Leo Delcroix (CVP) en Melchior Wathelet (PSC) hebben een en ander met elkaar gemeen, onder meer dat ze konservatieve katolieken zijn en een voortijdig afgebroken mandaat als minister van Landsverdediging vervulden. Wathelet is echter definitief out ; hij borg zijn politieke ambities op en werd rechter bij het Europees hof van justitie. Delcroix hoopt echter vurig opnieuw in te zullen worden, en rekent daarvoor luidop op de benoeming van minister Theo Kelchtermans tot goeverneur van Limburg. Zo komt er immers een plaatsje voor een Limburgse CVP’er vrij in de Vlaamse regering, dat hij al voor zichzelf gereserveerd acht. Het is overigens niet de enige funktie waar hij zichzelf uitermate geschikt voor acht.

Delcroix mocht vorige week met zijn partijvoorzitter Johan Van Hecke alvast mee op safari naar Zaïre en liet iets te denken na in de vorm van een Vrije Tribune in De Standaard. Daarin zingt hij de lof van Wathelet, met de boodschap dat het goed is dat politici af en toe eens radikaal van job veranderen. Het is een beetje doorzichtig. De tekst is immers niets anders dan een averechtse sollicitatie voor een ministerportefeuille. Voor hemzelf.

Delcroix, die zich meer een vertegenwoordiger van de bedrijven dan van het volk acht, vindt immers nog altijd dat zijn belangrijkste verdienste erin bestaat dat hij ooit in de privé-sektor heeft gewerkt. Daardoor kan hij voorwenden een outsider te zijn, die de know-how van het bedrijfsleven kan transplanteren naar de Wetstraat want de kwaliteiten als manager in huis heeft die de politiek zo broodnodig schijnt te hebben. Nochtans zijn er weinigen zozeer thuis in de coulissen van de politiek als hij. Hij mag dan al een tijd personeelschef in een Limburgse brouwerij zijn geweest, op zijn curriculum staat vooral dat hij ettelijke jaren nationaal sekretaris van de CVP was, wat betekent dat hij als geen ander vertrouwd is met de politieke keuken, waarin hij zich ook onledig moest houden met de minder fraaie kanten daarvan, zoals het gekonkel bij benoemingen of de partijfinanciering.

Hoezeer Delcroix politiek verblind is, blijkt wanneer hij via De Standaard laat blijken dat hij zelfs geen politieke benoemingen meer ziet waar ze zich voordoen. Hij wil ons laten geloven dat Wathelet slechts node afscheid nam van de “mooiste ministeriële jaren” die voor hem als Defensieminister in het verschiet lagen. Hij zou naar het Europese hof zijn getrokken omdat het moest, omdat de vorige Belgische rechter aldaar (“zijn professor en vriend”) was gestorven. Wie dat wil geloven, moet aannemen dat het België zozeer aan bekwame juristen ontbreekt, dat ze nu zelfs uit de regering moeten worden betrokken.

De simpele waarheid is echter dat Wathelet, nog vóór Dehaene II goed en wel van start was gegaan, al gefrustreerd zat te kniezen op zijn nieuwe departement en dan maar een politieke benoeming opeiste. Hij had zijn mooiste ministeriële jaren wel anders voorgesteld, meer bepaald op het zoveel prestigieuzer, beter bij zijn maatpakken passende ministerie van Buitenlandse Zaken. Maar dat wilden zijn partijgenoten bij de PSC hem dan weer niet gunnen.

Overigens, gelet op de financiële puinhoop die Leo Delcroix zelf in de begroting van Defensie heeft aangericht en die wellicht mee Wathelets frustraties helpt verklaren , bestaat er zelfs enige grond om ook aan Delcroix’ kapaciteiten als manager te twijfelen.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content