Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De Rode Duivels spelen de komende weken oefen- wedstrijden tegen Finland, Nederland en Marokko.

De zo verafschuwde oefenwedstrijdjes in juni, na afloop van de competitie, zijn voor de nationale ploeg al een paar keer gunstig afgelopen. De bondstop durft die duels, die geld in het laatje brengen, wel eens vastleggen zonder rekening te houden met de verzuchtingen van de bondscoach. Die moet dan proberen om de verwende vedetten warm te maken voor een nutteloos verlengstuk aan een zwaar seizoen.

Drie jaar geleden kreeg Wilfried Van Moer er zo een in zijn maag gesplitst. Eind mei in Cremona tegen Italië. De Italianen waren in volle voorbereiding voor het EK in Engeland, voor de Belgen zat het seizoen erop. En, er is niets nieuws onder de zon tenzij dezer dagen de maan, er heerste bij de Rode Duivels een grote malaise. Twee maanden voordien was Paul Van Himst ontslagen. Van Moer had overgenomen, maar het vertrouwen in de nationale ploeg was zoek.

Dertien basisspelers gaven forfait. Van Moer kreeg met veel moeite een noodelftal bij elkaar. Geen al te beste aanzet voor een duel met een goed gerodeerde Squadra Azzura. Na twaalf minuten stonden we 0-2 voor. Een afstandsschot van de debuterende Geoffrey Claeys, en een own-goal van Carboni. Na de rust schoot Scifo op de lat. Het werd uiteindelijk 2-2, voor de Belgen een opsteker van formaat.

Op dezelfde manier heeft Georges Leekens in juni van de vermaledijde trip naar Azië een klein succesje gemaakt. Niemand was happig op deze verre reis. De bondstop liet zich verleiden door de meer dan tien miljoen frank die er te rapen viel, en door de kans om in Japan en Korea te gaan kijken naar de accommodaties waarin over drie jaar de wereldbeker zou moeten plaatsvinden.

Net als drie jaar geleden zorgden de junimatchen voor een opflakkering van hoop, nadat de nationale ploeg tot dan toe een ronduit rampzalige oefencampagne had afgewerkt. Daarin waren zeven matchen gespeeld: gelijk tegen Luxemburg, gewonnen tegen Cyprus, en dan vijf keer op rij met 1-0 verloren. In zeven wedstrijden één keer gescoord ( Emile Mpenza tegen Cyprus), en alleen tegen Bulgarije een paar noemenswaardige kansen gecreëerd. Gevolg: de Rode Duivels werden telkens dagenlang bespot in de pers en zowel op de Heizel als op Sclessin door de eigen supporters uitgefloten. Een slechte beurt in Azië en de bondscoach had mogen inpakken. Zelfs voorzitter Michel D’Hooghe, die Leekens een warm hart toedraagt, liet daarover weinig twijfel bestaan.

Ver weg van de druk van publiek en media speelde België 1-1 gelijk tegen Peru, 0-0 gelijk tegen Japan, en won het met 1-2 van Zuid-Korea. Die laatste twee matchen voor een vijandig publiek van telkens 50.000 toeschouwers. Ook nu had het afzeggingen geregend. Van geblesseerden. Van spelers die met hun buitenlandse club nog moesten spelen. Van Clement, Genaux en Van Kerckhoven, die alledrie een bijzonder huwelijk moesten bijwonen, namelijk het hunne. En van Dante Brogno, die één dag voor het vertrek ontdekte dat zijn internationaal paspoort verlopen was.

Leekens moest een beroep doen op jongens die in feite niet tot de nationale kern behoren. Maar zoals wel vaker plooiden juist die zich dubbel en drukten met hun enthousiasme een positieve stempel op de ploeg. De Rode Duivels hebben dus opnieuw wat krediet bij het begin van een nieuwe fase in de voorbereiding: het ernstiger werk.

Georges Leekens: De bedoeling is om vanaf nu te werken naar een vaste kern waarin toch ruimte blijft voor outsiders die zich plotseling manifesteren. Ik wil een goede mengeling van ervaring en jong geweld. Euro 2000 wordt voor ons, als thuisland, een speciaal toernooi. De druk zal groter zijn dan normaal al het geval is in dit soort competities. Daarom moet je kunnen steunen op mannen die het klappen van de zweep kennen. We hebben in Frankrijk gezien hoe onze ploeg het noorden kwijt raakte toen Franky Van der Elst tegen Mexico naar de kant ging. Op dat moment hadden we de kwalificatie voor de tweede ronde in handen. Nadien hebben we alles verspeeld.

Duurt het niet te lang voor er een vaste kern is samengesteld?

Leekens: Dat is een noodzakelijk kwaad. We hebben een uitgebreid oefenprogramma opgesteld, met in het eerste jaar ruimte voor experimenten: zowel met spelers als met spelconcepten. Na Frankrijk heeft een generatie internationals afgehaakt. Van der Elst, Nilis en een paar malcontenten die vinden dat ze een cap mogen weigeren… Dan moet je opnieuw van nul beginnen. Ik begrijp dat de buitenwacht daar niet veel oog voor heeft als het resultaat telkens negatief is, maar ik heb uitgetest wat ik wilde uittesten, en ik heb heel wat geleerd. Onder meer wat we zeker niet kunnen. Ik zou ook het liefst in 3-4-3 spelen maar we moeten realist zijn. Op de wereldbeker hebben we Nederland opgewacht met vijf verdedigers. Veel kritiek, maar we hielden ze wel op 0-0, het zelfvertrouwen in de groep steeg, en in België herleefde de typische wereldbekersfeer rond de Rode Duivels. Daarna, tegen Mexico, ben ik in een pure 4-4-2 gaan spelen. Heeft me dat een surplus gebracht?

Welnee. We moeten opnieuw verdedigen, zo simpel is het. Weg met het offensieve voetbal van Çois Colin. Verbied je spelers die stukken te lezen.

Leekens: Pas op: verdedigen zoals ze dat twintig jaar geleden deden, is in het moderne voetbal ook niet meer mogelijk. Maar we moeten onze mogelijkheden correct inschatten, en dus bescheiden blijven. Het volstaat te kijken naar de Europese resultaten van onze clubs. Als ik me niet vergis staat Club Brugge op de internationale ranglijst 44ste, en Anderlecht 82ste. En dan zijn de sleutelposities in hun elftallen vaak bezet door buitenlanders. We weten wat Racing Genk is overkomen. En onze Belgen in het buitenland hebben moeite om een stamplaats te veroveren. Bovendien spelen er hooguit een paar voor een Europese topclub. Ik heb niet, zoals Frank Rijkaard, de keuze uit zes man van Barcelona of Real Madrid. Het is vanuit die vaststelling dat je aan een elftal en een concept moet werken. Ik ben weinig gebaat met de opmerking dat topvoetbal gespeeld wordt met vier verdedigers op een lijn die in zone opereren.

Wat trouwens niet waar is. Als men een voetbalwedstrijd zou affluiten na negentig minuten, zoals in het reglement staat, in de plaats van op het moment dat de scheidsrechter er zin in heeft, dan had Bayern München de Champions League gewonnen. Vier verdedigers op een lijn is in Beieren verboden door de katholieke kerk.

Leekens: Dat wist ik niet.

Zo zie je maar dat je zelfs van de domste iets kan leren.

Leekens: Het heeft geen zin te verwijzen naar Manchester United of Brazilië, dat is veel te hoog gegrepen. We moeten ook niet meer teruggaan naar mijn tijd, toen Club Brugge en Anderlecht Europese finales speelden of wonnen. En onze vierde plaats in Mexico ligt ook een paar tijdperken achter ons. We hebben momenteel spelers van een bescheiden niveau en met weinig internationale ervaring. Dat moeten we compenseren met andere kwaliteiten: karakter, discipline, inzet, en een beetje voetbalverstand. Kwaliteiten die trouwens ook in de jaren zeventig en tachtig aan de basis lagen van de Belgische successen.

Maar we hebben ons vijf keer op rij geplaatst voor de eindronde van de wereldbeker. Te bescheiden mogen we ook niet zijn.

Leekens: Neen, maar die kwalificaties kunnen bedrieglijk zijn. In de voorronde van Frankrijk ’98 zaten wij in een relatief makkelijke groep, met alleen Nederland als groot kanon. En in de barragematch tegen de Ieren, die zoveel euforie losweekte, hebben we thuis eigenlijk slecht gespeeld. In Dublin waren we beter, en blijven we steken op 1-1. In de terugmatch op de Heizel zijn we niet goed en winnen we 2-1.

Je hebt er toch geen spijt van?

Leekens: Natuurlijk niet. Voor de erelijst van de Rode Duivels was dat een gouden zaak, en voor de inkomsten van de voetbalbond ook. Maar misschien zijn sommigen de mogelijkheden van onze ploeg wat gaan overschatten. Mochten we Frankrijk niet gehaald hebben, hadden we een jaar vroeger met de opbouw naar Euro 2000 kunnen beginnen, en zouden we nu misschien al meer resultaten hebben gezien.

Ben je wel zeker dat die zullen volgen?

Leekens: Ja, want wij hebben buiten het bereik van de mediaspots bijzonder hard gewerkt om nieuwe structuren op te zetten en een professionele omkadering uit te bouwen. Je zal daar resultaten van zien, maar dat vraagt een beetje geduld. Ik denk aan de topsportscholen, de verbetering van de trainersschool met een nu internationaal erkend trainersdiploma, het sportcentrum dat in Tubeke wordt gebouwd, de uitgebreide medische staf, de betere scouting, het gestandaardiseerde concept in alle nationale elftallen, en zo meer.

Waar is de tijd dat het scoutingverslag voor de match tegen Roemenië op de achterkant van een bierviltje stond. En dan schiet Smidts voor de eerste keer in zijn leven met rechts en schakelen we een van de beste elftallen van de wereld uit.

Leekens: Dat zijn smakelijke verhalen uit de oude doos. Met een beetje geluk kan je op die manier eens winnen, maar wie in het voetbal van vandaag op die wijze werkt, heeft geen schijn van een kans. Professionalisme is de basisvereiste, in alle onderdelen van het vak. Maar dat dwing je niet zonder slag of stoot af, in een instituut dat jarenlang vanuit een andere filosofie heeft gehandeld.

Je bent zowel bondscoach als sportief directeur. Ben je tevreden met wat je in die tweede functie hebt gepresteerd?

Leekens: Neen, omdat het werk niet af is. We hebben een indeling in departementen gemaakt met aan het hoofd telkens professionele en gemotiveerde mensen. Dat alles onder coördinatie van de sportief directeur. Dat vraagt investeringen waarvan het rendement pas over enkele jaren zal te zien zijn. Ik hoop dat ze die functie niet opnieuw afbouwen als ik volgend jaar weg ben. Want bon, je knabbelt natuurlijk aan bevoegdheden van anderen. Ik moet wel vaststellen dat het te zwaar is om beide functies, sportief directeur en bondscoach, te combineren.

Van al die innovaties krijgt penningmeester Germain Landsheere een hartaanval.

Leekens: Ik heb geen problemen met Germain Landsheere, al zijn er in het verleden minder prettige woorden gevallen. Hij waakt over het budget, en doet dat uitstekend. Voor de voetbalbond is hij van goudwaarde. Ik moet een sportief beleid op langere termijn uittekenen, en dus moet ik met hem in de clinch om de nodige fondsen los te krijgen. Maar dat gebeurt met wederzijds respect. Ik moet er maar voor zorgen dat ik hem kan overtuigen. Hij moet tenslotte niet alleen waken over de uitgaven, maar ook over de inkomsten. Die komen in hoofdzaak van de A-ploeg. En om die op niveau te krijgen, moet je de omkadering en de opleiding optimaliseren.

Drie jaar geleden vertelde je dat je graag een jaar in andere sporten zou gaan kijken om te leren van hun trainingen en van hun tactische en technische vaardigheden.

Leekens: Dat hebben we gedaan, onder meer in het volleybal. We zijn bijvoorbeeld bezig met hun manier van wedstrijdscouting over te nemen. Ik moet binnenkort na de match tegen elke speler kunnen zeggen: jij hebt veertig minuten gelopen, je zat de laatste tien minuten in het rood, je bent dertig keer aan de bal geweest, twintig goede passen en tien slechte, vijf ballen gerecupereerd, je directe tegenstander heeft acht goede acties kunnen maken. We steken ook ons licht op bij trainers van andere sporten, om schema’s te vergelijken. We hebben hier de voorbije jaren niet stilgezeten.

In de tien oefenwedstrijden die je na de wereldbeker hebt gespeeld, heb je meer dan veertig spelers gebruikt. Zo krijg je nooit een hecht team. En de identificatie van de supporters met de Rode Duivels is weg.

Leekens: Ik heb een kern voor Euro 2000 in mijn hoofd, maar het is te vroeg om daarmee uit te pakken. We zijn vorig jaar geconfronteerd met massa’s geblesseerden, en met Belgen in het buitenland die clubverplichtingen hadden of naast de ploeg vielen. Voor het toernooi in Azië heb ik moeten zoeken om voldoende spelers te vinden. Ik was dus wel verplicht om allerlei nieuwelingen uit te proberen. Ook om te zien hoe zij met de druk omgingen.

De druk om tegen Cyprus en Luxemburg te spelen.

Leekens: Neen, de druk om voor de Rode Duivels te spelen. Radio, televisie en alle kranten die vier dagen aan je vel zitten, dat is voor vele spelers ongewoon. Dus wie het daarmee al moeilijk had, schrap ik, want tijdens Euro 2000 zal het twintig keer erger zijn. En ik moet doublures hebben. Ik kan wel zeggen: Lorenzo Staelens is de libero, maar als die gekwetst uitvalt en ik heb nooit een vervanger op die plaats geprobeerd, zit ik in de problemen. We hebben geen 25 internationals, dat besef ik beter dan wie ook. Maar net daarom moet ik zoeken naar de mannen die, zowel qua capaciteiten als qua mentaliteit, de beste aanvulling vormen voor het handvol certitudes. Guy Thijs heeft ook drie jaar lang gezocht voor zijn kern op de rails stond. Het probleem is dat elke interland tegenwoordig zoveel media-aandacht krijgt dat het resultaat allesbepalend wordt. Mijn opdracht was een ploeg te vormen voor Euro 2000, niet om de oefenmatch tegen Egypte te winnen. Al ben ik realist genoeg om te beseffen dat de poten onder je stoel wankelen als je vijf keer naeen met 1-0 verliest.

Het feit dat Michel D’Hooghe na Meeuws, Van Himst en Van Moer niet weer een bondscoach kan afdanken, schroeft die poten wel weer vast.

Leekens: Ik weet niet of dat de verklaring is. De wereld was voor mij niet ingestort mochten ze mij een paar maanden geleden ontslagen hebben. Dat ze dat niet gedaan hebben, zie ik als een bewijs dat ze vertrouwen blijven schenken aan mijn manier van werken. Ik kan zelf niet tegen verlies, dus die vijf opeenvolgende nederlagen werken ook op mijn gemoed. Dacht je dat het makkelijk is om vijf minuten na België-Tsjechië of België-Egypte toch nog de positivo te gaan uithangen op de persconferentie? Hij speelt een rolletje, zeggen ze dan. Ja, wat kan ik anders doen? Mijn spelers afbreken?

Als je sommigen nadien ook nog van hun neus hoort maken…

Leekens: … zou ik misschien beter mijn echte oordeel geven. Die boze gedachte overvalt mij ook wel eens. Maar dat kan je natuurlijk niet maken. Al heb ik wel besloten om drastisch op te treden tegen het kinderachtige gezeur van pseudo-vedetten. Ik wens me niet van oneerlijkheid te laten beschuldigen door Gilles De Bilde.

Zelf een toonbeeld van eerlijkheid.

Leekens: Ik heb De Bilde teruggehaald in de nationale ploeg nadat hij door het incident met Porte het land was uitgejaagd. Driekwart van het stadion floot me uit. Ik heb De Bilde mee naar Cyprus genomen, hoewel hij bij PSV niet van de bank kwam. Als dank kreeg ik twee dagen miserie rond mijn kop, omdat meneer bleef weigeren met de Belgische pers te praten. Allez toe Gilles, alstublieft, er zijn ook goede journalisten.

Je zegt het.

Leekens: Hij heeft een heel jaar geen bal goed geraakt en gaat mij dan van oneerlijkheid beschuldigen omdat ik vond dat hij niet fit was en hij vond van wel. Ik kan moeilijk zijn medisch rapport publiek maken…

Misschien een ideetje voor dokter Goossens. Is er binnenkort geen colloquium?

Leekens:(Lacht.) Ik zal het eens nakijken. Wat ik wil zeggen is: het moet gedaan zijn met dat gemekker. Ik heb het te lang getolereerd. “Ik word niet op mijn plaats uitgespeeld.” En: “Als hij mij oproept, zal ik eerst eens nadenken of ik daar wel op inga.” Alstublief hè. Dat Zidane of Battistuta zoiets zeggen, tot daar aan toe. Maar ik zie geen enkele Belg die dat recht mag opeisen. Vanaf nu is het verboden te zagen. Wie niet honderd procent gemotiveerd is, is er niet bij op Euro 2000. De groepsgeest is van primordiaal belang. Aimé Jacquet gooide wel wereldsterren als Cantona en Ginola uit zijn selectie. Ik heb, in een niet zo ver verleden, ook spelers meegenomen op basis van hun talent en hun reputatie. Wel, dat is gedaan.

Een elftal heeft drie of vier dragende spelers nodig. Hebben we die?

Leekens: Die hebben we, op voorwaarde dat ze fit zijn. Staelens is zeker een van de dragers, en ik reken op de mannen van Schalke: WilmotsGoossensVan Kerckhoven. Marc Wilmots zou de aanvoerder van deze lichting moeten zijn. Door het feit dat de topclubs Belgisch hebben gekocht tijdens de voorbije transferperiode, kan ik ook weer gaan werken met een Anderlecht-blok en een Brugge-blok. Aangevuld met een paar man van Standard, Moeskroen, Lierse, en Schalke. Dat zorgt voor meer automatismen. Ik beweer dat we een goede lichting beloftevolle jonge spelers hebben. Ze missen alleen internationale matchen. Een paar rondjes Europees meedraaien brengt je vanzelf in contact met een ander niveau. Zowel op het veld als ernaast. Ik wil straks een gezonde ploeg, in lichaam en geest.

Te weinig ijzer, hematocriet te laag, schimmel tussen de tenen…

Leekens: Oh, maar dat fameuze medisch rapport van ’98 is een van de zaken waaruit we lessen hebben getrokken. Deze keer zal onze medische staf de spelers van zeer nabij en over een veel langere periode volgen. In nauwe samenwerking met de clubverantwoordelijken.

Ze zullen lachen als plotseling de fysioloog van de bond komt beweren dat hun spelers verkeerd trainen. Herinner je de woedende reactie van Eric Gerets, toen dokter Goossens uitbracht dat de Bruggelingen overtraind waren geweest voor de wereldbeker.

Leekens: Wij hebben daaruit geleerd dat we zeker op dit gevoelige domein onze communicatie moeten verbeteren. Maar de contacten met de clubs zijn gelegd, ik voorzie geen problemen. Het seizoen is lang, daarna resten ons drie weken voor het begin van Euro 2000. Als wij tijdig weten hoe het met de conditie van de spelers gesteld is, kunnen we ons trainingsprogramma daar beter op instellen. In die laatste weken heb ik bewust ook maar één oefenwedstrijd gepland, tegen Denemarken. We willen niet meer verrast worden zoals vorig jaar.

De Rode Duivels werken de komende maanden een loodzwaar oefenprogramma af. Twee keer tegen Nederland, tegen Engeland, Italië, Portugal, Noorwegen… dat zijn de beste van de wereld.

Leekens: We kennen onze plaats op de ranking. De kans dat we in de eindronde zwakke broertjes treffen is nihil. Dus moeten we het ons gewoon maken om tegen sterkere tegenstanders op te boksen. Wie kan dat aan, wie gaat onderuit? Mentaal en fysiek. Als het talent en de internationale ervaring niet voorhanden zijn, moet je je zien te redden met slimmigheid. Ik wil komen tot een kern met een hoog voetbalintelligentiequotiënt. Dat heeft niets met diploma’s te maken, maar wel met het juist kunnen inschatten van wat er rondom je gebeurt. Vandaar ook dat ik zeveraars kan missen. Een sterkere opponent vloeren, dat kan alleen als iedereen in dezelfde richting denkt en aan hetzelfde zeel trekt. Met egotrippers kan het niet.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content