Chris De Stoop
Chris De Stoop Chris De Stoop is redacteur van Knack.

Vorige week begon de zoveelste imagocampagne om de verpleegkunde aantrekkelijker te maken. Verplegers zijn een schaars goed geworden, en dat zorgt stilaan voor schrijnende problemen in de ziekenhuizen.

Het gebeurde onlangs in een groot ziekenhuis te lande. Het was weer hectisch op de dienst Intensieve zorg, die onderbezet en overbelast was. De stress was om te snijden. De verpleegster rende als gek van het ene bed naar het andere. Het alarmsysteem, waarmee hartpatiënten gemonitord werden, begon te piepen – zoals het elke keer deed, als de patiënt een beweging maakte. In een werktuiglijk gebaar schakelde de verpleegster het alarm uit. Daarna werkte ze zich te pletter en vergat ze dat ze het systeem afgezet had. Enkele uren later werd de patiënt dood aangetroffen. Hij had een hartaanval gekregen, en ondanks alle elektrodes en sensoren had niemand het gemerkt. Voor de verpleegster, een van de beste krachten van het ziekenhuis, was het alsof de wereld instortte.

‘Het krappe personeelsbestand begint een risico te worden voor de volksgezondheid’, zegt Walter Cornelis van de christelijke vakbond LBC, die daarover getuigenissen verzamelde. Er is onder meer het voorbeeld van een vrouw die voor een operatie verdoofd werd. Vroeger stond men dan met twee of drie verpleegkundigen in de zaal, maar nu was er maar één verpleegster. Terwijl ze op haar eentje de vrouw moest verleggen van de operatietafel naar haar bed, vielen de verdoofde benen omlaag, met een blijvende verlamming tot gevolg. De verpleegster werd ontslagen. Een ander voorbeeld komt uit een groot ziekenhuis, waar een eerstejaarsstudent bij gebrek aan verplegers een patiënte moest helpen voeden, zonder dat men hem over haar slikstoornis gesproken had. De patiënte stikte in haar eten, de student sloeg in paniek, en hulp kwam te laat.

Veel verpleegkundigen zaten de voorbije dagen met verbazing naar de flitsende reclamespots over hun beroep te kijken. Vooral het filmpje van de Brusselse minister Jos Chabert (CVP) over de ’toffe job’ leidde tot gemor. Ook nationaal minister Magda Aelvoet (Agalev) van Volksgezondheid lanceerde een reclamecampagne over de ‘snelle beats’ van de verpleegkunde. Dat strookt niet bepaald met het zelfbeeld dat veel overwerkte verplegers momenteel hebben. Maar het is een poging om het imago op te krikken en zo weer meer jongeren naar de scholen te lokken. ‘Een imagocampagne is natuurlijk niet genoeg’, zegt Walter Cornelis. ‘Vorige week zaten we op het kabinet van Volksgezondheid te onderhandelen over maatregelen om de slechte arbeidsomstandigheden te veranderen en het beroep écht aantrekkelijker te maken. Maar dat debat lag al veel moeilijker.’

MAKELAAR IN VERPLEEGSTERS

In de hele Europese Unie is er momenteel een nijpend tekort aan verpleegkundigen, wat met de groeiende vraag naar verzorging (door de demografische evolutie en medische ontwikkeling) de volgende jaren tot enorme problemen zal leiden. In het Verenigd Koninkrijk schat men het tekort de komende vier jaar op 52.000. Vorig jaar werden alvast 7500 meisjes uit de Filipijnen, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland ingevoerd. In Nederland wordt het toekomstige tekort op 40.000 geraamd. Ook daar werden al de eerste konvooien verpleegsters uit Zuid-Afrika overgevlogen. In heel wat gevallen draaide dat op een mislukking uit, omdat de inwijkelingen te weinig vertrouwd waren met de taal en de cultuur om in zo’n delicaat beroep te fungeren. Ook rezen er ethische bezwaren tegen het leegplunderen van het gezondheidsstelsel van ontwikkelingslanden.

In België werken er nu 90.000 verpleegkundigen, van wie 55.000 in Vlaanderen (zowat de helft deeltijds). De grootste problemen doen zich voor in Brussel, Antwerpen en Gent. Dokter De Bie van het Brusselse Sint-Elisabethziekenhuis: ‘Ik heb enkele bedden buiten gebruik, omdat ik de verzorging niet kan garanderen. Vorige zomer hebben we zelfs een operatiezaal moeten sluiten. Patiënten moesten op de wachtlijst. Andere ziekenhuizen moeten soms een hele afdeling sluiten.’ De Bie probeert alles om verpleegkundigen te rekruteren: ronkende advertenties, acties bij de studenten, en zelfs het aanbieden van goedkope huurappartementen. Zij wil echter niet zover gaan als een ander ziekenhuis in de regio rond Brussel, dat een premie van 300.000 frank aanbiedt voor wie een langere periode gegarandeerd blijft werken. Dokter De Bie zoekt via Britse kanalen nu wel naar verpleegsters op de Filipijnen en in Oost-Europa.

In Antwerpen heeft het Sint-Augustinusziekenhuis 52 vacatures die maar niet ingevuld raken – sommige staan al open van maart vorig jaar. Directeur Michel Van der Borght, die al enkele Roemenen in dienst heeft, deed ook een vergeefse poging om verpleegkundigen uit Oekraïne aan te trekken. Tien verpleegsters zouden deeltijds werken en deeltijds een aanvullende opleiding krijgen. Daarna zou hen een meerjarencontract aangeboden worden. De tien geselecteerden kregen in Kiev vorige zomer zelfs al een cursus Nederlands. Toen ze in het najaar klaar waren om naar België te komen, bleek echter dat onze overheid hen geen visum wou geven. Een pijnlijke ervaring voor de verpleegsters, die hun eigen job in Oekraïne al opgegeven hadden. Als ze hadden kunnen voetballen, hadden ze waarschijnlijk wél prompt een vergunning gekregen.

De Oekraïense rekruteringscampagne was uitgevoerd door het gespecialiseerde uitzendbureau Express Medical, dat nu een nieuwe aanvraag voor visa heeft ingediend. Express Medical probeert ook in Spanje (de enige Europese lidstaat met een overschot) naar verplegers te vissen, en zelfs op het eiland Mauritius. Het is echter niet de bedoeling om een internationaal ‘makelaar in verpleegsters’ te worden. Er wordt op de eerste plaats in de ‘stille reserve’ in het binnenland gerekruteerd: de vele verpleegkundigen die om familiale redenen thuis blijven of deeltijds werken. Express Medical, dat z’n potentieel dit jaar verdubbeld heeft, is marktleider in deze groeisector. Duizend vijfhonderd uitzendkrachten staan al op zijn loonlijst. Vroeger waren ziekenhuizen zeer terughoudend om (dure) uitzendkrachten in te schakelen, maar nood breekt wet. Ook Randstad richt nu in razend tempo gespecialiseerde kantoren op in Gent, Antwerpen, Leuven, Brussel en Luik.

WE MOETEN SCOREN

De reclamecampagnes gaan er blijkbaar van uit dat voor zieken en bejaarden zorgen niet meer past bij de jeugdige dynamiek van tegenwoordig, en dat het beroep daarom een hip kleedje aangemeten moet worden. Maar het probleem zit minder in de dalende instroom – nog altijd bijna vijf procent van de jongeren kiest voor de verpleging – dan in de stijgende uitstroom. Het is een vicieuze cirkel: hoe minder personeel, hoe meer werk voor de overblijvers, en hoe meer ermee kappen. De gemiddelde anciënniteit is amper tien jaar, en verplegers ouder dan veertig zijn een schaars goed. Het verloop is enorm: wel twintig procent per jaar. Een deel daarvan hangt de kap definitief aan de haak; een ander deel blijft in de verzorgingssector, maar in een andere functie.

Zo is Jan De Meester, die leidinggevend verpleger was in een Gents ziekenhuis, er na jarenlange onverdroten inzet uitgestapt. Hij is nu staflid in een bejaardenhuis. Jan De Meester: ‘Het is nog een geluk dat veel verplegers vanuit een caritatieve ingesteldheid werken en al blij zijn met een dankbaar woordje van de patiënten. Maar het management, de reglementering en de houding van de artsen werken vaak zeer versmachtend. Alles staat in functie van de prestaties, maar het menselijke aspect verdwijnt. Verplegers krijgen het gevoel dat ze bandwerk doen. De opleiding is vaak wel op het concept van totaalzorg gericht, waar ook het psychische en het sociale meetellen, maar in de praktijk blijkt daar geen plaats voor te zijn. En daarom haken veel verplegers af – ook al blijft het een van de mooiste beroepen ter wereld.’

Volgens een enquête van het NVKVV, de grootste beroepsorganisatie, zijn dit de belangrijkste redenen waarom verpleegkundigen er de brui aan geven: de werkbelasting, de onregelmatige uren, de gezondheidsproblemen, en het gevoel het werk niet meer aan te kunnen. En verder ook: de stijl van leidinggeven in het ziekenhuis, de intermenselijke relaties, het gebrek aan inspraak, en geen vertrouwen meer hebben in de organisatie. De voornaamste redenen om wel door te gaan, zijn het enthousiasme voor het beroep én het sociale contact met de patiënten. NVKVV-coördinator Michel Foulon: ‘Maar juist die sociale aspecten sneuvelen nu het eerst. Het economische aspect heeft de overhand gekregen. Een ziekenhuis is nu een bedrijf dat moet renderen.’

Er is onlangs berekend dat een verpleger nog maar bitter weinig tijd aan het ziekenbed doorbrengt, en steeds meer tijd aan technische en administratieve prestaties moet wijden. De rompslomp is erg toegenomen. ‘We moeten nu scoren’, zegt Jan De Meester. Scoren is de geijkte term voor het registreren van de prestaties. Verplegers scoren. Dokters scoren. En de scorebladen tellen mee voor de financiering. Daarbij valt op dat er bij verpleegkundigen alleen technische categorieën moeten worden gescoord, maar geen psychische, emotionele of sociale functies. Het management, de medische vooruitgang en de tijdsdruk maken dat alles steeds technischer wordt: iemand een pamper aandoen in plaats van hem naar het toilet te helpen, sondevoeding geven in plaats van te helpen eten, een bevalling kunstmatig ‘inleiden’, enzovoort. Voor echt contact is er bijna geen tijd meer.

OPGEBRAND EN UITGEBLUST

Volgens Marc Van Coillie, coördinator van de vormingsorganisatie Balans in Gent, is er een enorme toename van psychische klachten. Hij probeert die problemen in ziekenhuizen te detecteren en er preventieprogramma’s voor op te stellen. Op de eerste plaats constateert hij bij zowat iedereen duidelijke stress: door de toenemende complexiteit, personeelsschaarste en werkdruk. In een tweede fase is er sprake van overspanning, wat zich uit door prikkelbaarheid, psychosomatische problemen, angstgevoelens, en een groeiende afstandelijkheid in het werk. In de derde en ergste fase is er sprake van burn-out: de verplegers haken mentaal af, voelen zich uitgeblust en depressief, en kunnen het niet meer aan. Volgens Van Coillie is die laatste groep nog relatief klein, maar lijdt een flink deel van de verplegers al aan overspanning. Een van de ergste ziektes in veel ziekenhuizen is daarom nu de ‘klaagcultuur’.

Dat de klachten niet altijd onterecht zijn, blijkt uit de door de LBC verzamelde getuigenissen over schrijnende toestanden: patiënten blijven soms urenlang in hun uitwerpselen liggen; medicatie wordt soms te laat toegediend; mensen kunnen soms pas na de middag gewassen worden; bedlegerige patiënten krijgen doorligwonden omdat ze niet omgedraaid worden; halfverlamde patiënten worden soms vastgebonden aan een toiletstoel; voor de voeding wordt steeds meer een beroep gedaan op vrijwilligers en familieleden; er is geen tijd voor een troostend gesprek met patiënten die net een fatale tijding kregen… Volgens de LBC zijn dat uitwassen, die nu zienderogen toenemen. Het leidt ook tot steeds meer agressiviteit bij patiënten en hun familie. Zegt een verpleegster: ‘Het ergste is dat je je zelf gaat schamen om de kwaliteit van je werk. Als ik ziek word, zou ik zelf weigeren om op mijn eigen dienst verzorgd te worden.’

De christelijke vakbondsafgevaardigden hebben vorige week een dossier met klachten én eisen op het kabinet van Volksgezondheid afgegeven. De kritiek klinkt hard: ‘Vaak is er gebrek aan respect van het medisch korps, dat verpleegkundigen als meiden beschouwt. Ook vanwege de directie. Het verplegend personeel heeft meestal geen of weinig spreekrecht. Het personeelsbeleid wordt steeds onmenselijker als gevolg van de steeds hogere eisen in verband met de rentabiliteit. Opgebrand en versleten personeel wordt na jaren slechte arbeidsomstandigheden uitgebraakt zonder enige vorm van erkentelijkheid. Vele verpleegkundigen ontvluchten het beroep omdat ze de indruk krijgen de patiënt niet te kunnen helpen. Het overblijvend personeel wordt weggejaagd omdat de werkdruk onhoudbaar wordt…’

Besluit: ‘De aantrekkelijkheid van het verpleegkundig beroep is een probleem geworden omdat de loon- en arbeidsvoorwaarden niet mee geëvolueerd zijn met de kwalificatievereisten van het beroep.’ En de christelijke vakbond geeft een waslijst maatregelen om het beroep weer aantrekkelijker te maken: de omkaderingsnormen versoepelen door extra personeel aan te trekken (ook door wervingscampagnes in het buitenland); het afstoten van ondergeschikte taken (schoonmaak, bedpannen, vervoer) aan hulpverzorgers; een uitziften van administratieve taken die niets met verpleegkunde te maken hebben; een betere organisatie van de werkuren; meer extralegale voordelen en premies, enzovoort. Alleen maar een glamoureuze imagocampagne kan contraproductief werken. Walter Cornelis: ‘Als mensen met verkeerde verwachtingen worden aangetrokken, en de realiteit van de werkvloer ontdekken, knappen ze des te sneller af.’

MEER ZALEN SLUITEN

Vooral de periode naar de zomer toe – die al vanaf april begint – is het tekort aan verpleegkundigen het ergst: de uitzendbureaus zijn dan minder bemand, de stagiairs studeren voor hun examens, en de andere werkkrachten gaan met vakantie. Volgens een enquête vorige zomer in de Brusselse bicommunautaire ziekenhuizen was er een tekort van ongeveer vijf procent van het verpleegkundig kader. Van de vijfhonderd vacatures in Brussel raakte, in een periode van zes maanden, slechts 62 procent opgevuld. De toestand zal de komende maanden nog erger worden. Als de normen zeer strikt zouden worden toegepast, zouden veel meer operatiezalen en afdelingen moeten worden gesloten – zoals in Nederland gebeurt. Maar in België blijven de dokters vaak voortopereren, ook al moet een bed in de gang bijgeschoven worden en kan er geen volwaardige verpleging gegarandeerd worden.

Een ander gevolg is dat de ziekenhuizen nu elkaars personeel proberen af te snoepen door premies uit te loven (in Antwerpen kon men 20.000 frank krijgen door een collega aan te brengen), door met gratis gsm’s te zwaaien, de kosten voor een bijkomende opleiding op zich te nemen, en zo meer. Dokter De Vos van Caritas (dat ruim vierhonderd katholieke instellingen overkoepelt) zegt ‘de gewrongen concurrentie te betreuren’, maar kan er ook weinig aan doen. ‘Als je bedenkt dat één van onze aangesloten ziekenhuizen een gloednieuwe dienst maandenlang niet kan opstarten door gebrek aan personeel, is dat ook onhoudbaar.’ De toename van de werkdruk is volgens hem ook de schuld van de overheid, die de ziekenhuizen verplicht heeft om stelselmatig de ligduur te verkorten en aan dagopneming te doen. Dokter De Vos: ‘De verpleegkundigen zullen zich ermee moeten verzoenen dat de kwaliteit van hun werk daalt.’

De overgrote meerderheid van de Belgen vindt dat verpleegkundigen goed werk doen én dat ze te weinig gesteund worden door de overheid, zo bleek nog uit een recent onderzoek van het ministerie van Volksgezondheid. Een op de vijf jongeren voelt er zich nog altijd toe aangetrokken. Vorige week, tijdens de Week van de Verpleegkundige in Oostende, kwamen vierduizend gemotiveerde verplegers nog extra kennis opdoen in talloze workshops en conferenties. Organisator Michel Foulon: ‘De druk om te bezuinigen en alles zo efficiënt mogelijk te maken, is de voorbije jaren misschien te hoog geweest. Dat heeft ons beroep helemaal uitgehold. De echte zorg is bijkomstig geworden. De verpleegkundige is dringend aan herwaardering toe, anders kan onze hele gezondheidszorg in het gedrang komen.’

F2

F3

Chris De Stoop

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content