Voormalig Volksunieparlementslid Frans Baert over vijfentwintig jaar federalisme. ‘We mogen niet op onze lauweren rusten.’

Met het aansnijden van een reusachtige taart in de Belgische driekleur opende koning Albert II vorige week in Brussel het feestjaar 2005. Dat viert niet alleen de 175e verjaardag van België. Het herinnert in één moeite door aan de grondwetsherziening van 1980, waarbij België een federale staat werd. Ter wille van die verjaardag organiseert België begin maart in Brussel ook de derde Internationale Conferentie over het Federalisme.

‘Federalisme is een trage geboorte’, zegt gewezen parlementslid Frans Baert (79). ‘Het is een stapsgewijze evolutie, die al lang voor 1980 begon.’ Hij kan het weten. Baert kwam in 1968 voor de Volksunie in de Senaat, hij werd nadien nog fractievoorzitter in de Kamer en bleef tot 1991 in de Senaat zitten. Als eminent jurist – hij was onder meer stafhouder aan de Gentse balie – en grondwetspecialist was Baert een gezaghebbende stem in het parlement: als Baert sprak, werd er geluisterd. Bij de grondwetsherzieningen van 1970, 1980 en 1988 stond hij op de eerste rij. Is ook hij in feeststemming na vijfentwintig jaar federalisme? Valt er eigenlijk wel iets te vieren?

Frans Baert: ‘Ik ben geen feestneus, ik vier zelfs mijn eigen verjaardag niet meer – maar dat zal de leeftijd zijn. Toen ik in 1968 in het parlement kwam, was België nog gewoon een unitaire staat. Vlamingen en Walen bestonden officieel nog niet. Nu hebben ze verdikke een eigen parlement en een eigen regering. In 1968 was de Volksunie de enige partij die Vlaams zelfbestuur wilde. Als je dan kijkt waar we vandaag staan… het is bijna niet te geloven.’

Lijkt het federalisme zoals we dat nu kennen op het federalisme zoals u dat in 1968 voor de geest stond?

FRANS BAERT: Ja en nee. Om de federalisten over de streep te trekken, liet Leo Tindemans (CVP) in de grondwet noteren dat decreten kracht van wet hebben. Dat wil zeggen dat er geen hiërarchie is tussen de federale wetten en de decreten van de gewesten en de gemeenschappen. Ze zijn evenveel waard. Ik vond dat een goede zaak, maar van Tindemans werd – denk ik – iets anders verwacht. Nog zo een vergissing van de man die zich zogezegd nooit vergiste, was de exclu- siviteit van de bevoegdheden. De Vlaamse bevoegdheden worden uitdrukkelijk in de grondwet opgesomd. Over een aantal materies heeft de federale staat geen zeggenschap meer. Sinds 1993 staat bovendien in de grondwet dat de residuaire bevoegdheden aan de gewesten toekomen – de bevoegdheden die nog niet zijn toegewezen of die nieuw zijn. Zoals milieu dat, bijvoorbeeld, ooit was. Dat is zeer belangrijk.

Anders dan bijvoorbeeld in Duitsland kennen wij geen federaal gestructureerde politieke partijen meer. Kan een federaal systeem dan nog wel functioneren?

BAERT: De vergelijking met Duitsland gaat niet op. Het Duitse federalisme verschilt fundamenteel van het onze, onder meer vanwege het fameuze principe Bundesrecht bricht Landesrecht. De wetten van de bondsstaat prevaleren boven die van de Länder. Bovendien hebben ze in Duitsland niet zoals bij ons twee volksgemeenschappen – excusez le mot. De Walen spreken Frans, de Vlamingen Nederlands, maar in Duitsland spreekt iedereen Duits. Het Duitse federalisme is het product van de Tweede Wereldoorlog en de oekazes van de overwinnaars, het is in de eerste plaats economisch gegrondvest. Ons federalisme is cultureel gegrondvest, en dat verklaart ook waarom er geen federaal gestructureerde politieke partijen meer zijn. Ik geloof niet dat er in België ooit nog één enkele christen-democratische of socialistische partij komt.

Is dat geen nadeel?

BAERT: Misschien, maar het is tegelijkertijd een voordeel. Ik herinner me nog zeer goed de uitspraken van professor Elie Van Bogaert toen ik in het parlement kwam. Toen wij vroegen om het onderwijs te defederaliseren, zei Van Bogaert, die toen een van de belangrijke mensen van de socialistische partij was, vanaf de tribune: geen sprake van. Nooit! Tien jaar later was het zover. Er heeft zich een onwaarschijnlijke evolutie voorgedaan. Socialisten als Norbert De Batselier of Gilbert Bossuyt zijn nu overtuigde federalisten, maar hun voorgangers zoals Jos Van Eynde of – hier in Gent – Gilbert Temmerman, dat waren nog echte Belgen hoor! Die moesten van federalisme niks weten.

Is de staatshervorming nu zo’n beetje voltooid?

BAERT: Natuurlijk niet. Als een federalisering eenmaal op gang is gebracht, kun je dat proces niet meer stoppen. Leo Tindemans dacht dat met de cultuur-autonomie van 1971 het Belgische probleem opgelost was. Nog geen tien jaar later zat het er weer bovenarms op. Ook vandaag moeten er nog grote stappen worden gedaan. Het aantal materies waarvoor de gewesten en de gemeenschappen bevoegd zijn, zal aanzienlijk moeten worden uitgebreid: denk maar aan de kinderbijslagen, de werkloosheidsuitkeringen en de pen- sioenen. Die materies zullen ook duidelijker en vollediger omschreven moeten worden. Het is nu allemaal nogal ondoorzichtig.

Was het, achteraf bekeken, niet het Egmontpact van 1977 dat het fundament heeft gelegd voor de federale staat?

BAERT: Het heeft toen tot niet veel geleid, behalve tot een verkiezingsnederlaag van de Volksunie. Maar u hebt gelijk: achteraf bekeken was het toch een belangrijk moment, omdat er voor het eerst een ruim akkoord was met de Franstaligen.

Het Egmontpact was ook de aanleiding voor de oprichting van het Vlaams Blok.

BAERT: Zeker, maar hun succes was toen nog miniem: alleen Karel Dillen raakte verkozen. Eerlijk gezegd geloof ik niet dat de opkomst van het Vlaams Blok veel te maken heeft met het communautaire thema. Mensen kiezen voor die partij – eigenlijk is het geen partij, maar een bende – vanwege haar vreemdelingenstandpunt. Ik constateer tot mijn spijt dat veel Vlamingen racisten zijn. Ach, ik ken nogal wat mandatarissen van het Vlaams Blok. Dat waren leden van de Volksunie die niet goed genoeg waren om op een lijst te staan en zeker niet om een mandaat te bekleden.

Moet federalisme onvermijdelijk uitdraaien op confederalisme?

BAERT: Dat zijn van die begrippen… In feite hébben we al confederalisme, maar met beperkte bevoegdheden. Over een aantal materies heeft de Belgische staat niets meer te zeggen. Hij probeert dat nog wel. Of liever: sommige ministers proberen dat nog wel. Maar grondwettelijk kan het niet meer en dat is waar het op aankomt. Wij hebben altijd gezegd dat de Belgische staat ontmanteld moest worden. Een aantal belangrijke bevoegdheden zal naar Europa gaan en andere materies zullen naar de gewesten en de gemeenschappen worden overgeheveld.

Dan blijft van België alleen nog de monarchie over?

BAERT: Veel zal er voor Filip de Taaie niet overblijven. De Nationale Feestdag misschien en de Dag van de Dynastie. Maar zover zijn we nog lang niet op dit ogenblik. De belangrijke gezagsdepartementen – Binnenlandse Zaken, Justitie, Buitenlandse Zaken – zijn nog altijd federaal.

Is het denkbaar dat Justitie gesplitst wordt?

BAERT: Waarom niet? In de VS zijn er toch ook staten waarin de doodstaf wordt uitgevoerd en andere waarin ze verboden is? Het eerste wat in Amerika ooit gedefederaliseerd is, was de Justitie. Ik zie niet in waarom dat bij ons niet zou kunnen. Dat betekent niet dat we alles overboord moeten gooien. Ons burgerlijk wetboek bijvoorbeeld is in grote mate nog altijd gebaseerd op de Code Napoléon uit 1804. En toch is daar niet zoveel mis mee.

Hoe kijkt u als grondwetspecialist naar het voorstel van SP.A-voorzitter Steve Stevaert om een aantal sociale rechten op te nemen in de grondwet?

BAERT: Ik ben daar geen voorstander van. Een heleboel sociale rechten zijn al gegarandeerd in de grondwet: het recht op arbeid, het recht op vrije meningsuiting, het recht op vereniging en vergadering. Wat zou je daar nog willen aan toevoegen? Het recht op een behoorlijk loon? Als je dat in de grondwet inschrijft, zul je eens zien hoeveel ondernemingen hier hun biezen pakken. Zijn we dan beter af? Eigenlijk staat er al veel te veel in de grondwet – er staat bijvoorbeeld in opgesomd wat er allemaal onder cultuur moet worden begrepen. Maar ieder verstandig mens wéét dat toch?

Heeft de Vlaamse Beweging na vijfentwintig jaar federalisme nu bereikt wat ze wilde bereiken?

BAERT: Het hangt ervan af wat je onder de Vlaamse Beweging verstaat. De georganiséérde Vlaamse Beweging? En wat wilde die feitelijk bereiken? Separatisme? Dat zou niet eens zo gek geweest zijn, maar dan waren we Brussel kwijt. Daar heb ik altijd op gehamerd. Als ons streefdoel zelfbestuur was, dan is het in grote mate bereikt. Maar dat is geen reden tot zelfgenoegzaamheid. Wat mij zorgen baart, is dat jonge mensen niet langer geïnteresseerd zijn in politiek. Ze zijn er zelfs een beetje vies van. Hier op kantoor werken negentien advocaten – de oudste daarvan is dertig jaar jonger dan ik – en er zijn er maar twee die aan politiek doen. De strijd voor federalisme is niet gestreden: we mogen de Belgische reflex niet onderschatten. De slinger kan altijd terugslaan. Dan zijn we alles kwijt wat we verdiend hebben. Dan heb ik eigenlijk voor niets aan politiek gedaan. n

Piet Piryns en Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content