De Nederlands-Amerikaanse sociologe en econome Saskia Sassen geeft begin maart op het Mind The Book-festival in Antwerpen een lezing over haar nieuwe boek Expulsions. Daarin richt ze het vizier op het wereldwijde financiële systeem dat miljoenen mensen – als arbeidskracht, als consument, als burger – uitrangeert.

Het recente succes van de Franse econoom Thomas Piketty, die met zijn boek Kapitaal in de 21ste eeuw economische ongelijkheid op de politieke agenda heeft gezet, doet de beroemde Nederlands-Amerikaanse sociologe Saskia Sassen denken aan haar eigen doorbraak in 1991. Net als Piketty betrad ze na decennialang onderzoek de publieke arena met een ambitieus boek, The Global City, waarin ze de rol van wereldsteden in de globaliserende economie uitdiepte. ‘Daarna komt het er nooit meer van,’ zegt ze half gemeend in haar appartement aan Washington Square in New York. ‘Alle tijd gaat voortaan op aan lezingen, interviews en nevenfuncties.’

In Expulsions schrijft Sassen over de miljoenen mensen die verdreven zijn – uit hun banen, van hun land – en die simpelweg irrelevant zijn – als consument, als arbeidskracht, als burger. En ze schrijft over de delen van de aarde en de biosfeer die het afleggen tegen een economisch systeem dat de logica van het winstprincipe volgt. De complexiteit die inherent is aan de economische operaties die ons dagelijkse leven vormgeven, geeft de ruimte aan ‘brutaliteiten’ – begaan tegen mens, dier en biosfeer.

Een voorbeeld is de aankoop van land dat toebehoort aan een doorgaans arme staat door een machtige multinational – met alle gevolgen van dien voor de mensen die er wonen en hun levensruimte. ‘Als JP Morgan land koopt in Rusland, is dat niet om erop te boeren’, zegt Sassen. Een ander voorbeeld is ‘dood water’: de opeenhoping van plastic en ander afval in de oceaan, ook wel de plasticsoep genoemd. ‘We weten dat de totale hoeveelheid drijvend afval op aarde ongeveer zo groot is als de staat Texas’, licht Sassen toe. ‘Maar niemand weet wat de daadwerkelijke ecologische schade is van de plasticsoep, omdat die reeds tot deeltjes van moleculaire grootte is afgebroken en onzichtbaar de oceanische biosfeer is ingelekt.’

In Expulsions richt u zich op ‘extreme omstandigheden’, zoals de massale detentie in de VS. Waarom?

SASKIA SASSEN: Om de logica van een systeem te begrijpen, moet je kijken naar wat er zich aan de rand van het systeem afspeelt. Dat zijn per definitie extreme omstandigheden, die vaak nauwelijks zichtbaar zijn. Een belangrijk onderdeel van die logica is hoe we economische groei meten. In de VS is het gevangeniswezen een goed voorbeeld daarvan. We sluiten meer mensen op dan ooit, met gigantische kosten voor de belastingbetaler. Maar omdat gevangenissen deels geprivatiseerd zijn, keren die kosten als private winst terug in het bruto nationaal product. Zo leidt het opsluiten van miljoenen mensen tot groei.

Dat zijn de ‘verdrevenen’ over wie u schrijft.

SASSEN: Als je naar de afgelopen twintig jaar kijkt, dan zie je dat mensen er steeds minder toe doen, als consumenten en als arbeidskrachten. Vooral in armere landen is de waarde van het land vaak groter dan de mensen die erop wonen. Die moeten dan verdwijnen ten gunste van een palmplantage, bijvoorbeeld. In de meer complexe westerse economieën doet een consumentenmarkt er nog wel toe, maar het is niet meer als vlak na de Tweede Wereldoorlog, toen Europa, de VS en Zuid-Amerika een enorme uitbreiding van hun middenklassen zagen.

Net als Piketty betoogt u dat de periode na de Tweede Wereldoorlog tot aan de jaren tachtig een uitzondering was in de wereldgeschiedenis.

SASSEN: Ja. Dat was het gevolg van de grootschalige verwoesting tijdens de oorlog, waardoor semi-gesloten economieën gedwongen waren zich herop te bouwen. Bedrijven, vakbonden en overheden werkten samen, wat tot uitzonderlijke economische voorspoed en collectieve welvaart leidde. Die dynamiek zie ik niet meer terugkeren, behalve wellicht in door oorlog en conflict getroffen gebieden als Libië en Syrië, waar de mensen gedwongen zijn gezamenlijk herop te bouwen. Ook in China lijkt de groei van de middenklasse zijn piek te hebben bereikt.

Wat zou volgens u een succesvol economisch systeem zijn voor deze tijd?

SASSEN: Zelf ben ik een socialist, maar omdat ik zo’n systeem vooralsnog niet haalbaar acht, doe ik een stap terug en stel ik me de vraag: wat is extreem negatief in deze tijd? Om iets vanzelfsprekends aan te voeren: de toename van vervuilde locaties. Als we nou eens politiek en ideologie negeerden en gewoon die troep opruimden, dan zou je aardig wat economische verdeling kunnen bewerkstelligen. Je zou enorm veel arbeidskrachten nodig hebben. Of denk aan al die mensen in de wereld die geen huisvesting hebben. Stel je voor dat we voor al die mensen zouden gaan bouwen. Dat zijn in potentie heel winstgevende activiteiten.

Voorziet u hierin een rol voor ‘de staat’?

SASSEN: We kunnen niet opnieuw welvaartsstaten opbouwen zoals we dat na de Tweede Wereldoorlog hebben gedaan. Toen waren de overheden rijk, het waren sleutelspelers in de economie. Nu hebben ze forse schulden, deels doordat bedrijven almaar minder belasting betalen. Maar staten kunnen wel samenwerken. Dat doen ze al langer – helaas alleen om een wereldsysteem te creëren dat tot de ‘verdrijvingen’ leidt die ik in mijn boek bespreek. De vraag is nu: hoe kunnen we de organiserende logica achter het huidige systeem inzetten om kwesties als grootschalige honger, droogte en migratie, gebrekkige huisvesting en besmettelijke ziektes op te lossen? Hoe verbind je dat alles met een winstlogica die geen hyperwinstlogica is? Want dat is het probleem dat het financiële systeem genereert: het creëert zulke hyperwinsten dat investeren in bijdegrondse projecten niet erg aantrekkelijk is voor de gemiddelde kapitalist.

Als het financiële systeem het probleem is, hoe dient dit te worden beteugeld?

SASSEN: Het komt erop aan dat het systeem voldoende tegenslagen krijgt en het lijkt erop dat dit begint te gebeuren. Er worden in de VS momenteel enorme aanklachten tegen de banken voorbereid. Daarnaast denk ik, en nu heb ik het over alle complexe economieën, dat mensen bereid zijn nieuwe dingen te proberen. Kijk naar al die lokale economieën die we zien opkomen rondom stedelijke landbouw, rondom ambachtelijkheid. Natuurlijk is dat allemaal nog erg kleinschalig en zal het nooit de wereldeconomie vervangen, maar het is veelzeggend dat het op veel verschillende plaatsen gebeurt.

Is structurele verandering wel mogelijk in zo’n complex systeem als de moderne wereldeconomie?

SASSEN: We hebben niet alleen met roofzuchtige elites te maken, maar ook met roofzuchtige systemen, waartoe technologieën behoren. En vergeet de wet niet. Veel misbruik – op het gebied van boekhouding, belastingen en financiële compensatie voor topbestuurders – is gewoon legaal. Dus is het niet genoeg om alle rijken neer te schieten. Dat werkte misschien in de Franse Revolutie, maar nu niet meer. We hebben te maken met systematische samenhangen die individuele mensen overstijgen.

Saskia Sassen is op 5 maart te gast op het festival Mind The Book in Antwerpen. Voor het volledige programma: www.mindthebook.be

DOOR MARS VAN GRUNSVEN

‘Vooral in armere landen is de waarde van het land vaak groter dan de mensen die erop wonen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content