Guillaume Van der Stighelen
Guillaume Van der Stighelen Guillaume Van der Stighelen schreef na zijn reclamecarrière de bestseller Echt (Lannoo), over onze drang naar authenticiteit.

Hoe het komt, weet ik niet, maar vrouwen hebben een heel vreemde gedachte over wat mannen opwindt. De verschijning van dames als Beyoncé, Rihanna, Madonna of Shakira in heet dampende videoclips doet mij niet veel. Ik bedoel, het brengt weinig mechanismen op gang die in onze medische encyclopedie worden beschreven als het aanzetten tot geslachtsdrift. Ze zijn mooi, daar niet van. Die vrouwen. En ze kunnen uitstekend dansen. Mocht ik ooit met een van hen achterblijven als laatste in de bar van het Hotel Royal Mansour in Marrakech omdat een mens in La Mamounia niet meer gerust zit sinds de uitvinding van de goedkope vluchten, en mocht de vrouw aan wie ik voor de schepen van Burgerlijke Stand te Schoten de eeuwige trouw zwoer, er vanwege het uitzonderlijke karakter van de omstandigheden begrip voor tonen, dan zou het weleens kunnen dat ik mij achteraf van kamer vergis. Gedreven door de oeroude honger van de leden van het mannelijke geslacht naar een sterk verhaal om achteraf bij een glas bier of wijn te vertellen aan elkaar. Maar zo vaak komt dat niet voor, dus moet ik het stellen met een hedendaagse vorm van samenzijn. Zij op het scherm. Ik op de bank. En dan gebeurt er weinig. Op de bank dus.

Op het scherm daarentegen kan het niet op. Er wordt door de dames popkoninginnen gedraaid en gekeerd met alle mogelijke lichaamsdelen. Op drie, vier vierkante centimeters na wordt alles getoond en in de aanslag gebracht met de bedoeling bij mij en andere mannen iets los te maken wat zou kunnen leiden tot de aanschaf van de bijbehorende muziek, waarop trouwens niets is aan te merken. Maar op de bank blijft het stil. Muisstil. Dan kruip ik, zoals mannen dat doen bij een tekort aan vleselijk vertier, achter de computer. Aangenomen dat ze daar wel weten hoe een man aan zijn trekken komt.

En zo stoot ik per ongeluk op een vijftig jaar oude video. Uit 1964. Een meisje van in de twintig zingt een Braziliaans liedje over een ander meisje dat betoverend mooi is, maar ze kijkt niet om naar de man die haar liefheeft. En daar wordt hij heel triest van. Zij, het meisje uit het liedje, komt uit Ipanema, een strand naast Copacabana. Het meisje dat zingt, komt uit Bahia de Salvador en heet Astrud. Ze wordt begeleid door een man met een Belgische uitvinding, de saxofoon. Hij heet Stan en het publiek van vijftig jaar geleden applaudisseert als hij in beeld komt. Ze herkennen de hese noten die hij uit het koperen instrument blaast, en daar houden ze van. Hoewel de muziek tropisch heet klinkt, staat het meisje erbij als een maagd onder een stolp. Gekleed in een plooijurk die door Julie Andrews te preuts bevonden zou zijn. Blote schouders, toch. Maar een donker topje dat in de zwart-witclip geen enkele welving verraadt. Wel heeft ze grote vochtige ogen. Lippen die zoeken naar bevestiging. Kwetsbaar. En sterk. Armen die zoeken. Loshangend en onhandig. Als ze beweegt, is het heel voorzichtig. Dat kan aan de haardos liggen die midden jaren zestig heel hoog moest worden opgestoken, of aan het nieuwe van de camera. Dat is niet duidelijk. Maar ze kijkt onzeker. Heel anders dan haar latere collega’s die met beide handen op de heupen door het beeld schokken. Vulva vooruit en een blik van ‘blijf eraf’.

Het Braziliaanse zangeresje daarentegen moet over een smal podium stappen dat slingert vanwege een decorontwerp dat in het tijdsbeeld moet passen. Dat vergt de hoogste concentratie en dat zie je. Ze zweet net niet. Van het podium vallen leidde in die tijden nog niet tot grote verkiezingsoverwinningen. De spanning is te snijden. Niets van wat ze zingt, klopt met haar uitdrukking. Ze fluistert de zinnen alsof het gewaagde woorden zijn. In het Engels. Want haar echtgenoot João Gilberto, een van de grondleggers van de bossanova, heeft goede kennissen in de Amerikaanse muziekindustrie hogerop. Haar timbre is onstabiel en ongeschoold. Dat heeft een natuurlijke charme. Heel breekbaar. Je leest de twijfel van haar gezicht. Je kunt moeilijk zeggen dat zij een schoonheid is. Toch niet op deze video. Ze staat daar met de houding van een leerlinge die voor het eerst een spreekbeurt moet geven. Verscheurd door die verschrikkelijke keuze: uitgelachen worden door de medeleerlingen of slechte punten krijgen van de juf.

Ze kijkt naar de camera alsof het een vieze oude man is die slechte bedoelingen met haar heeft. Wat vijftig jaar na de feiten voor een groot deel waar is.

Want intussen op de bank…

Guillaume Van der Stighelen, ex-reclamemaker en medeoprichter van Duval Guillaume, schrijft columns en cursiefjes, maakte met Canvas de tweedelige documentaire President Te Koop over de verkiezingscampagnes in de VS en werkt momenteel aan een hernieuwde uitgave van zijn boek Echt.

Guillaume Van der Stighelen

Per ongeluk stoot ik op een vijftig jaar oude video. Hoewel de muziek tropisch heet klinkt, staat het meisje erbij als een maagd onder een stolp.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content