Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

David Troch is ‘gastcurator poëzie’ tijdens Theater Aan Zee 2014. Wat hij als stadsdichter van Gent doet, probeert hij ook als curator: de poëzie losmaken van het papier.

Een wanhopige poging om poëzie wat meer sexy te maken?

DAVID TROCH: Helemaal niet. Veel poëzie nodigt uit tot meer dan het in je eentje lezen van een gedicht. Poëzie is níét droog, maar te weinig mensen beseffen dat. Ons onderwijs focust op de grootmeesters en negeert de hedendaagse dichters. Dat is een gemiste kans om de jeugd te winnen voor de poëzie en kennis te laten maken met dichters die haar leefwereld in woorden vatten.

En de rampen in die leefwereld. Zoals de Nederlandse Dichter des Vaderlands Anne Vegter, die een gedicht schreef over de vliegtuigramp met de MH17.

TROCH: Op zulke momenten kan poëzie een steun zijn. Wanneer grijpen we naar gedichten? Op emotionele momenten zoals geboorte, huwelijk en dood. Als de mensen met verstomming geslagen zijn, zijn het de dichters die de (troostende) woorden vinden voor het onbeschrijflijke. Actualiteitspoëzie levert niet de meest tijdloze gedichten op, maar wel de gedichten waar een samenleving op een bepaald moment behoefte aan heeft.

Ik wil de mensen ook op andere, minder heftige momenten dichter bij elkaar én bij de poëzie brengen. Als stadsdichter riep ik iedereen op om mijn eerste stadsgedicht in zo veel mogelijk talen te vertalen. Ik organiseer een literair festival en een heuse poëziecarrousel. In juni hield ik in verschillende Gentse bibliotheken een ‘spreekuur’, in het najaar volgen andere locaties. Mensen kunnen me dan raadplegen. Vaak zeggen ze me dat poëzie te moeilijk, te hermetisch is. Maar als ik hen dan op basis van wat ze me over zichzelf vertellen een dichtbundel laat lezen, veranderen ze van mening. Dan wordt poëzie plots wél herkenbaar.

Houdt u ook spreekuur tijdens Prinsen en prinsessen der poëzie op Theater Aan Zee?

TROCH: Nee. Al heb ik mijn curatorschap wel te danken aan een soort ‘spreekuur’. Een van de organisatoren van Theater Aan Zee was aanwezig toen ik vorig jaar in de bibliotheek van Oostende een blinddoeksessie hield: dan blinddoek ik mensen alvorens ze een bundel kiezen waaruit ik een gedicht voorlees. Hij vroeg me een poëzieprogramma uit te werken voor het festival. Als curator, niet als dichter. Tijdens het festival interview ik elke dag twee dichters die in de koningin der badsteden gedichten van hun ‘koning der poëzie’ en eigen werk voorlezen.

Wie mogen we niet missen?

TROCH: U moet ze allemaal aan het werk zien! Ik selecteerde zes Belgische en zes Nederlandse dichters – evenveel vrouwen als mannen – die allen jonger zijn dan veertig en op de een of andere manier al bloemen kregen voor hun werk. Samen vormen ze een staalkaart van de hedendaagse poëzie. Xavier Roelens dolt constant met taal, Kira Wuck schrijft herkenbaarder. Sommigen hebben een slam poetry-achtergrond, zoals Krijn Peter Hesselink, anderen laveren tussen poëzie en theater, zoals Maud Vanhauwaert.

www.theateraanzee.be, www.davidtroch.be

Els Van Steenberghe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content