Slechte wedstrijden, veel fouten en nietszeggende interviews

© ILLUSTRATIE ZAZA

Niet alleen voor de sporthaters was het EK voetbal een beproeving. Los van het probleem-Wilmots: vijf ergernissen over een kampioenschap dat nooit uit de startblokken raakte.

1 Slechte ploegen

Ook zonder goals kan een voetbalmatch topentertainment zijn, op voorwaarde dat de ploegen tenminste de intentie hebben om te scoren. Dat streven ontbrak te vaak op Euro 2016. De UEFA heeft het zichzelf aangedaan. Het toernooi werd verruimd met acht extra teams, waaronder enkele kleine voetballanden die je normaal nooit op dit niveau aantreft. Ongetwijfeld hoopte de UEFA dat die kleintjes zich naar de slachtbank zouden laten leiden. Duitsland tegen Noord-Ierland? Dat wordt toch 5-0? Niet dus. De Noord-Ieren bleken blij om maar met 1-0 te verliezen. Wanneer vier van de zes beste derden doorstoten naar de volgende ronde, bepaalt het doelpuntensaldo alles. Een 1-0-nederlaag wordt zo een redelijk resultaat. We kregen Albanese, IJslandse en Oekraïense varianten op het catenaccio, met als enige doel alsjeblieft niet te zwaar de boot in te gaan. Sport moet draaien om winnen, of er is iets mis.

‘We dachten dat we de Champions League over de vloer zouden krijgen, maar dit roept herinneringen op aan de zestiende finales van de Franse beker, waarin de kleintjes met man en macht de nul proberen te houden’, schreef sportkrant L’Equipe. Er zullen op Euro 2016 ongeveer een vijfde minder doelpunten vallen dan op het laatste wereldkampioenschap. Toch jubelt de UEFA over ‘een toernooi waarin de verschillen klein waren’. Nee, de verschillen waren juist groot. Dat zich dat zelden vertaalde in de uitslag heeft andere redenen. Ook een bende matige voetballers uit de Engelse derde klasse kun je leren ‘compact’ te spelen, het modewoord van Euro 2016. Om in de weg te lopen, te zorgen dat anderen in hun spel worden geremd, daar heb je niet veel talent voor nodig. Bij heel wat teams reikte de ambitie ook niet verder.

2 Overal spelbederf

De scheidsrechters presteren sterk op dit EK. Bepalende blunders waren er amper – de afgekeurde goal van de Zweed Zlatan Ibrahimovic tegen België was zowat het strafste voorbeeld. Toch deden de refs te weinig om le beau jeu te beschermen, en daar moet tegen ingegrepen worden. Euro 2016 stond bol van de overtredingen die net niet zwaar genoeg waren voor geel. Truitje-trek tien meter voor de middenlijn, zodat de tegenaanval wordt afgebroken. Tijd rekken vanaf minuut 1, en pas haast maken wanneer er een ongewenste score op het bord staat, maar dan begint de ándere ploeg weer tijd te winnen bij iedere inworp. Het is spelbederf, verhinderen dat het tot een voetbalmatch komt. Het is onvoorstelbaar hoe weinig kaarten er werden getrokken op dit EK. Voor de kwartfinale zaten we aan een gemiddelde van nog geen vier gele kaarten per match. Amper drie keer werd er rood getrokken: een laagterecord voor een van de minst sportieve toernooien uit de recente geschiedenis. De scheidsrechters kun je het niet verwijten. Zij zijn het gewend om enkel voor botte overtredingen een kaart te geven, en de moderne voetballer blijkt clever genoeg om die niet te maken.

3 Waar zijn de echte fans?

Ver te zoeken op Euro 2016: de voetballiefhebber. De supportersvakken waren voor het grootste deel gevuld met rare vogels die hoegenaamd geen interesse hadden in de match. Met mensen die een kaartje kochten omdat het een happening is, om op Facebook te kunnen posten ‘wij waren erbij’. Een beetje zoals op Rock Werchter alsmaar meer types rondlopen voor wie de muziek bijzaak is.

In de binnenstad van Rijsel troffen we twee vurige supporters van Frankrijk. Ze heetten Claude en François, we verzinnen niks. Claude en François reisden heel het land door in het spoor van Les Bleus en waren finaal in Rijsel gestrand. Ze hadden zich van kop tot teen opgetuigd in blauw-wit-rood, een van de twee droeg een hoed in de vorm van een haan. Toen we hen vertelden dat de Fransen op dat moment al een half uur aan het voetballen waren, en zelfs balanceerden op de rand van de uitschakeling, want Ierland had gescoord, schrokken Claude en François. ‘De match, was dat vandáág? Dommage, en we gingen juist een kebab eten.’ Interlandvoetbal is carnaval geworden. Het gaat om het gekste kostuum, de luidste gezangen, de duurste kaartjes. De voetballiefhebber heeft dat allang begrepen. Die komt niet meer naar het landenvoetbal, want hij beseft: op tv zie ik het beter en daar heb ik van al die zotternijen geen last. Die zogenaamde fans weten blijkbaar ook niet dat het toernooi uitstekend in beeld gebracht wordt, want een stevige minderheid van de aanwezigen zit de match te filmen met zijn smartphone. Maar wat heb je aan zo’n schokkerig gsm-filmpje?

Erg opvallend was dat er amper Fransen in het stadion zaten, toch wanneer Les Blues niet voetbalden. Te duur of ingewikkeld om aan tickets te raken? In ieder geval verliest een toernooi zo de binding met het organiserende land. Dan kan je het net zo goed in de woestijn van Qatar spelen.

4 Eindeloze clichés

Het heeft almaar minder zin om voetballers te interviewen. Een gesprek tussen VRT-journalist Ruben Van Gucht en Axel Witsel ging ongeveer zo, al had het gelijk welke journalist met gelijk welke speler kunnen zijn. Vraag: ‘Wat verwacht je voor de match van morgen?’ Antwoord: ‘Wij moeten ons best doen, dan kunnen we iedere ploeg verslaan. We zullen zien wat het geeft.’ Vraag: ‘Moussa Dembélé is geblesseerd, waarschijnlijk speelt Radja Nainggolan. Wat verandert dat?’ Antwoord: ‘Radja is een goede voetballer, net als Moussa, of iedereen in onze kern. We willen allemaal het beste van onszelf geven. De coach beslist wie start.’ Vraag: ‘Is onze tactiek goed?’ Antwoord: ‘Dat moet je aan de coach vragen.’

Gemeenplaats, na open deur, gevolgd door een cliché: de nietszeggende voetballer was alomtegenwoordig op dit EK. Blijkbaar heeft het hele land een mening over hoe de nationale ploeg moet spelen, behalve de internationals. Wie niks zeggen wil, hoeft niet naar persconferenties te komen, daar spreekt alleen maar dedain uit voor de aanwezige journalisten. Nog storender is de verongelijkte voetballer. ‘Men geeft graag kritiek in plaats van aan onze kant te staan en ons naar een hoger niveau te stuwen’, verklaarde Yannick Carrasco, na enkele weinig overtuigende prestaties in de poulefase. Kennelijk mogen de media alleen maar juichen, of journalisten worden landverraders. Kritiek kan terecht zijn. En zelfs als dat niet zo is, strekt het een speler tot eer als hij daar volwassen mee omgaat.

5 Nederland pesten

We wéten het ondertussen: Nederland is er niet bij op dit toernooi, en België blonk (af en toe) uit. Je toont je een klein sportland wanneer je daar maar blijft op hameren: wedden dat de Nederlanders na de Olympische Spelen meer reden tot juichen zullen hebben dan wij? De voor het overige boeiende uitzendingen van de openbare omroep verlaagden zich meermaals tot volstrekt onnodige spelletjes Nederland-pesten. Dank aan Jan Mulder om daar telkens met waardigheid op te reageren.

DOOR JEF VAN BAELEN, ILLUSTRATIES ZAZA

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content