Over betichtingen, bewijzen, intellectuele valsheid en de verjaringstermijnen van strafvorderingen : de ingewikkel- de juridische modaliteiten van de obussensmeergeldzaak.
De openbare aanklager gaat er duidelijk van uit dat de bestelling van de Amerikaanse obussen, op vrijdag 29 maart 1985 bij General Defense International (GDI), resulteert uit een complot om de concurrentie uit te schakelen en ?commissielonen? op te strijken. Op vrijdag 29 maart 1996 vroeg hij dus aan de raadkamer bij de Brusselse correctionele rechtbank om dertien van de vijftien betichten naar deze rechtbank te verwijzen. Met zijn allen worden ze beticht van valsheid in geschrifte, het gebruik ervan en oplichting ten nadele van de Belgische staat bij het voorbereiden en opmaken van het obussencontract, goed voor 6,7 miljard frank. Ze riskeren tien tot vijftien jaar dwangarbeid.
Lobbyist Johan Lampaert en gewezen legercommandant André Vandenheede van de Aankoopdienst van de Landmacht (SAA) worden bovendien beticht van respectievelijk actieve- en passieve corruptie. Vandenheede alleen al ontving bijna 50 miljoen frank, waarvan echter een kleine 30 miljoen naar een bekende maar niet geïdentificeerde schermvennootschap in het Zwitserse Bern werden doorgesluisd. In totaal werden naar aanleiding van dit munitiecontract voor bijna 400 miljoen frank zogeheten ?commissielonen? betaald, waarvan ruim de helft aan tot op heden onbekende bestemmelingen.
De omkoper en de ambtenaren die zich laten omkopen, riskeren één tot vijf jaar cel. Ook de poging tot dwang of tot omkoping is strafbaar.
Na tien jaar gerechtelijk onderzoek, onder leiding van de Brusselse onderzoeksrechter Bruno Bulthé, zijn er (sinds april 1993) slechts bewijzen van corruptie lastens Lampaert en Vandenheede.
In verband met de valsheid in geschrifte en de oplichting wil de openbare aanklager, eerste-substituut procureur des konings Jan Steppe bij gebrek aan bewijzen van materiële valsheid bepaalde betichten dan toch wegens intellectuele valsheid voor de rechtbank slepen. Zo worden in deze affaire in tegenstelling tot de Agusta-helikopteraffaire de meeste administratieve besluitvormers beticht, maar blijven enkele generaals en de twee toen rechtstreeks bevoegde ministers buiten schot.
In een andere rechtszaak werden Landsverdediging en Economische Zaken op 23 februari door de 25ste kamer van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel in stilte veroordeeld tot het betalen van de laatste twee uitstaande obussenfacturen, ten belope van ongeveer 16 miljoen frank, plus verwijlintresten. GDI van zijn kant werd er veroordeeld tot het betalen van bijna 149 miljoen frank boete plus gerechtelijke intresten, omdat het amper één vijfde van de beloofde compensatiebestellingen plaatste.
Als dit betekent dat het door Steppe in de obussenzaak geïncrimineerde gunningsverslag SAA 562257 van 1 april 1985, waarnaar het vonnis van de 25ste kamer expliciet verwijst, vandaag nog steeds door een van de betichten wordt gebruikt wat te betwijfelen valt dan hoeft de openbare aanklager (dankzij het nieuwste gebruik van dit gunningsverslag) niet meteen te vrezen dat de strafvordering in de obussenaffaire verjaart. De verjaringstermijn begint immers pas te lopen op het ogenblik dat het vals geacht stuk voor het laatst gebruikt wordt. En sinds 31 december 1993 is deze termijn van maximum zes tot tien jaar verlengd. Wordt dit nieuwste feit niet als het laatste gebruik van het valse stuk aanvaard, dan zal betwist worden of de strafvordering al dan niet voor 31 december 1993 was verjaard. En de strafvordering die toen al verjaard was, kan door de nieuwe wet niet tot nieuw leven gebracht worden.
Als Landsverdediging en/of Economische Zaken zich in deze affaire bovendien niet dringend burgerlijke partij stellen, vooraleer de strafvordering in deze zaak definitief verjaart, dan wijst alles erop dat de schuldigen door verjaring vrijuit zullen gaan. Slechts een burgerlijke partijstelling voor de datum van verjaring dwingt de rechtbank ertoe om, ondanks die verjaring, toch een uitspraak te doen. En voor het doen van uitspraken werd de rechterlijke macht opgericht.