Christiane Véricel brengt joodse en Arabische kinderen samen in “Adama”, te gast op “Kunstonderacht”. Het aanbod en een gesprek.

KUNSTONDERACHT is een tweejaarlijkse kunstmanifestatie voor kinderen, jongeren en hun ouders. Uit de eerste editie, die tijdens Antwerpen 93 een groot sukses kende, ontstond het idee voor Villanella, een kunsthuis voor kinderen in Antwerpen. Het eigen huis is er nog niet, maar het idee krijgt stilaan vaste vorm op verschillende lokaties.

Villanella organizeert nu de tweede editie van Kunstonderacht. Een “mini-festival”, zegt initiatiefnemer Mark Verstappen van het Antwerpse teaterbureau Jeux Interdits. Toch ook weer niet zo klein, want tussen nu en 18 april zijn er tien manifestaties geprogrammeerd. Koncerten voor de allerkleinsten, teater voor het hele gezin, tentoonstellingen, workshops, objektenteater en een magische kermismolen. Die draait tot 1 mei op de Antwerpse Groenplaats.

De molen is versierd met acht vrouwenfiguren, omringd door gebeeldhouwde houten ornamenten. Tussen de vrouwen in zijn er acht medaillons in reliëf die vreemde personages voorstellen. Ze reizen op een reuzensprinkhaan, een kalkoen, een krokodil. Een dinosaurus spuwt vlammen van stof, een slak zit een ruige rups achterna, een raket schiet de lucht in. Kinderen draaien mee en ontdekken een vreemde wereld, gecreëerd door de Compagnie Royal de Luxe. Dat zijn zowat de “goden” van het Europees openluchtteater.

In de Sint-Augustinuskerk (Kammenstraat, van 14 tot 17 april) installeert beeldhouwer-muzikant Frédérique Le Junter vijftig schommels die muziek maken. Een kinderorkest brengt het geheel tot leven. Dezelfde Le Junter toont tot 16 april in het Museum voor Hedendaagse Kunst (MUHKA, Leuvenstraat) zijn “betoverde” objekten, gemaakt van oude platendraaiers en ander afgedankt materiaal. Ze bewegen en maken een vreemd soort muziek. Aan de tentoonstelling zijn ook workshops gekoppeld voor kinderen van vier tot twaalf jaar.

In het Kunstlokaal (Koninklijk Paleis, Meir) betreedt akteur Marc De Corte een landschap van hedendaagse beeldende kunst, samengesteld met origineel werk uit de verzameling van de Provincie Antwerpen. Op een associatieve manier wijst hij (op 14 en 15 april, telkens om 19 en 21 u.) jongeren vanaf vijftien jaar de weg in deze kunsttuin. Daar wordt ook Picto 1 georganizeerd, een mysterieuze wereld met de “ikonen” uit het verkeer.

MULTIKULTUREEL.

In de Zwarte Zaal van deSingel verzorgt het Trio Aura een “Tweede koncert” voor kinderen, met muziek van onder meer Frederic Devreese en Jan Rispens (14, 15, 16 april, 15 u.). In “Recital” (van 15 tot 17 april om 14 en 16 u.) nemen een pianist en een zangeres de kleuters mee op een tour de chant doorheen klassieke en populaire muziek, een realizatie van Het Gevolg in het Elzenveld (Lange Gasthuisstraat 45).

Het teaterluik van Kunstonderacht vermeldt drie produkties. Stella Den Haag komt met “Storm”, over twee akteurs en een televisie, naar een verhaal van Annie M.G. Schmidt (Fakkelteater, Zwarte Zaal, 15, 16 april, om 14 en 17 u.). Theater Terra speelt de première van “Lieve buurvrouw”, teater met poppen en akteurs (op 16 april om 16 u.) in de Arenbergschouwburg.

Een buitengewone prestatie wordt gebracht door Image Aiguë, de groep geleid door Christiane Véricel. Ze brengt “Adama”, een spel waarin kinderen, jongeren en volwassenen uit Europa, Afrika, Azië en uit de joodse en Arabische gemeenschappen in Israël samen op de planken staan. Twee jaar geleden verraste Image Aiguë in de Bourlaschouwburg met “Elck”, een spektakel over een gelukkige samenleving in een land zonder grenzen, geïnspireerd op het schilderij “Babel” van Pieter Bruegel de Oude.

Nu is Christiane Véricel, die in Frankrijk al jaren bezig is met multikultureel kinder- en jongerenteater, een grote stap verder gegaan. Door in te spelen op de etnische konflikten die in verschillende landen zijn ontstaan, heeft ze met “Adama” bewust gekozen voor politiek-geëngageerd teater. Doelbewust heeft zij joodse en Arabische kinderen in het gezelschap opgenomen : tien uit de Arabische stad Nazareth en tien uit de joodse stad Beer Sheva. Ze werden via ateliers en workshops in Israël gerekruteerd en geselekteerd. In groten getale hadden de kandidaten zich aangeboden, ondanks het aanvankelijke wantrouwen van ouders en ouderen omtrent de kansen op slagen van het “experiment”.

“Op de eerste repetities werd met tolken gewerkt, maar na enige tijd begrepen ze elkaar vanuit een aanvoelen”, zegt Christiane Véricel. “Dan zijn we in Frankrijk voort gaan repeteren, op “neutraal” terrein, ver weg van de konfliktsituatie waarmee de joodse en Arabische kinderen dagelijks gekonfronteerd werden. In september 1994 was de produktie klaar en toen zijn we terug naar Israël gegaan. Op een festival, dat uitsluitend aan de spanningen tussen joden en Arabieren was gewijd, hebben we gespeeld voor meer dan tweeduizend toeschouwers. Na afloop zijn ouders van kinderen die meespeelden mij geëmotioneerd komen bedanken. “

“Adama” is Hebreeuws en betekent aarde of rood zand. In “Adama” wil Christiane Véricel dan ook terug naar de grond van de zaak : de (her)verdeling van de goederen van deze aarde. Het eerste deel handelt over water, de levensbron, over beschutting (wonen, kledij) en brood. Daar wordt onmiddellijk het probleem van bezit en eigendom aan gekoppeld en daar hangt dan weer de tematiek van het konflikt, van agressie en oorlog aan vast.

Het tweede deel gaat over de machtsgreep van diegenen die uit de konflikten profijt willen halen. Toch is dit geen belerend of al te ernstig spektakel.

– CHRISTIANE VERICEL : Die joodse en Arabische kinderen gaan zeer relativerend om met de situatie waarmee zij in Israël gekonfronteerd worden. Vandaar dat er ook zeer komisch met de stof wordt omgegaan op de scène. Ik heb zeker niet de bedoeling edukatief teater te maken. Ik hoop dat de toeschouwer zelf wel de boodschap zal ontdekken die er in zit. Een goede kijker heeft trouwens maar een half woord nodig. En met beeld en muziek kan je de mensen flink wat helpen in het meedenken en -voelen.

– De laatste jaren hebt u vooral gewerkt met werken van schilders alsBruegel, Vermeer, Monet. Nu niet meer ?

– VERICEL : Voor “Adama” ben ik vertrokken vanuit het idee van een wit-zwarte aktualiteitsfoto. De persfotograaf die oorlog en agressie in beeld brengt, die dus in de vuurlinie staat, is degene die het konflikt ook dicht bij de mensen brengt. De kracht van zo’n foto zit niet alleen in wat hij voorstelt, maar hoe het gebeuren voorgesteld wordt. Er is dus een artistieke kant aan de zaak.

Als teatermaker ben ik zo’n fotograaf. Ik kleur de aktualiteit en de realiteit van de etnische konflikten in door er een artistieke dimensie aan te geven. En ook met een reële kleur. In “Adama” is dit rood, de kleur van deze tijd.

Ik laat een scène vaak starten met een vredig tafereel uit het dagelijks leven : water halen, een maaltijd nuttigen, een moeder die speelt met haar kind, om dan het kontrast te maken met de oorlogssituatie waarin die levensnoodzakelijke dingen nog moeilijk kunnen en waar de ene het weinige dat hij heeft deelt met de andere, of de ene met geweld steelt van de andere.

In “Adama” maak ik ook onrechtstreeks een verwijzing naar de Intifada. Op een allegorische manier als je wil, want ik blijf erbij dat ik de kijker op een artistieke manier bewust moet maken.

– In hoeverre heeft teater invloed op de realiteit ?

– VERICEL : Ik was zeer verrast te zien hoe, bijvoorbeeld, in Beer Sheva het teater deel uitmaakt van het dagelijks leven. De teaterstukken zijn er dan ook politiek geladen. Er is ook een grote opgang van het amateurteater in Israël in de zin dat er ’s avonds tientallen jongeren teaterateliers en toneelklassen volgen.

Ook tijdens het werken aan “Adama” heb ik ontroerende taferelen meegemaakt tussen de joodse en Arabische kinderen, ter gelegenheid van een verjaardag bijvoorbeeld. Ik heb gemerkt dat de ontstane vriendschap niet alleen tot de scène beperkt bleef, maar uitgedragen werd.

– Zijn kinderen in staat om de gewelddadige situaties die ze zelf meemaken te spelen, te verbeelden ?

– VERICEL : Tijdens de repetities kijkt een deel van de spelers hoe het andere deel bezig is op de scène. Ik zeg weinig. Ik stel een bepaalde situatie voor, zonder onmiddellijk naar een konkrete situatie te verwijzen. De eerste reaktie is gegiechel, gelach en gescherts bij de spelers. Dat vind ik belangrijk, dat ze eerst een komische reflex hebben op een au fond ernstige zaak. “Adama” steunt trouwens voor een goed deel op relativering en zelfs op zelfspot.

De produktie wordt ten andere niet uitsluitend door joodse en Arabische kinderen gemaakt. Dat amalgaam van rassen in de groep werkt het relativeren nog meer in de hand. Het multikultureel karakter van de voorstelling wijst er ook op dat het probleem van de etnische of godsdienstige konflikten helaas universeel is. Maar ik wil vooral voor het kind opkomen dat in oorlog en geweld zogenaamd “per ongeluk” omkomt, maar eigenlijk het slachtoffer is van een beslissing van volwassenen.

Roger Arteel

“Adama” wordt gespeeld in de Rode Zaal van deSingel op 15 (20 u.), 16 en 17 april (15 u.). Reserv. : (03) 248.38.00 (deSingel). Info over Kunstonderacht bij Villanella, (03) 272.14.46.

Scène uit “Adama” : een vredig tafereel als kontrast met de oorlog.

Christiane Véricel : elkaar begrijpen vanuit een aanvoelen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content