Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

U vraagt zich misschien wel af wat zo’n recensent bezielt, uit de hoop platen die zich nagenoeg wekelijks aandient uitgerekend een opname van twee concerto’s van Brahms te kiezen. Is het dan zo moeilijk wat originaliteit aan de dag te leggen?

De vraag lijkt terecht, maar is irrelevant. Het is immers niet anders: deze opname is de beste die ons de laatste weken ter ore kwam. Bovendien is het heus een goed idee om op gezette tijden de grote iconen te eren. Een kwestie van mentale hygiëne. Zich eventjes herinneren waartoe de menselijke geest ook alweer in staat was. Het betere hout vasthouden.

De koppeling van Brahms’ vioolconcerto opus 77 en dubbelconcerto voor viool en cello opus 102 is niet nieuw. Rond beide verwante werken bestaat een ‘ontroerende’ anekdotiek. Het vioolconcerto schreef Brahms voor zijn vriend en kamermuziekpartner, de grote violist Joachim. Het dubbelconcerto zou een verklanking zijn van beider verzoening, nadat Brahms de kant van Joachims vrouw had gekozen in hun echtscheidingsperikelen.

Brahms koos altijd de kant van de vrouwen – wat Bernstein daar ook over te melden heeft.

De reden om deze plaat de kopen, zelfs al bent u reeds in het bezit van bevredigende opnamen van beide concerti, zit ‘m evenwel in de figuur van violist Vadim Repin. Petje af voor Truls Mørk en zijn schitterende cello, voor dirigent Riccardo Chailly en zijn op het scherp van de snee fraserende Gewandhausorkest, maar tegenover hun volmaakte ambacht stelt Repin een magie die even aantrekkelijk als verwarrend is. Beluister zijn Tsjaikovski met Gergiev/Kirov, zijn Beethoven met Muti/Wiener Philharmoniker en deze Brahms met Chailly/Gewandhaus: meer verschillend kunnen muzikale zienswijzen en temperamenten niet worden. Toch hoeft Repin geen stilistische kameleon te zijn. Wat hij doet, werkt. Altijd en overal. Hij is immers niet alleen een zeldzame virtuoos, maar kent ook het Geheim, de binnenkant van de noten. Een kennis die hem toelaat, vanuit eenvoud, vertrouwelijkheid en evidentie te musiceren, zonder die te vertalen in vanzelf-sprekendheid. Repin is een van de grootste musici van onze tijd, een geschenk waarbij slechts een mengeling van gretigheid en schroom past.

En wie haar nog niet kende, krijgt hier van Repin en Chailly de belangrijkste les die de romantiek te bieden heeft: Brahms was niet de wereldkampioen 19e-eeuws componeren in de hoogste gewichtscategorie, maar een genie in de artistieke afstammingslijn van Bach. Een grotere eer is muzikaal gezien niet denkbaar.

DEUTSCHE GRAMMOPHON 477 7470

Rudy Tambuyser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content