De monoloog “Saigon Follow Me” is meer dan alleen maar een fabeltje.

DE VIETNAM-TRAGEDIE associëren we daarvoor heeft Hollywood gezorgd met spectaculaire aktie en gemeen geweld. Denk maar aan de tijgerkooien in “The Deer Hunter”, het Walküre-bombardement uit “Apocalypse Now” of de jungle-missies uit “Platoon”. Michel van Dousselaere begint zijn monoloog “Saigon Follow Me” met het aan de kant schuiven van die associaties. De toeschouwer betreedt de zaal terwijl “The End” van The Doors speelt en van Dousselaere in onderhemd om zijn as draait en molenwiekt met brandende wierookstaafjes.

Op de grond voor hem doen enkele mechanische speelgoedsoldaatjes verwoede pogingen om over een berg te klimmen. Een berg die wordt gevormd door een militaire helm. Na die “aktie” trekt van Dousselaere zijn jas weer aan, monstert zijn publiek en neemt het woord. Schijnbaar rustig.

De verteller doet het verslag van een toeristische reis die hij in 1991 maakte naar Vietnam, naar Ho Chi Minh Stad. Het land en zijn hoofdstad worden met een vinger aangeduid op een grote kaart van Zuidoost-Azië.

De toerist vertelt dat hij pas bij zijn aankomst het cadeau mocht openen dat zijn vriendin hem had gegeven : het blijkt “The Quiet American” te zijn. Als hij dat boek van Graham Greene leest, valt hem op dat de meeste decors van de roman nog overeind staan. Alleen de Franse straatnamen van de jaren vijftig zijn veranderd. Het hotel Majestic heet nu Cuu Long Hotel en de rue Catinat werd Dong Khoi Street. Het Parijs van Azië heeft Amerikaanse en Vietnamese aksenten gekregen. En weer wijst de verteller de plaatsen aan die hij bezoekt : Chez Maxim’s, de Notre Dame.

Is dit een aardrijkskundeles ? Nee. De kaarten staan veel te ver om leesbaar te zijn en vormen een abstrakte wirwar van lijnen en vlekken. De vinger van de verteller troont ons mee naar het labyrint in zijn hoofd. En daar verlies je al gauw elk gevoel voor richting. Want de westerse toerist, met de reisgids en de roman in de aanslag, raakt danig in de war van de stad om hem heen en van de vraag naar zijn houding tegenover de mensen.

MONNIK.

Journalist Fowler, het centrale personage uit “The Quiet Man”, brengt in 1954 verslag uit van het koloniale oorlogskonflikt tussen Frankrijk en Vietnam. Hij is een Brit, en denkt lange tijd dat hij neutraal kan blijven. “I’m a reporter, I’m not interested in politics”, is zijn devies. Maar die “objektieve” instelling wordt ondergraven door zijn vriendschap met Pile, een Amerikaans ekonomisch advizeur, en door zijn liefdesrelatie met Phuong, een Vietnamese schone.

Al snel ontdekt Fowler dat de zwijgzame Pile onder een hoedje speelt met allerlei duistere groeperingen. De “stille Amerikaan” verleent hen financiële en technische steun, zodat ze met terroristische aanslagen de vrijheidsstrijd van de VietMinh kunnen dwarsbomen, wat dan weer past in de anti-kommunistische strategie van het Pentagon.

Als Fowler zo’n aanslag meemaakt en ziet hoeveel onschuldige burgers daarbij om het leven komen, besluit hij Pile te verklikken. De Amerikaan wordt kort daarna door de VietMinh uit de weg geruimd. Fowler heeft dus een keuze gemaakt. Louter uit altruïstische overwegingen ? In de loop van het verhaal is Fowler Phuong kwijtgespeeld aan Pile. Als de Amerikaan dood is, keert zij terug naar haar Britse minnaar. Op de laatste bladzijde van Greene’s boek ligt Phuong naast Fowler in bed en verzucht hij : “Had ik nog maar een vriend om alles aan te vertellen. “

Ook de toerist moet, net als Fowler, vroeg of laat keuzes maken. Tijdens een uitstapje naar een tempel stopt een monnik hem plotseling een stapel papier toe. Tussen de papieren zit een diskette met “regeringsonvriendelijke” informatie. Smokkelt hij de diskette mee naar het westen ?

Michel van Dousselaere schakelt op tekst van de Nederlander Rob de Kuiper in zijn vertelling voortdurend heen en weer tussen het verslag van een reis en de neerslag van een romanlektuur. Hij speelt geen personages, maar hij verleent ze zijn stem op de cruciale momenten van hun verhaal. Nu is die stem van de Gentse akteur erg hees en ligt ze op bepaalde momenten te ver in de “diepten” van zijn keel.

Op de eerste Vlaamse voorstelling van “Saigon Follow Me” had de akteur daar duidelijk last van. Premièrezenuwen, een technisch probleem met de geluidsband en een luidruchtige laatkomer zorgden voor een te jachtige, onzuivere zegging. Een dag later had de monoloog opeens wel de precieze scherpte en gaafheid, had de opvallend klaardere stem wel voldoende intense emotionele geladenheid.

OOGOPSLAG.

Toen bleek pas goed dat Van Dousselaere niet zomaar een sfeervol Vietnam-fabeltje komt vertellen, waarin een toeristische wandeling wordt doorspekt met fragmenten uit een spionagethriller. Van Dousselaere doet wat hij ook al in de Blauwe Maandag-produktie “Boste” deed : hij biedt een ruime blik op zijn ziel en zijn twijfels.

Hij stelt vragen die elk reizend mens zich zou moeten stellen als hij in kontakt komt met andere kulturen. In die zin is “Saigon Follow Me” veel meer dan een variant op het “Back to Nam”-stramien dat we uit al die Amerikaanse films kennen, hoe tastbaar de verstikkende hitte, de ondoordringbare vriendelijkheid, de gewelddadige chaos van Vietnam ook worden opgeroepen.

“Saigon Follow Me” gaat over onschuld en engagement, over afstandelijkheid en betrokkenheid. Of anders gezegd : hoe reizen we door dit leven ? Met de achteloosheid van de Amerikaanse toerist of met de oprechte belangstelling van de geïnteresseerde wereldburger ? Belangrijke vragen in deze tijd van enggeestigheid tegenover andere kulturen.

“Saigon Follow Me” is in zijn opzet en uitwerking bescheiden en ook dat samen met de oogopslag en het voorhoofdzweet van Van Dousselaere draagt bij tot de geloofwaardigheid van deze persoonlijke, onrechtstreeks-politieke voorstelling. Het is jammer dat de produktie maar negen keer in Vlaanderen te zien zal zijn, terwijl minder interessante solo-voorstellingen maandenlang blijven rondtoeren. Het is onbegrijpelijk dat het tweetalige KunstenfestivaldesArts deze monoloog slechts één keer, en dan nog enkel in het Frans, prezenteert.

Edward van Heer

foto 1

Speeldata : 24/4 in de Stadsschouwburg in Kortrijk (056/22.19.02) en 27/4 in de Vooruit in Gent (09/223.82.01. Op 23/5 is in het kader van het KunstenfestivaldesArts een Franse versie te zien in Plateau in Brussel (02/219.07.07).

Michel Van Dousselaere in “Saigon Follow me” : hoe reizen we door dit leven ?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content