Wat heeft u morgen aan de Euro-munt ? Héél weinig om niet te zeggen : niets. Oppassen, of u verliest er nog aan ook.

BINNEN GOED EEN JAAR zitten we met de eerste checks in Euro, de nieuwe Europese betaaleenheid. Begin volgende eeuw moeten er echte munten en biljetten van zijn. En daar worden we dan allemaal beter van. Zeggen ondernemers, politici en bankiers bijna unisono. Bijna, want sommigen onder hen de slimsten houden gewoon hun mond. Zij weten beter : de Euro-hype is flauwekul.

Wie dat onder meer niet geweten wil hebben, is premier Jean-Luc Dehaene (CVP). Als we zijn begrotingsnormen niet halen, vallen we straks uit het bootje van de Europese Muntunie. En dan ? Dan niks. Want goeverneur Fons Verplaetse van de Nationale Bank koppelt onze frank dan gewoon aan de Euro. De relevantie van de Maastricht-normen het Verdrag spreekt van doelstellingen begrotingstekort, schulden, inflatie, rente,… is erg aanvechtbaar. Het vermoeden bestaat dat ze alleen zijn uitgevonden om etatistische regeringen lam te leggen (ze leggen te zwaar beslag op het BNP) en armoezaaiers (Portugal) of dilettanten (Griekenland) uit de klub te houden. Neem de staatsschuld. De Belgische schuld mag dan al hoger liggen dan de Franse of Italiaanse, maar vormt in vergelijking met die twee een mineur probleem. Bewijs : in één dag haalt minister van Financiën Philippe Maystadt 363 miljard frank binnen voor zijn Philippe XVII. Parijs of Rome mogen niet eens dromen van 363 miljoen frank.

De hoge Belgische staatsschuld mest de rentenierende burger vet. Als die schuldenberg dan toch echt weg zou moeten : even fiskaal ingrijpen of de inflatie laten galopperen en je houdt nog een heuvel over. Dehaene moet niet hakken omwille van Maastricht, maar omdat hij nu de omstandigheden mee heeft (ekonomische groei, stabiele lage rente, geringe inflatie). Maar neen, de Muntunie als ultiem ekskuus. Wie wordt daar beter van ? U en ik, horen we tot in den treure. Het klassieke voorbeeld : de wisseltruuk. Als u uw heel vakantiebudget zes keer na elkaar laat omzetten in een andere munt, houdt u nog 50 procent van uw geld over. Of iets in die buurt. Wie doet dat nu, zes keer zijn vakantiebudget volledig omzetten ? Wie dat in zijn hoofd haalt, moet thuisblijven en zich dringend laten nakijken.

De Euro brengt de konsument buiten het gemak van één munt voor zeg maar vier tot zes lidstaten niks bij. Méér nog : hij zou er alleen nadelen van ondervinden als binnen afzienbare tijd heel Europa gaat jongleren met de Euro. Dan is het gedaan met plots héél goedkope Spaanse tomaten, zorgeloze Italiaanse vakanties of Griekse olijfolie even duur als kraantjeswater. De grijze import die draait op valuta-schommelingen of virtuele devaluaties en loopt via niet officiële distributiekanalen van wagens, merkkledij, computer- of elektro-apparatuur valt voor een groot stuk stil. Tot (kortstondig) geluk van ondernemers die nu zo hard roepen om de eenheidsworst.

SICILIAANSE WEDUWEN.

Die ondernemers in weerwil van hun opgeklopte faam zijn niet meteen de meest moedige mensensoort. Zij zweren bij veiligheid of stabiliteit. Dank zij de Euro geen valuta-risico’s meer, geen golven van goedkope import. Vreemd. Zij vergeten dat we al in een feitelijke muntunie leven. In 1990 hing Verplaetse zijn wagonnetje aan de Bundesbank-lokomotief. De Nederlandse gulden zit aan dezelfde mark vast. Zelfs de Fransen proberen amechtig het Duits monetair beleid te volgen. De vier Frankrijk, Duitsland, Nederland, België vormen samen met Luxemburg al veel meer dan een embryonale muntunie. Ondernemend België moet zich in de handel met hen, dus niet indekken tegen valuta-risico’s. Dat is belangrijk, want ruim 70 procent van onze export gaat naar dat kwartet. Waar zit dan het risico ? In de handel met Tsjetsjenië of West-Samao ?

Als we straks meehossen rond die Euro, is Verplaetse al gedegradeerd tot loketbediende van de Nationale Bank, dan filiaal nummer 4 van de Europese Centrale Bank. Dat is een ander nadeel van de muntunie : géén lidstaat kan nog een eigen monetair beleid voeren om in te pikken of te anticiperen op lokale ekonomische en/of sociale verschijnselen. Euro-supporters verwijzen dan meewarig naar de VS met één munt en een pleiade staten die ekonomisch lichtjaren van elkaar verwijderd zitten. Klopt. Maar er is slechts één regering en die heeft één belastingstelsel, één (primair) systeem van sociale zekerheid voor alle staten. Daarmee steunt rijk arm, terwijl in Europa Zweedse Lappen niks te maken hebben met Siciliaanse weduwen. De Muntunie verandert daar geen moer aan. Tenzij die gekoppeld zou worden aan een eenvormig Europees sociaal en fiskaal beleid. Maar juist diegenen die het hardst roepen om één munt, gruwen ook het hardst bij de gedachte alleen al, aan één sociaal en fiskaal Europa.

Omdat dat niet kan, zou straks de hele heisa van veranderende boekhoudprogramma’s, nieuwe prijskaartjes, verwarrende dubbel-prijzen en omgebouwde geldautomaten de konsument op zijn minst Siberisch koud moeten laten.

J.G.

Fons Verplaetse : straks loketbediende.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content