Veerle ontmoette Jan voor het eerst op een betoging in Brussel. Oktober 1987, de zoveelste manifestatie tegen kernwapens. Met de Brusselse wereldwinkeliers verkocht ze langs het traject bananen uit Nicaragua, in die tijd een succesprodukt. Jan was medewerker bij Wereldwinkel-Lier. Na enige tijd gingen ze samenwonen, eerst in Strombeek, later in Zemst, waar ze, meer dan vijf jaar na de betoging, een wereldwinkelgroep begonnen.
Oxfam-Wereldwinkel Zemst is een van de honderdvijftig wereldwinkelgroepen in Vlaanderen. Oxfam-Wereldwinkels bestaat in 1996 vijfentwintig jaar en groeide uit tot een van de grootste Derde-Wereldorganisaties. Het model een winkel gecombineerd met een actiegroep blijft vrijwilligers aanspreken. Meer dan vierduizend actieven die zich vaak met groot enthousiasme inzetten voor meer rechtvaardige handelsverhoudingen, of voor een betere wereld, tout court.
Veerle raakte betrokken bij Oxfam-Wereldwinkel Strombeek vanuit de jeugdbeweging. ?Het engagement voor de Derde Wereld was voor mij en enkele vrienden een logische voortzetting van onze jeugdbewegingstijd.” Ze was geïnteresseerd in de ontwikkelingsproblematiek, maar vooral wou ze iets doén. Ze werkte er ongeveer acht jaar mee : vergaderen, winkelpermanenties, vormingswerk, standwerk, acties.
Met Jan verhuisde ze naar Hofstade, zijn geboortedorp, een deelgemeente van Zemst. Daar was weinig Derde-Wereldactie, tenzij de jaarlijkse 11.11.11.-actie en sporadisch een standje met wereldwinkelprodukten. Met enkele vrienden droomden ze van een permanente werking.
In 1991 trokken Jan en Veerle voor zes maanden naar Centraal-Amerika. ?Wilden we altijd al doen. We hadden de reis goed voorbereid : brieven geschreven, contacten gelegd.” Ze reisden door achtereenvolgens het Zuiden van Mexico (Chiapas), Guatemala, El Salvador, Nicaragua, Honduras en bezochten her en der projecten en producenten van Oxfam-Wereldwinkels. Terug in Zemst organiseerden ze, enkele maanden later, een informatie-avond. Naast een reisverslag stelden ze de wereldwinkelwerking voor. De avond was een succes en het enthousiasme om in Zemst met een wereldwinkel te beginnen was groot.
De groep bestaat uit een twintigtal vrijwilligers die ongeveer maandelijks bijeenkomen. Een heterogeen gezelschap van postmoderne filosofen tot praktijkgerichte huisvrouwen meestal tussen de dertig en vijfenveertig jaar oud. Ze vergaderen, verkopen producten (?het gaat in stijgende lijn”), organiseren informatie- en animatie-activiteiten (?vorig jaar een jongerendag over Afrika, meer dan 120 aanwezigen”), verspreiden folders, doen standwerk en discussiëren, bijvoorbeeld, over democratie en visieteksten. ?De wereldwinkel is hier al behoorlijk bekend, de mensen weten ondertussen waar het over gaat.”
Ze werken beiden deeltijds, Jan als opvoeder bij fysiek gehandicapten, Veerle in het buurtwerk in Molenbeek. Een bewuste keuze om tijd over te houden voor hun wereldwinkel. ?Natuurlijk drinken we wereldwinkelkoffie op het werk. Logisch, ik breng de producten mee.” Hoeveel tijd ze aan hun engagement spenderen ? ?Dat hangt van de periode af, maar zeker in tijden van 11.11.11 komen we wel aan een halftime.” Worden ze dat na al die jaren niet beu ? ?Soms mag het praktische werk wel wat minder zijn, maar beu word je dat niet. Het is een kwestie van rechtvaardigheid, daar blijf je je voor inzetten.”
J.V.D.B.