Het Russische leger maakt zich sterk dat het voor het einde van het jaar de oorlog in Tsjetsjenië ’tot een goed einde’ zal brengen. Maar krijgsheer Sjamil Basajev blijft strijdlustig: “Het is tijd voor de confrontatie”, zegt hij.

De Tsjetsjeense televisie toonde een glunderende Sjirvani Basajev, de broer van de bekende krijgsheer Sjamil. Sjirvani zwaaide met een gouden horloge, het type horloge dat Russische soldaten en officieren krijgen voor staaltjes bravoure en heldenmoed. “Dit horloge zat om de arm van een bevelvoerder. Hij had het gekregen van (premier Vladimir) Poetin uit dank voor het doden van moslims”, zei Basajev. De rebellenleider stond te midden van de lijken van Russische soldaten, manschappen van een eenheid verkenners die door de Tsjetsjenen was uitgeschakeld. Het tafereel speelde zich af in het zuiden van Tsjetsjenië, in het bergdorp Vedeno, het bolwerk van de gebroeders Basajev. De naam Vedeno doet elke rechtgeaarde Tsjetsjeen de borst gloeien: Vedeno was de laatste versterkte burcht van de legendarische Imam Sjamil ‘de Avaar’ die een halve eeuw verzet bood tegen de legers van de Tsaar in de Kaukasus.

Het incident in Vedeno kan een voorproefje zijn van wat de Russen te wachten staat als ze de oorlog naar het bergachtige zuiden van de Tsjetsjeense republiek verplaatsen. En dat is de bedoeling, zei generaal Valeri Manilov, de plaatsvervangende chef-staf van het Russische leger vorige week. De tweede fase in de oorlog is voltooid, zei Manilov en de derde moet voor het einde van het jaar tot een goed einde zijn gebracht. Het doel is “de vernietiging van alle terroristen en hun bases, ook hun bolwerken in het zuiden.” Het Russische leger zal daarbij “nieuwe en krachtiger wapens gebruiken”, zei een militaire woordvoerder in de garnizoenstad Mozdok, waar het commando van de Russische troepen in de Kaukasus is gevestigd. Hij had het met name over de brandstof-luchtbom, of vacuümbom, een wapen dat de eigenschap heeft vooral mensen te doden. De vacuümbom veroorzaakt een onderdruk die de longen doet imploderen en op die manier ook slachtoffers maakt in schuilkelders of in spelonken.

Krijgsheer Sjamil Basajev bevestigde dat de oorlog in een beslissende fase is getreden: “Het is tijd om de confrontatie met de vijand aan te gaan”, zei hij. De Russen zijn er tot dusver in geslaagd de grondoorlog te vermijden. Ze voeren een oorlog waarin de artillerie en de luchtmacht het voor het zeggen hebben. Dorpen en steden worden met raketten en luchtbombardementen zolang ‘bewerkt’ tot de burgerbevolking de aanwezige Tsjetsjeense strijders smeekt weg te gaan waarna de dorpsoudsten met de Russen over overgave onderhandelen. In Gudermes, de tweede stad van de republiek, is die tactiek met succes toegepast. De stad is twee weken geleden door het Russische leger ‘bevrijd’. Bewoners vertelden ons hoe vrouwen en kinderen zich voor de gewapende strijders hadden opgesteld: “Schiet dan op ons, dood ons, of vertrek.” Sjamil Basajev, de commandant van het westelijke front besloot daarop zijn strijders terug te trekken en de stad Gudermes vrijwel zonder slag of stoot op te geven.

Voor de hoofdstad Grozny lijken de Russische strategen een lichtjes aangepast scenario te hebben geschreven. De stad wordt al weken genadeloos met bommen en raketten bestookt.

Eerst werd de hele industriële infrastructuur vernietigd, alle olieopslagplaatsen, alle telecommunicatiesystemen. Sinds afgelopen weekend krijgen de inwoners ‘een corridor’ om het brandende Grozny te ontvluchten. Over een paar dagen kunnen de Russen verklaren dat de stad leeg is. Wie achterblijft wordt op die manier een ’terrorist’ en een legitiem doelwit. Dat het vooral etnische Russen zijn die op die manier het slachtoffer worden van hun eigen leger is een tragische ironie van het oorlogslot. De achterblijvers in Grozny zijn immers meestal oudere Russen die geen familieleden op het Tsjetsjeense platteland hebben waar ze toevlucht kunnen vinden.

Er zijn verschillende lezingen van de ogenschijnlijke passiviteit van de Tsjetsjeense rebellen die het Russische leger in de vorige oorlog zo een vernederende slag toebrachten. Eén verklaring is ongetwijfeld de oorlogsmoeheid van de bevolking, die de afgelopen drie jaar van de regen in de drop is terechtgekomen. Aslan Maschadov die in 1997 met een grote meerderheid tot president is verkozen is er niet in geslaagd zijn bevolking de vruchten van de ‘onafhankelijkheid’ te laten plukken. In de plaats kregen de Tsjetsjenen religieus extremisme, chaos, banditisme, verpaupering en werkloosheid. Corrupte krijgsheren reden in dure jeeps en maakten fortuinen met de oliesmokkel en de mensenhandel. In het ‘bevrijde’ Gudermes haten de meeste inwoners de Russische bezetter, maar tegelijk zijn ze opgelucht dat er een einde wordt gemaakt aan de wetteloosheid en de anarchie. “Of je van de hond of de kat wordt gebeten, wat maakt het uit”, zei Moeslim Wahabeb, een werkloze belastingsambtenaar. “Laten we zien wat de Russen brengen. Slechter dan wat het was kan moeilijk.”

ROOKGORDIJN

Maar het verzet van de Tsjetsjenen wordt in de Russische pers achter een rookgordijn van eclatante militaire successen van ‘ons leger’ verdonkeremaand. De legerleiding en de plaatselijke commandanten slagen er dit keer in de pers te manipuleren en buitenlandse journalisten van het oorlogsterrein te weren. De Russische publieke opinie slikt het sprookje van een ‘oorlog zonder slachtoffers’ moeiteloos. Volgens het Russische Informatie Centrum – het officiële informatiekanaal dat speciaal voor de oorlog in het leven is geroepen – waren er half november 462 soldaten en officieren omgekomen bij de strijd tegen de moslimrebellen in Dagestan in augustus en daarna tijdens de operatie in Tsjetsjenië zelf. De onafhankelijke militaire analist Pavel Felgenhauer telde de officiële cijfers uit verschillende bronnen op tot 600, maar zegt dat het werkelijke dodental waarschijnlijk veel hoger ligt. Maar zelfs als we het bij het officiële cijfer van 462 houden verliezen de Russen bijna 132 manschappen per maand. Dat cijfer komt dicht in de buurt van de verliezen die het Rode Leger in Afghanistan leed: 137 per maand.

President Boris Jeltsin heeft vorige week een decreet ondertekend waarbij de Russische troepen permanent in Tsjetsjenië worden gelegerd. Rusland maakt zich dus op voor een langdurige bezetting van de deelrepubliek. Maar zelfs als het leger erin slaagt voor het einde van het jaar het grootste deel van Tsjetsjenië onder controle te krijgen beginnen de echte problemen voor Moskou pas. De regering doet krampachtige pogingen om Maschadov te vervangen door burgerlijke autoriteiten met een schijn van legitimiteit. De wanhoop van de beleidsmakers in Moskou kan blijken uit de keuze van Beslan Gantemirov, de voormalige burgemeester van Grozny, die uitverkoren is om de regering in het ‘bevrijde’ Tsjetsjenië te leiden. Gantemirov moest daarvoor eerst uit de gevangenis worden gehaald waar hij een straf van zes jaar uitzat voor de verduistering van meer dan 200 miljoen frank overheidsgeld.

Gantemirov, bijgenaamd ‘De Demon’, kreeg ‘speciale gratie’ van president Boris Jeltsin en is sindsdien op vrije voeten. Moskou erkent in de praktijk niet langer de wettig verkozen president Maskhadov en in de nabij toekomst zal ‘De Demon’ ongetwijfeld worden opgevoerd als legitieme Tsjetsjeense gesprekspartner in onderhandelingen over een politieke oplossing van het conflict.

Soekin Syn” (klootzak) mompelde president Boris Jeltsin duidelijk verstaanbaar voor de Russisch sprekende Amerikaanse diplomaten en hij gooide woedend zijn koptelefoon op tafel. Aanleiding voor de ondiplomatieke taal van de Russische president was de speech van zijn ‘vriend Bill’ Clinton op de OVSE-top in Istanbul. Clinton verdedigde het principe van de “humanitaire inmenging in binnenlandse aangelegenheden” en veroordeelde het “buitensporig gebruik van geweld” bij de antiterroristische operatie in Tsjetsjenië. Een nukkige Jeltsin sloeg de deur achter zich dicht en vertrok voortijdig terug naar Moskou.

“Een overwinning voor Rusland” juichten vrijwel alle kranten, met lof voor de krachtdadige houding van de president. Rusland kreeg in Istanbul in de praktijk de handen vrij om het Tsjetsjeense probleem naar eigen goeddunken op te lossen. De prijs is het toenemende isolement van Moskou in de Kaukasus en in de rest van de wereld. Het is een prijs die de Russische generaals graag bereid zijn te betalen.

Johan Depoortere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content