In Sultans paspoort staat 20 juni als geboortedatum, maar haar moeder weet met stelligheid dat ze geboren is op 19 februari. Zo ging dat in de binnenlanden van Turkije : als iemand na de dooi naar de stad ging, gaf die gelijk álle baby’s aan die tijdens de winter geboren waren.

Toen Sultan vier was, ging ze met haar oudere zusje naar school, en leerde ze lezen en schrijven. Twee jaar later vertrokken ze naar België : moeder, broers en zusjes, ooms en tantes, neven en nichten. De hele grootfamilie ging in Schoten wonen, waar vader in de betonfabriek werkte. Hij was vastbesloten om in België een nieuw leven op te bouwen. Niet zoals de meeste andere migranten die naar West-Europa komen. Die sturen hun zoons naar het beroepsonderwijs opdat ze later, in hun land van herkomst, aan de slag zouden kunnen. Nee, vader vond studeren belangrijk, voor zijn zoons toch : die moesten hogerop. Sultans oudste broer heeft in twee jaar tijd het lager onderwijs doorlopen en ging daarna op internaat. ?Nu is hij in Vlaanderen de eerste huisarts van Turkse origine, zoals ik hier de eerste psychologe van Turkse oorsprong zal zijn,” zegt ze niet zonder trots. Maar er vloeide heel wat water naar de zee eer Sultan naar de universiteit kon.

Ze vergeet nooit haar eerste schooldag. Stond Sultan daar, op zijn dorps : een pyjamabroek met een jurk erover, en een gehaakt vest. Het eerste woord dat ze hoorde, onthield ze : zot. Een hoofddoek heeft ze nooit gedragen. ?Mijn vader was en is zeer religieus, maar hij stelde de religieuze wetten toch in vraag. De bedoeling van een hoofddoek is dat vrouwen niet opvallen. Als wij, de enige islamieten in Schoten, een hoofddoek droegen, zouden we nog meer de aandacht trekken. Je valt vanzelf op, zei hij. Onderscheid je dus in goede zin.

Dat deed Sultan. Ze was een brave, voorbeeldige leerling. Met haar broer op internaat, een oudere zus die de dochterrol kreeg toebedeeld en broertjes die jonger waren, werd zij als enige die Nederlands sprak de tussenpersoon tussen haar familie en de Belgische samenleving : ?Een zware last, soms té : als kind van acht jaar onderhandelen over huurcontracten en dergelijke.” Hoewel ze altijd de eerste van de klas was, werd ze op haar vijftiende van school gehaald : de enige taak van een meisje was immers het moederschap en het huishouden. Daar dacht Sultan anders over. Ze had genoeg wantoestanden gezien in haar omgeving : veel migrantenvrouwen waren ontheemd. In Turkije werkten ze nog op het land, in België waren ze plots die vrijheid kwijt en werden ze veroordeeld tot huisvrouw. Al heel jong nam ze zich voor nooit ofte nimmer te trouwen. Ze hield voet bij stuk. Sultan woont nu samen met een Belgische man, heeft twee kinderen op háár naam, maar trouwen deed ze nooit.

?Als ik één ding aan mijn opvoeding heb overgehouden, is het mijn feminisme”, zegt ze. Haar geloof is ze kwijt : thuis islamitisch opgevoed, op school katholiek. ?Beide religies spraken elkaar soms tegen en daardoor ben ik elk geloof verloren. Maar welk belang heeft dat ? Het gaat niet om islamitisch of katholiek, om Turks of Belgisch, maar om universele zaken als rechtvaardigheid.”

Toen ze Paul leerde kennen, voelde ze zich behoorlijk geïntegreerd. Ze was hier naar school geweest, sprak de taal, werkte in een buurtcentrum. ?Maatschappelijk was ik wél geïntegreerd”, zegt Sultan, ?maar sociaal helemaal niet : mijn vriendenkring lag nog altijd in het migrantenmilieu. Door mijn relatie met Paul en de aanvankelijk negatieve houding van mijn achterban, viel ik uit mijn eigen samenleving in de Belgische. Ik heb voor mijn integratie een zware tol betaald.”

G.S.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content