“Freuds Laatste Droom” en “Der Kaiser von Atlantis” : het onvermogen om te zien.

IN HET STUK “Freuds Laatste Droom” waaraan de Hongaar Miklos Hubay(77) dertig jaar werkte, treden een aantal hoofdrolspelers aan uit de recente geschiedenis van de Oostenrijkse hoofdstad. De psychoanalyticus Sigmund Freud, zijn vier zusters en zijn twee dochters, de Habsburgse keizer Franz Josef, diens maîtresse, de aktrice Katharina Schratt, kroonopvolger Rudolf en zijn minnares Sofie. Zij zijn te zien in een realistisch decor dat sterk gemodelleerd is op de huisraad zoals die zich in 1938 in het huis van Freud bevond. En ze worden begeleid door fraaie flarden époque-muziek.

Hubay gaat in zijn tekst uit van de basisvraag : waarom was een man als Freud, volgens de schrijver een briljant wetenschapper, niet in staat om in te zien, te begrijpen of aan te voelen dat met de ineenstorting van de Habsburgse dubbelmonarchie meteen het startschot was gegeven voor een twintigste eeuw vol politieke verwarring en morele verloedering ? Hubay voert Freud op terwijl hij zich (in juni 1938) klaarmaakt om naar Londen te vluchten. Zijn vier zussen zijn druk bezig met koffers pakken als de oude Freud in slaap sukkelt. In zijn droom wordt Freud teruggeslingerd naar 1914 en ontmoet hij keizer Franz Josef en diens Habsburgse entoerage.

Wat bij lezing al bleek, wordt bij een opvoering pijnlijk duidelijk : de tekst van Hubay is een nauwgezette vervlechting van kultuurhistorische en toeristische wetenswaardigheden en spekulaties. Hij biedt geen of, beter, veel te veel stof voor een pakkend drama. Natuurlijk is het tragisch dat Freud te laat inzag hoezeer het fascisme en antisemitisme ingeworteld raakten op de puinen van het Habsburgse rijk. En vanzelfsprekend kan je vragen stellen bij zijn beslissing om Wenen te ruilen voor Londen en zijn zussen achter te laten als prooien voor de nazi’s.

Maar die gegevens zijn door Hubay zodanig verpakt in een babbelziek en symboolzwanger stuk dat Freud geen tragische held maar een figuur uit een wassenbeeld van Madame Tussaud wordt. En dat geldt ook voor de andere figuren van “Freuds Laatste Droom”.

THERESIENSTADT.

Ondanks de zwakte en langdradigheid van het stuk is regisseur Franz Marijnen er toch in geslaagd om enige orde te scheppen in de veelheid van het “akademische” materiaal van Hubay. Het mooie decor van de onlangs overleden ontwerper Santiago del Corral is daarbij zeer behulpzaam. Ook het klassiek-ingeleefde akteerwerk van Wim van der Grijn (Freud), Bien De Moor (Anna Freud), Sofie Decleir (Mitzi Freud) en Sien Eggers (Katharina Schratt) zorgt ervoor dat je enigzins geboeid blijft kijken naar deze in toneeldialogen vertaalde geschiedenisles. Helaas : wijzer word je er niet van en “Freuds Laatste Droom” is niet het soort eigentijds repertoiretheater wat de leegloop in de Vlaamse schouwburgen zal afremmen.

Het slotbeeld van “Freuds Laatste Droom” is wrang : in een uitgespaarde rechthoek hoog boven het speelvlak zitten de vier kaalgeschoren zussen van Freud het meeslepende adagio van het “Kaiserkwartet” van Joseph Haydn te spelen terwijl Freud zelf in het Londense Victoria-station naar een nieuw leven en zijn nieuwe landgenoten zwaait. Het koncentratiekamp waar de bij een razzia opgepakte Freud-zussen naartoe werden gevoerd is Theresienstadt. In dat kamp op zo’n zestig kilometer van Praag, dreven de nazi’s de kulturele elite van Praag, Wenen en Brno samen.

Anders dan andere doorgangskampen was Theresienstadt een modelkamp waarmee de Duitsers aan de buitenwereld wilden tonen hoe goed de joden het in het Derde Rijk hadden. Er was voldoende eten, er waren fatsoenlijke huizen en er waren talloze mogelijkheden om zich sportief en kreatief te ontplooien. Het internationale Rode Kruis bracht een bezoek aan Theresienstadt om zichzelf en de wereld ervan te overtuigen dat het niet zo’n vaart liep met de jodenvervolging. De Duitsers zelf maakten nog in 1944 een propagandafilm over dit namaakkamp voor joodse kultuur met de titel “Der Führer schenkt den Juden eine Stadt”.

Meteen na de opnamen verdween het grootste deel van de “akteurs” naar Auschwitz. Onder hen waren Victor Ullman en Peter Kien. Van deze Tsjechische komponist en librettist is de opera-in-één-bedrijf “Der Kaiser von Atlantis” bewaard gebleven. De Belgische kreatie van dit Schönberg-achtige, diep ontroerende werk werd samen geproduceerd door het Luikse Théâtre de la Place, de Muntschouwburg en deSingel. De enscenering door de jonge Keulse regisseuse Sabine Hartmannshenn is gewoonweg verbluffend.

Met diep insnijdende beelden, surrealistisch licht en expressionistisch akteerwerk creëert ze een nachtmerrie-achtig sprookje dat op een vreemde manier fluktueert tussen totale abstraktie en gruwelijke symboliek. Het is alsof de toeschouwer op een divan bij Freud wordt gegooid en via zijn eigen zieleleven wordt herinnerd aan zijn ingebakken fascisme en zijn angst voor pijn en dood. Tegelijk wordt hij gekonfronteerd met de potsierlijkheid van iedere vorm van politieke diktatuur. Ook “De Keizer van Atlantis” gaat over de brandhaarden van de wereld en de onmacht van de intellektuelen, net als het stuk van Hubay. Alleen kom je hier niet onberoerd buiten.

Edward van Heer

“Freuds… ” : in de KVS t/m 17/12. “Der Kaiser… ” : in het Lunatheater van 10 t/m 14/10 en in deSingel op 19, 20 en 21/10.

“Freuds Laatste Droom” : geen tragische held.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content