SPEAKERS’ CORNER

De manier waarop de bestrijding van kinderarmoede wordt uitbesteed, deugt niet volgens Jos Geysels. De strijd tegen (kinder)armoede is geen kwestie van liefdadigheid, maar van solidariteit.

Federaal staatssecretaris Maggie De Block is een wakkere dame. Ze weet perfect wanneer ze haar migratiebeleid uitgebreid in de verf moet zetten en wanneer ze moet zwijgen. Veel minder bekend en veel bescheidener is haar inbreng in de strijd tegen armoede, waarvoor ze bevoegd is in de federale regering. Die relatieve stilte is merkwaardig. Want de verontrustend hoge armoedecijfers zijn niet van dien aard om het business as usual-scenario te blijven volgen, laat staan voorbijgestreefde denkbeelden over armoedebestrijding te herhalen.

En toch. Zo sprak ze op 17 oktober, dag van het verzet tegen armoede, in het Eén-journaal de overtuiging uit dat ‘als de economie aantrekt, meer mensen geactiveerd kunnen worden en er meer jobs bij komen, waardoor de inkomsten van de sociale zekerheid groeien en er dus meer geld naar gezinnen in armoede kan gaan’. Een volzin die kan tellen. Alleen staan er twee achterhaalde gedachten centraal.

De eerste is de veronderstelling dat als de economie aanzwengelt de armen daar beter van worden. De laatste vijfentwintig jaar is de economie inderdaad gegroeid en is de welvaart in België gestegen. Maar het percentage armen stagneert rond de 15 procent. Meer zelfs, volgens een studie van het Centrum voor Sociaal Beleid (CSB) van de Universiteit Antwerpen is de inkomenskloof tussen mensen met een uitkering en het netto nationaal inkomen per hoofd van de bevolking groter geworden. Het modale inkomen ligt nu 23 procent hoger dan in 1990, mensen die van het OCMW leven moeten het met 31 procent minder doen.

Het tweede toverwoord waar armoedebestrijding aan wordt opgehangen, is de ‘activering’. Het klopt dat fatsoenlijk werk mensen een inkomen verschaft, hen integreert in de samenleving en hen minder isoleert. Maar de manier waarop dit beginsel in het politieke discours gebruikt en in het beleid toegepast wordt, lijkt meer op een eenzijdig sanctioneringsbeleid. Een hele groep van armen krijgt zo het cliché van hangmatprofiteurs over zich heen, zonder een reëel werkgelegenheidsperspectief.

Toch inspireerde deze activeringsstrategie de regering-Di Rupo om de uitkeringen van langdurig werklozen degressief te maken om ze ‘aan te zetten sneller actief op zoek te gaan naar werk’. De armoedeorganisatie Welzijnszorg verwees die maatregel meteen naar de prullenmand: ‘Het is een fabel dat een inkomen dat mensen in armoede drijft hun zoekgedrag zal activeren, integendeel. Het drijft mensen naar het leefloon, naar een loskoppeling van de samenleving en naar verbittering.’

Outsourcing

Ook de oprichting van een Vlaams Kinderarmoedefonds, dat zich vorige week met een indrukwekkend aantal advertenties en tv-spots in de etalage zette, zal daar structureel weinig aan veranderen. Dit initiatief om met giften van burgers en bedrijven de kinderarmoede drastisch terug te dringen, lijkt eerder op een outsourcing van de armoedepolitiek dan op een acceleratie in de armoedebestrijding. Uiteraard is er niets mis met crowdfunding en evenmin met financiële steun vanuit de samenleving voor zinvolle (armoede)projecten. Maar de strijd tegen (kinder)armoede is geen kwestie van liefdadigheid maar van solidariteit. Het gaat niet alleen om individueel geven, maar om structureel verdelen.

Armoede bestrijden, betekent dus ook de ongelijkheid aanpakken en de herverdeling op de politieke agenda zetten, fundamentele keuzes maken die de overheid niet kan uitbesteden, die ze zelf moet maken en waarmaken. ‘We willen een brede mobilisatie realiseren’, zei Vlaams minister en initiatiefneemster van het Fonds, Ingrid Lieten. Ze heeft gelijk. Maar een minister moet geen ngo oprichten of middenveld spelen. Net als lid van de uitvoerende macht is het haar opdracht om zelf voldoende middelen en maatregelen te mobiliseren om ‘een van de grootste onrechten in onze samenleving’ aan te pakken.

De strijd tegen de armoede heeft lang in de niche van het politieke debat gezeten. Het zou bijzonder triest zijn dat het nu in de hoek van de liefdadigheid terechtkomt. Trouwens, stel je eens voor dat we de kinderbijslag via crowdfunding zouden financieren, of de volgende legeraankopen met een straaljagerfonds.

‘Alle beetjes helpen’, zei Maggie De Block. Een cliché dat dikwijls waar is. Maar in dit dossier voldoen clichés niet meer.

Stel je eens voor dat we de kinderbijslag via crowdfunding zouden financieren, of de volgende legeraankopen met een straaljagerfonds.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content