Na elke zwarte zondag raken we er maar niet over uitgepraat. De steile opmars van het Vlaams Blok doet vermoeden dat we ter plaatse blijven trappelen. ‘Wanneer de ideologie overheerst, vertroebelt de waarneming.’ Het gelijk van sociologe Marion van San.

Tot haar verbijstering kwam ze enkele jaren geleden ongewild in het epicentrum van een orkaan terecht. Als wetenschappelijk onderzoekster had ze een hoofdvogel afgeschoten: een onderzoeksopdracht van het Belgische ministerie van Justitie. Een onderzoek naar allochtone jeugdcriminaliteit en naar onveiligheidsgevoelens in enkele achterstandswijken. Het zijn thema’s waarvan iedereen die wel eens een krant leest, weet dat ze reëel zijn. De gevangenisbevolking heeft vaak een kleurtje, niet van een zonnebank. Sommige groepen allochtonen zijn oververtegenwoordigd in de criminaliteitscijfers. Veel oudere autochtonen voelen zich onveilig in wijken waar ze vaak al hun hele leven wonen, of dat gevoel nu gebaseerd is op eigen negatieve ervaringen of niet. Door deze thema’s op een perfide manier te bespelen, kon het Vlaams Blok al jaren electoraal scoren. Het leek beleidsmakers en politici dan ook nuttig met cijfers en feitelijke vaststellingen in de hand de maatschappelijke etterbuilen te lijf te gaan.

Hoe komt het bijvoorbeeld dat een bepaalde groep Marokkaanse jongens zo ontspoort? Wat kunnen we eraan doen? Spelen er nog andere zaken dan sociaal-economische achterstand? Wat maakt oma en opa sinjoor nu precies bang en zuur? Hoe lang zijn de allochtone tenen? Werkt ‘de pamper-benadering’ van de sociale sector wel? Vragen die schreeuwen om antwoorden.

En toch.

De politiek correcte goegemeente tekende verzet aan. Dit kon en mocht niet gebeuren! Het was oorlog. ‘Stop Marion van San!’ Als moest het binnenmarcheren der vijand worden gestuit, werden in allerijl organisaties en verzetsgroepen opgericht. Er kwamen concrete boycotacties. Vanuit verschillende geledingen van de maatschappij, zoals de universiteiten, de politiek, de politie en het welzijnswerk. Iedereen met het hart op de juiste plaats moest wel tegen een dergelijke studie zijn. Wetenschappers verketterden de onder- zoeksresultaten nog voor er één letter verschenen was.

Marion van San was verbijsterd door het gebeuren. Door de bijna on-Vlaamse heftigheid. Door een vergelijking met haar ‘Nederlandse achtergrond’. Ze promoveerde aan de Amsterdamse School voor Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek en is mede gevormd door de Nederlandse traditie van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. In Nederland werd het debat over de multiculturele samenleving al vóór de opkomst van wijlen Pim Fortuyn met een meer open vizier gevoerd. De Nederlandse wetenschappers kunnen de deviante en minder aangename kantjes van de multiculturele samenleving al vele jaren zonder enig probleem onderzoeken. Zonder taboes, zonder beperkingen.

Maar in België was dit een bij voorbaat vergiftigd onderzoek. Een studie die toenmalig minister van Justitie Marc Verwilghen (VLD), mede dankzij alle polemiek achteraf, makkelijk in de metaforische schuif kon doen belanden.

Nu de storm is gaan liggen, stelt Van San tot haar spijt vast dat het Vlaams Blok de enige partij lijkt, die het eindrapport gelezen heeft. Ook tijdens het onderzoek was het die partij die regelmatig kwam informeren. Of het een beetje wilde lukken, en wanneer er resultaten zouden zijn. Alsof het Blok toen al wist dat de andere partijen er toch niet over zouden spreken en het onderzoek eventueel handig campagnemateriaal kon zijn.

Heeft de recuperatie van haar materiaal door het Blok Van San nooit afgeschrikt? Marion van San: ‘Ik heb daar tijdens het onderzoek regelmatig over gepiekerd, ja. Maar ik hoopte – op een naïeve wijze bleek achteraf – op het gezond verstand van de andere partijen. Ik geloofde dat eenmaal ze een rapport met feitelijke gegevens over criminaliteit hadden, ze geen keus meer zouden hebben. Dan zouden ze het debat met het Vlaams Blok wel moeten aangaan. Maar daar is dus niets van in huis gekomen.’

Van San is een van de enigen die zich tijdens de voorbije verkiezingscampagne konden meten met Vlaams Blok-politici. De reden is eenvoudig: ze is niet verlamd door angst. ‘De angst voor de angst’, zoals journalist Filip Rogiers het in 2001 omschreef in zijn boek Eigen schuld eerst.

We ontmoeten Van San in haar kantoor in het deftige Den Haag, waar ze momenteel meewerkt aan adviezen over sociale veiligheid en integratie die de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling tegen het einde van dit jaar zal overhandigen aan het kabinet-Balkenende. Als ze spreekt over ‘de Vlaamse toestanden’ is dat met een mengeling van betrokkenheid en bezorgdheid – ze is afkomstig uit Aalst, waar het Blok de grootste partij is geworden – ongeduld en onbegrip, en soms milde ironie.

Was u verrast door de dijkbreuk van het Vlaams Blok?

MARION VAN SAN: Nee totaal niet. Als alle partijen zo lang het hele voetbalveld aan het Vlaams Blok laten, moet je niet verbaasd zijn dat ze makkelijk scoren. Nog steeds zijn bepaalde problemen die te maken hebben met de multiculturele samenleving, in dit land onbespreekbaar. Het is en blijft een politiek taboe.

Een mooi voorbeeld daarvan is de reactie van burgemeester Patrick Janssens twee weken geleden, naar aanleiding van het incident in Antwerpen, waarbij een joodse man werd geslagen en gewond werd achtergelaten. Ik was redelijk verbijsterd toen ik Janssens hoorde zeggen dat anti-semitisme niet alleen uit islamitische hoek komt. Het is toch hemeltergend als je ziet hoe zo’n man zich in alle bochten probeert te wringen om toch maar te ontkennen dat er zich in Antwerpen problemen voordoen tussen joden en moslims. Problemen waarvan we weten dat ze in verschillende grote steden optreden, dus waarom niet in Antwerpen. Maar in Antwerpen mag dat weer niet gezegd worden. Daar wordt iedere kans aangegrepen om de aandacht af te leiden van waar het feitelijk om gaat.

Maar het gaat hier toch om incidenten, om een kleine groep die deze problemen veroorzaakt?

VAN SAN: Daar ben ik het volstrekt mee eens. Je moet ook altijd blijven zeggen dat het om een kleine groep gaat. Maar in mijn ogen is ieder incident er een te veel. Als een jongen op straat met een mes wordt gestoken omdat hij joods is, houd ik mijn hart vast. Daar is geen enkel excuus voor te bedenken. Het probleem is toch ernstig genoeg om bij stil te staan. In Amsterdam lopen op dit moment verschillende initiatieven op scholen met veel islamitische leerlingen, omdat leraren het in het verleden regelmatig met hen aan de stok kregen wanneer zij in hun lessen spraken over de holocaust. Uit een paar interviews met het Antwerpse VLD-kamerlid Claude Marinower besluit ik dat dergelijke problemen zich ook in Antwerpen voordoen. Maar het verschil is dat in Amsterdam de Marokkaanse wethouder Ahmed Aboutaleb antisemitische uitingen van islamitische leerlingen bespreekbaar probeert te maken en er iets aan probeert te doen. Het lijkt erop dat men in Antwerpen de problemen weer met de mantel der liefde probeert te bedekken.

Laat ik m’n eerste vraag anders stellen: bent u gechoqueerd door de verkiezingsoverwinning van het Blok? Veel progressievelingen in Vlaanderen verkeren sinds 13 juni toch in een halve rouwstemming.

VAN SAN: Nee, ik kan niet echt zeggen dat ik gechoqueerd ben. Maar ik vind het wel pijnlijk dat een partij, die een programma heeft dat gebaseerd is op uitsluiting van bepaalde bevolkingsgroepen, er al zo lang in slaagt zoveel mensen aan zich te binden. Gewoon omdat de anderen weigeren met hen in debat te gaan.

De afgelopen weken ging het debat vaak over de vraag of de media – veelal werd de VRT met de vinger gewezen – mede schuld droegen in de electorale successen van het Blok. Door allerlei tv-formats konden Dewinter en de zijnen zich op een vriendelijke en salonfähige wijze presenteren.

VAN SAN: Ik vind dat we nu maar eens moeten ophouden elkaar steeds weer de zwartepiet toe te spelen. België heeft nood aan een inhoudelijk debat. Dat geldt ook voor journalisten. Het valt me op dat veel journalisten erop uit zijn om Vlaams Blok-politici tijdens een debat of een interview te laten afgaan. Ik vrees dat Blok-politici door dit soort aanvallen meer winnen dan verliezen. Je moet het Vlaams Blok louter op de inhoud afrekenen. Maar juist aan inhoudelijke kritiek op het Blok ontbreekt het meestal. Datzelfde geldt ook voor de politici. Daardoor kunnen de meeste politici tijdens debatten bijna niet op tegen iemand als Filip Dewinter.

Het gevolg van een betere mediatraining?

VAN SAN: Nee, totaal niet. Zoals ik al zei, is het grote probleem van zowel politici als journalisten een gebrek aan kennis over de thema’s waar het Blok op hamert. Op dat terrein beschikt Vlaanderen over te weinig deskundigheid. In de eerste plaats is er in België te weinig onderzoek gedaan naar bepaalde aspecten van de multiculturele samenleving. Dat vertaalt zich ook op het politieke niveau. Daar overheerst nog steeds het misplaatste basisidee dat criminaliteit van allochtonen alleen kan worden verklaard door sociaal-economische achterstelling. Terwijl uit internationaal onderzoek blijkt dat dit pure nonsens is. Maar wanneer de ideologie overheerst, vertroebelt de waarneming. Het gevolg is dat het Vlaams Blok dit terrein volledig heeft gemonopoliseerd. Dewinter & co winnen een debat niet alleen dankzij hun redenaarstalent en training, maar vooral door de taboes die anderen erop na houden. Een tijd geleden was ik bijvoorbeeld uitgenodigd op een debat over integratie aan de universiteit van Leuven, met onder anderen Dewinter en Karel De Gucht (VLD). De VRT-journaliste die het debat leidde, duwde een microfoon onder mijn neus, zodat ik meteen kon reageren als Dewinter feitelijke gegevens uit mijn onderzoek uit zijn verband zou rukken. Ik zat daar tien minuten met mijn mond vol tanden naar die man te luisteren. Ik kon er niets tegen inbrengen.

De nuchtere waarheid is dat het Blok soms gewoon gelijk heeft. Maar het debat in België is zo overgevoelig dat we per definitie zo goed als alles wat het Vlaams Blok op de agenda zet, moeten afkeuren. En dan loop je het risico niet in staat te zijn oplossingen aan te reiken voor problemen die zich dagelijks voordoen. Een klein voorbeeld: een oudere mevrouw wordt door een tiener beroofd en komt die jongen de volgende dag weer op straat tegen, bij gebrek aan een afdoend jeugdsanctiebeleid. Dat creëert ongenoegen dat zich in concentrische cirkels uitstrekt tot vér rond die beroofde dame alleen.

Uit ons onderzoek bleek trouwens dat onveiligheidsgevoelens vaak niets te maken hebben met daadwerkelijk slachtofferschap, maar eerder met een gevoel van in de steek gelaten worden. De cultuurfilosoof George Steiner zegt in zijn boek Verval van het Woord: ‘De mens is medeplichtig aan wat hem onverschillig laat’. Zo zijn onze politici lange tijd geweest. Jarenlang waren ze onverschillig voor de problemen van mensen in de achterstandswijken, sloten ze hun ogen. Want waarom zou je luisteren naar het klootjesvolk dat het gevoel van onveiligheid toch maar tussen de oren heeft zitten? En het is díé houding, díé onverschilligheid, die er mee toe leidde dat het Vlaams Blok zo groot is geworden.

U bent op dreef. Gaat u vooral verder.

VAN SAN: Een ander gevolg van die houding is dat er in debatten nauwelijks wordt ingegaan op de zogenaamde oplossingen van het Vlaams Blok, als de partij die al voorstelt. Zelden wordt aan Blok-politici gevraagd: ‘U stelt een reëel probleem aan de kaak. En wat zou u daar nu concreet aan doen als u het voor het zeggen had?’ Pas als je dat inhoudelijke debat met hen aangaat, merk je dat ze eigenlijk geen oplossingen hebben en ook geen oplossingen willen.

In Mechelen bijvoorbeeld, zette de gemeente allochtone jongeren in om toezicht te houden op een speelpleintje waar zich regelmatig problemen voordeden. Het project was amper gelanceerd of Vlaams Blok-politici beschuldigden deze jongelui er valselijk van een strafblad te hebben. Hun enige doel was om zo’n goedlopend initiatief te dwarsbomen en vervolgens te kunnen zeggen ‘zie je wel, met die allochtonen valt niets aan te vangen’.

Journalisten vragen misschien niet meer naar de oplossingen van het Blok, omdat ze het antwoord al kennen. Meer ‘law and order’ en ‘zero tolerance’!

VAN SAN: Dat is nog zo’n voorbeeld waarmee men Dewinter steeds weer laat ontsnappen. Hij verwijst inderdaad graag naar het beleid van zero tolerance in New York. Daar heeft men in een bepaalde periode door meer repressie en politie op straat het aantal delicten effectief doen dalen. Maar waar Dewinter het absoluut niet graag over heeft, zijn de forse investeringen in allerlei welzijnsprogramma’s waarmee het Amerikaanse zero tolerance-beleid gepaard ging. Die succesvolle politiek was dus een medaille met twee kanten. Waarom confronteert niemand Dewinter met dit soort feiten?

Een ander punt waar het Vlaams Blok steeds mee ontvlucht, is het pleidooi voor een immigratiestop. Terwijl het Blok eigenlijk laat zien dat het totaal geen langetermijnvisie heeft, zwijgen andere partijen als vermoord. Het Blok weet best dat als we de klappen van de vergrijzing enigszins willen opvangen, we immigratie zelfs zullen moeten stimuleren. Mits je daarbij selectie aan de poort toepast, zoals in Canada bijvoorbeeld. Veel internationale rapporten bevestigen dit. Maar nogmaals, als het Blok om een immigratiestop roept, zie je de andere politici met bleke neusjes zitten en merk je dat het hen ontbreekt aan moed om te zeggen waar het écht om gaat. Dan is men gewoon bang het Blok tegen te spreken.

Maar moeten de andere partijen de veiligheidsagenda van het Blok dan volgen?

VAN SAN: Nee, maar ze moeten er wel een ernstige prioriteit van maken en dat is gewoon veel te weinig gebeurd. Het gaat er juist om dat we niet alléén oog hebben voor het bestrijden van criminaliteit, hoewel dat uiteraard belangrijk is. Maar dat deel van het veiligheidsbeleid moet, net als in New York, gepaard gaan met welzijnsprojecten in de steden. Met als doel het bevorderen van de sociale cohesie in steden. Mensen moeten weer communiceren. Ik weet dat dat niet eenvoudig is. Toverformules bestaan niet. Er zal creatief moeten worden nagedacht en het is een werk van lange adem. Maar een goed beleid op poten zetten, veronderstelt allereerst dat de struisvogelhouding definitief begraven wordt.

De mensen merken trouwens echt wel wanneer politici niet recht door zee zijn, wanneer hen zaken op de mouw worden gespeld. Neem nu de politiehervorming. Die haalt men er iedere keer bij als bewijs dat er wel degelijk iets is gedaan aan het onveiligheidsgevoel onder de bevolking. Als ik me niet vergis, gebeurde die hervorming echter om heel andere redenen. Ze kwam er omdat er meisjes verdwenen en vermoord werden teruggevonden, en nadat bleek dat er onvoldoende communicatie was tussen verschillende politiediensten. Nu haalt men die politiehervorming steeds weer uit de kast, als zou het een strategische zet geweest zijn om de strijd aan te binden tegen gevoelens van onbehagen en onveiligheid. Nonsens.

En op politiek vlak: het cordon sanitaire, doorbreken maar?

VAN SAN: Volgens mij is het cordon sanitaire de domste strategische zet van de laatste honderd jaar geweest. Dat wordt off the record door heel wat vooraanstaande politici ook wel toegegeven. Maar ja, dan heb je mensen als Jos Geysels (Groen!), die blijven volhouden dat het cordon gebaseerd is op een ethische afweging en dat er dus niet aan mag getornd worden. Terwijl diezelfde Geysels al jarenlang weigert problemen bespreekbaar te maken. Het probleem met politici als Geysels is dat ze geen gesprek aangaan met de bewoners van achterstandswijken, die op het Vlaams Blok stemmen. Dat soort politici is eenvoudigweg niet geïnteresseerd in die meningen en onderbuikgevoelens die hen niet aanstaan.

Wat zou er volgens u moeten gebeuren?

VAN SAN: Ik vind dat er zoals in Nederland een apart ministerie voor Integratie en Vreemdelingenbeleid moet komen. Als er totnogtoe al een Belgisch integratiebeleid bestond, was dat vooral ad hoc-beleid. Er zijn rellen in Brussel of rond de AEL in Antwerpen, en hopla, dan kondigt men plots allerlei maatregelen aan. En van die beloftes hoor je later niets meer. Het is ook contraproductief om na iedere verkiezingsoverwinning van het Vlaams Blok, goede voornemens op te vatten, waar uiteindelijk niets van terechtkomt. Het voedt de apathie, het chagrijn, het cynisme. De tijd om alles maar te laten betijen, is in mijn ogen allang voorbij.

Het is tijd voor een structurele en concrete aanpak, zonder allerlei taboes, die telkens weer voor obstructie zorgen. Je ernstig bezighouden met integratievraagstukken veronderstelt een integrale aanpak. Dat betekent dat dit allereerst gecentraliseerd, vanuit één departement, moet gebeuren. Anders wordt het integratiebeleid versnipperd over verschillende ministeries – ik denk aan onderwijs, welzijn, tewerkstelling, huisvesting – en we weten waartoe dat meestal leidt. Inertie.

Denkt u dat we kunnen teruggaan in de tijd en iets verhelpen aan wat beleidsmatig zoveel jaren is verwaarloosd?

VAN SAN: Je moet altijd hoop blijven koesteren. We hebben trouwens geen keuze. En het zal inderdaad nog wel een aantal jaren duren voor een dergelijk integratiebeleid enig effect zal hebben. Wat jarenlang is scheefgegroeid, trek je niet zomaar recht. Ik weet dat politici in dit land zich er ook wel van bewust zijn dat in 2006 het Vlaams Blok de dienst zal uitmaken in een aantal steden en gemeenten. Daar heeft men zich bij wijze van spreken nu al bij neergelegd.

Het integratiebeleid moet vaak op lokaal niveau worden uitgevoerd. Als het Vlaams Blok inderdaad in 2006 de dienst uitmaakt op lokaal niveau, dan kunnen ze dat nieuwe integratiebeleid dus mooi boycotten?

VAN SAN: Dat is de ironische realiteit, ja. En de consequentie van jarenlang niets doen. Er is overigens nog iets anders waarvoor ik vrees. Toen wij een onderzoek uitvoerden in Antwerpen, vertelde iemand me over bijeenkomsten die in de jaren tachtig, toen Bob Cools nog burgemeester was, plaatsvonden. Op die bijeenkomsten mochten wijkbewoners hun grieven uiten. Een aantal mensen van de gemeenten trokken de wijken in en er werden hoorzittingen georganiseerd om met de bevolking te praten. Mijn informant vertelde mij dat wijkbewoners aan het begin van die bijeenkomsten steevast te horen kregen dat ze over alles mochten klagen, behalve over de migranten. Terwijl juist bij het samenleven van verschillende groepen mensen de belangrijkste knelpunten zaten. Je zal zien wat er gebeurt als de eerste Vlaams Blok-burgemeester aantreedt. Dan worden er hoorzittingen georganiseerd en zullen wijkbewoners over álles mogen klagen en liefst over de migranten. Reken maar dat de sluizen dan pas goed opengaan. Ik herhaal het, het is de jarenlange onverschilligheid van onze politici die ervoor gezorgd heeft dat het zover is gekomen.

Door Hans van Scharen

‘Tijdens het onderzoek was het Blok de enige partij die regelmatig kwam informeren.’

‘Het grote probleem van zowel politici als journalisten is een gebrek aan kennis over de thema’s waar het Blok op hamert.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content