Joost Kasemans, woordvoerder van Febiac (Belgische Federatie van de Automobiel- en tweewielerindustrie), zegt dat hij niet gekant is tegen een snelheidsbegrenzer in personenwagens. Wel draagt een halfopen systeem zijn voorkeur weg. Dat biedt de bestuurder een zekere autonomie.

Joost Kasemans

‘De auto-industrie is in principe niet tegen een snelheidsbegrenzer. Onaangepaste snelheid is immers vaak de oorzaak van ongevallen. De begrenzer komt er sowieso en de constructeurs maken daar geen punt van.

Een studie van het BIVV (Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid) heeft aangetoond dat 60 procent van de Belgen voorstander is van een snelheidsbegrenzer. Maar voordat we het systeem gaan toepassen, moet het grondig getest worden.

Bij het gesloten systeem wordt de brandstoftoevoer beperkt of onderbroken. Dat ISA-systeem (Intelligente Snelheids Aanpassing) werd al in Nederland uitgeprobeerd in de Tilburgse wijk Campenhoef. Een boordcomputer bepaalt via satellietnavigatie waar de auto zich bevindt en hoe snel hij mag rijden.

Daarnaast bestaat er ook een open systeem, waarbij er enkel een geluidssignaal is dat de chauffeur waarschuwt als hij te snel rijdt. Het beperkt de snelheid niet automatisch.

Maar wij zijn voorstander van een halfopen systeem. Daarbij ondervindt de chauffeur die te hard gaat rijden een ferme tegendruk in het gaspedaal. Zo gaat de auto wel afgeremd worden, maar behoudt de automobilist nog enige autonomie en blijft hij ook gedeeltelijk zelf verantwoordelijk voor zijn rijgedrag. Een snelheidsbegrenzer inbouwen is niet zo moeilijk, maar het mag niet de bedoeling zijn dat de chauffeur zich niet meer bewust is van zijn eigen verantwoordelijkheid of er een te lakse rijstijl op na gaat houden. En wat als het systeem plots niet meer blijkt te werken? Of je komt van een zone met automatische snelheidsbegrenzing in een zone zonder terecht?

Daarom is de rol van de wegbeheerder zeer belangrijk: als er variabele snelheidsaanpassingen komen, dan moet het wegsysteem daar perfect op kunnen inspelen. Zo niet kan de automobilist zich achter het systeem verschuilen als hij bij een ongeval betrokken raakt.

In het halfopen systeem zit ongetwijfeld het meeste perspectief, maar dan moet onderzoek eerst wel nagaan welke effecten de snelheidsbegrenzer heeft op het rijgedrag van de automobilist.

We moeten onszelf geen rad voor ogen draaien. Een snelheidsbegrenzer zal de verkeersveiligheid op korte termijn niet drastisch beïnvloeden.’

Christophe Weerts

Een snelheidsbegrenzer kan gevaarlijk zijn omdat het acceleratievermogen dan grotendeels wegvalt. Volgens Christophe Weerts, woordvoerder van BMW Belgium, maak je het verkeer veiliger door rijvaardigheidstraining en betere wegen.

‘Een automobilist moet zich vlot kunnen aanpassen aan veranderingen in het verkeer. Als je vijftig kilometer per uur rijdt in de stad en je komt in een probleemsituatie terecht, dan is het gevaarlijk als je niet kunt versnellen. Door een snelheidsbegrenzer valt het acceleratievermogen van het voertuig grotendeels weg. Chauffeurs moeten zelf hun rijgedrag kunnen aanpassen wanneer de verkeerssituatie verandert.

Daarbij komt nog dat over de technische reglementering op Europees niveau beslist moet worden. Anders gaat de Belg zijn wagen kopen in een land waar geen sprake is van snelheidsbegrenzers. Of gaat iedereen zijn wagen in Luxemburg inschrijven om te vermijden dat het apparaat ingebouwd moet worden. We zijn er dus tegen dat enkel de Belgische overheid een snelheidsbegrenzer zou opgeleggen, terwijl in de buurlanden alles bij het oude blijft.

Ik herhaal dat BMW er als constructeur van overtuigd is dat de snelheidsbegrenzer een gevaarlijk toestel is dat in landen als Frankrijk of Engeland overigens helemaal niet meer aan de orde is.

In Frankrijk hebben ze enkele jaren geleden een begrenzer willen invoeren die de maximumsnelheid tot 140 per uur beperkt, maar dat is mislukt. Het plan is daar afgevoerd.

Chauffeurs moeten in de eerste plaats opgeleid worden, een rijvaardigheidstraining volgen. Gewoon een theoretisch en praktisch rijbewijs halen volstaat niet. Vijftig kilometer per uur is soms te snel in de stad, maar om elf uur ’s avonds levert 140 op de snelweg meestal geen gevaar op.

Een bestelwagen die 120 per uur rijdt, kan wel een gevaar betekenen omdat hij bij die snelheid minder snel remt terwijl dat voor een personenwagen een fluitje van een cent is. We moeten dus een onderscheid maken tussen vrachtwagens, bestelwagens en personenwagens.

Snelheid is gevaarlijk als je ze niet aanpast aan de omstandigheden. Snelheid is nooit de enige oorzaak van een ongeval. Vaak liggen de staat van de weg en gebreken in de infrastructuur aan de basis van catastrofes. Kijk maar eens naar bepaalde knooppunten of kruispunten. Dan kun je alleen maar tot de slotsom komen dat overheid noch belastingbetaler erg happig zijn om daar het nodige geld in te pompen.’

Opgetekend door Eric Adams

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content