Het sociaal-economisch overleg is nog lang niet dood, ondanks de opeenvolgende mislukkingen.

Het Belgische sociaal-economisch overlegmodel is niet alleen te duur voor de economie en de overheidsfinanciën zoals gouverneur Alfons Verplaetse van de Nationale Bank betoogt. Het leidt zelfs niet meer tot resultaten, vanwege de onmacht van de sociale partners om oplossingen voor de werkloosheid te vinden, zoals premier Jean-Luc Dehaene (CVP) vorig jaar al klaagde.

Is het overleg over het Toekomstcontract voor de Werkgelegenheid mislukt ? In elk geval hebben de vertegenwoordigers van werkgevers en van werknemers de ?bestelde goederen? niet afgeleverd. Er is geen Toekomstcontract. Zeuren dat slechts één van de zes partners (het socialistische ABVV) niet wilde meestappen, verandert daar niets aan. Is het sociaal-economisch overleg daarmee dood, en de tijd aangebroken voor de ontmanteling van een stuk ?maatschappelijke middenveld? ? Het ziet er niet naar uit.

Tussen twee haakjes : Mia De Vits (ABVV), Willy Peirens (ACV), Wilfried Beernaert (VBO) en nog enkele anderen hebben niet het monopolie van sociaal-economisch overleg. In de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven sluiten de sociale partners regelmatig (meer technische) akkoorden en komen zij niet moeilijker dan vroeger tot eenparige adviezen aan de overheid. De paritaire comités van de bedrijfstakken bewijzen nog dagelijks problemen te kunnen oplossen. De Vlaamse regering en de Vlaamse sociale partners sloten pas een akkoord over een banenplan, met creatieve maatregelen als de vermindering van de vennootschapsbelasting voor ondernemingen die hun werkgelegenheid op peil houden. In Wallonië onderschreef het FGTB zelfs de intentieverklaring voor het werkgelegenheidsakkoord.

ONDERNEMINGEN.

Eerste minister Dehaene voert het Toekomstcontract nu langs wettelijke weg uit. Voor de loonmatiging en de uitvoering van de werkgelegenheidsmaatregelen doet hij een beroep op de sociale partners. Hij verwacht op federaal niveau een centraal akkoord en in de bedrijfstakken sectoriële collectieve arbeidsovereenkomsten. Die uitgesproken voorkeur voor sociaal overleg was bij hem niet altijd even levendig. Na de mislukking van het Sociaal Pact, nu drie jaar geleden, koos hij resoluut voor het overslaan van de bedrijfstakken (metaal, textiel, bouw…) als onderhandelingsniveau tussen dat op centraal vlak en in de ondernemingen. Die houding wint in academische en ondernemingskringen aanhang.

Dat Dehaene nu het traditionele overleg blijft koesteren, heeft zo zijn oorzaken. De druk van zijn socialistische coalitiepartners natuurlijk, maar ook de resultaten. De werkgelegenheidsakkoorden 1995-1996 in de bedrijfstakken hadden op drie kwartalen al 18.000 bijkomende arbeidsplaatsen als resultaat. Het sluitstuk van het Globaal Plan, de ondernemingsakkoorden, schiepen slechts 4000 jobs in expansieve ondernemingen meestal. ?Dat bewijst dat de bedrijfssectoren veel beter geplaatst zijn dan de individuele bedrijven om werkgelegenheidsmaatregelen door te voeren,? reageerde het Verbond van Belgische Ondernemingen op die cijfers. Evenmin is de premier doof voor argumenten als die van het ACV. ?Onderhandelingen in ondernemingen zijn corporatistisch. Ze gaan over loonsverhogingen en afvloeiingsregelingen, maar niet over arbeidsherverdeling en solidariteit. En niemand zal er aan de risicogroepen op de arbeidsmarkt en de uitkeringtrekkers denken?. Bovendien sloten de sociale partners, na het mislukte Sociaal Pact, toch een centraal akkoord voor 1995-1996.

Waarom verwierp de vakbondsbasis dan het Toekomstcontract dat hun leiders nu goedkeurden ? ?Een probleem van democratie,? weet Arnaud De Koster, directeur van Cevora, het opleidingsinstituut van het paritair comité voor de bedienden en aldus een geprivilegieerd waarnemer. ?De mensen stemmen voor politieke partijen die vaag besparingen aankondigen. Maar als het concreter wordt, verzetten ze zich. De maatregelen van het Toekomstcontract zouden bijvoorbeeld ook geen referendum passeren.?

Waarschijnlijk is sociaal overleg toch conjunctuurgebonden. Na een dozijn centrale akkoorden liep het overleg eind van de jaren zeventig stuk. En eind van de jaren tachtig werden plots weer centrale akkoorden mogelijk. ?Met dien verstande dat de overheid daarbij een grotere rol gaat spelen,? zegt De Koster. ?Sociaal overleg wordt meer en meer drieledig, met de regering erbij.?

Niettemin, luidt de consensus onder de waarnemers, na de mislukking van het Sociaal Pact, het Meerjarenplan en het Toekomstcontract, hebben de sociale partners in de politieke wereld prestige verloren.

G.D.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content