen daardoor ook de Britse territoriale aanspraken op Ulster op de helling.

De verzoening in Zuid-Afrika stemde Sinn Fein hoopvol. Dat moest ook mogelijk zijn in Noord-Ierland.

ADAMS : Ik bezocht het land vorig jaar. Het viel me op hoe opgelucht zwarten en blanken waren dat de tijd van de apartheid voorbij was. Tientallen jaren van geweld en onderdrukking lieten duidelijk ook bij de blanken sporen na. Ik vond het een teken aan de wand dat ik tijdens een rugbywedstrijd de Springbokken stond aan te moedigen, de ploeg die ik in de jaren zestig, toen ze een uitwedstrijd speelden in Dublin, even entoesiast probeerde te boycotten.

Een eventuele vredesregeling in Noord-Ierland kan eenzelfde effekt hebben op mensen die tot voor kort felle aanhangers van de protestantse paramilitaire organizaties of van het IRA waren. Dat is trouwens het onderliggende tema van de verhalen uit “De straat”. Ik heb proberen te beschrijven hoe de Noordieren, katolieken en protestanten, in de privésfeer omgaan met de gevolgen van de burgeroorlog. Het boek is dan ook bedoeld als een klein monument voor de overlevingskunst van de Ieren, of voor de inwoners van welke door jarenlange burgeroorlog geteisterde stad ook. Je kunt Belfast met gemak vervangen door Beiroet, Soweto of Sarajevo.

Mogelijk neemt Labour-leider Tony Blair het bewind in Londen over. Verwacht u van hem meer daadkracht dan van de huidige konservatieve premier John Major ?

ADAMS : Ik vind schandalig dat wij zouden moeten wachten op de definitieve uitkomst van interne partijtwisten bij de konservatieven of op de uitslag van eventuele vervroegde algemene verkiezingen. De vrede in Noord-Ierland mag niet afhankelijk zijn van politiek gekrakeel in het parlement van Westminster.

Noord-Ierland beleeft sinds de afkondiging van het bestand van vorig jaar in ekonomisch opzicht een gouden tijd. Maar de katolieke minderheid heeft nog altijd een serieuze achterstand op sociaal-ekonomisch gebied. Het gemiddeld inkomen is lager dan dat van de protestanten, de werkloosheid is twee keer zo hoog, de woonomstandigheden zijn soms ronduit slecht.

In de jaren zestig, na de mislukte militaire campagne van 1956-1962 en voor het uitbreken van de bloedige onlusten van 1969, die een lange burgeroorlog inluidden, zwoer het IRA het geweld tijdelijk af en was haar politieke koers gericht op sociale aktie. De merendeels socialistisch geïnspireerde nieuwe IRA-leden waren aktief in de burgerrechtenbeweging en in tal van komitees die ijverden voor betere behuizing en beter onderwijs.

Kan de huidige leiding van Sinn Fein inspiratie putten uit die tijd, bij het uitzetten van de politieke koers die ze na het uitwerken van een vredesregeling zal varen ?

ADAMS : Wat mijzelf betreft in ieder geval wel. Mijn politieke belangstelling is gewekt in 1964. Ik was toen getuige van een brutale overval van de politie op een kantoor van Sinn Fein. Kort daarop is de partij verboden. Enkele jaren later richtte ik op het college, met enkele anderen, een Republikeinse klub op. Ze werd verboden en ik hielp op de universiteit een andere Republikeinse klub stichten. Natuurlijk werd ook die verboden. Inmiddels waren we echter zover dat we People’s Democracy konden oprichten, dat is uitgegroeid tot een van de grote burgerrechtenbewegingen van eind de jaren zestig. De nationale kwestie droeg natuurlijk onze belangstelling weg, maar we richtten onze aandacht in de eerste plaats op sociale tema’s. Ikzelf was, bijvoorbeeld, erg aktief in een beweging voor betere huisvesting voor katolieken. Ik ben er zeker van dat Sinn Fein na het bereiken van de vredesregeling zich opnieuw met verdubbelde energie op dit soort sociale kwesties zal storten.

Zullen het IRA en zijn politieke arm, Sinn Fein, zich na het definitieve einde van de burgeroorlog nog langer in hun huidige vorm kunnen handhaven ?

ADAMS : Waarschijnlijk zal de partij opgaan in een bredere, linkse beweging, die de progressieve partijen die nu bestaan zal vervangen. Er zal in Ulster in de politiek een normale links-rechtsverhouding ontstaan. Mensen zullen niet langer automatisch stemmen op grond van het feit dat ze katoliek of protestant zijn, maar meer op grond van hun klasse. Ik hoop dat wij dan bij machte zullen zijn ook leden van de protestantse arbeidersklasse aan te trekken. Tenslotte is Sinn Fein nooit een exclusief katolieke partij geweest. Ze is zelfs gesticht door Ierse presbyterianen, dus protestanten. In een van mijn verhalen laat ik de katolieke ik-figuur tegen zijn protestantse kollega zeggen dat er meer is dat hen bindt dan scheidt. “Want uiteindelijk zijn wij allen Ieren. “

Jeroen Kuypers

Piet de Moor

Gerry Adams : “De straat en andere verhalen”, uit het Engels vertaald door Maria Bolten, De Geus, 1995, 194 blz. 690 fr.

De Amerikaanse president Bill Clinton stapte bij zijn bezoek aan Belfast terzijde om Gerry Adams te groeten. Een gebaar van hoog symbolisch gehalte.

“Er is meer dat katolieken en protestanten in Noord-Ierland bindt dan scheidt. “

Adams : “Er zal in Ulster een normale links-rechtsverhouding ontstaan. “

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content