Toen in ’92 de Italiaanse justitie met haar operatie Schone Handen de corruptie aanpakte, daverde het land op zijn grondvesten. Zeven jaar later lijken de rechters moegestreden en de oude zeden teruggekeerd.

De benoeming van de Zwitserse federale onderzoeksrechter Carla Del Ponte tot procureur-generaal van het Internationaal Hof voor de Rechten van de Mens in Den Haag was in de Italiaanse media geen marginaal nieuws. In haar loopbaan heeft de 52-jarige magistrate onderzoek gedaan naar en medewerking verleend aan diverse internationale misdaaddossiers. Voor de Italiaanse justitie droegen haar rogatoire onderzoeken bij tot de ontrafeling, in de jaren tachtig, van de Italo-Amerikaanse maffiabanden in de zogenaamde Pizza Connection. Zij werd in Italië dit decennium echter een heus begrip door haar bijdrage aan de operatie Schone Handen van het Milanese gerecht.

Niet alleen de Italiaanse pers maar ook het gerechtelijk milieu vindt haar internationale overstap een groot verlies voor de afwikkeling van Tangentopoli, het politiek-financiële corruptieschandaal. Net als het vertrek destijds van onderzoeksrechter Antonio Di Pietro uit de onderzoekspool.

Het oorspronkelijke Milanese Tangentopoli-team is stilaan uitgedund. De coördinator, Francesco Saverio Borelli, zag deze zomer zijn kandidatuur voor de post van procureur-generaal van het Milanese district ingewilligd. Hij werd weliswaar opgevolgd door zijn naaste medewerker Gerardo D’Ambrosio, maar alle overige onderzoeksrechters van de pool hebben in de loop van het jaar hun overplaatsing aangevraagd.

Gewettigde uitbouw van de loopbaan speelt daarin een rol, maar evengoed vermoeidheid en stress. Het is een delicaat dossier waarvoor ook het huidige politieke establishment nog erg gevoelig blijkt.

DE TRAAGHEID VAN DE PROCEDURES

Het omkoopschandaal barstte los in februari 1992. Er werden dossiers aangelegd tegen politici en ondernemers uit heel het land, nationale en plaatselijke kopstukken van de toen regerende christen-democratische en socialistische partijen kwamen voor de rechter als getuige of beschuldigde. Toch is het in nog maar weinig processen tot een definitieve uitspraak gekomen. De traagheid van de procedures en de ingeroepen drie graden van rechtspraak maken dat zaken zes tot acht jaar aanslepen… indien intussen de wettelijke termijnen al niet zijn verstreken en de gedaagden vrijuit gaan. De voormalige socialistische partijsecretaris Bettino Craxi, sinds enkele jaren in vrijwillige ballingschap in Tunesië, is een van de weinige beklaagden die al een onherroepelijke veroordeling heeft opgelopen terwijl andere corruptieprocessen tegen hem nog lopende zijn.

Sinds de centrumlinkse coalitie in ’96 het parlement heeft veroverd, is de discussie over de hervorming van het rechtswezen constant in de actualiteit. Ze wordt ook aangewakkerd door vragen over de rol van spijtoptanten in maffia- en corruptieprocessen of door vermeende partijdigheid van rechters in het Tangentopoli-proces.

Ook al drong vooral de oppositie van de centrumrechtse Pool aan op aanpassingen van het juridisch bestel, de uitwerking ervan struikelde meestal over tegenkantingen van haar aanvoerder, Forza Italia-leider Silvio Berlusconi, die zelf betrokken is bij corruptieprocessen.

De afgelopen weken lijkt er echter weer wat schot te komen in het parlementair justitiedossier. In grote lijnen zijn zowel de centrumlinkse regeringspartijen als de oppositie het eens met de recente voorstellen van een parlementscommissie die een versnelde en efficiënte rechtspraak mogelijk moet maken. De opsluiting alleen voor zware misdaden, de inperking van de straffen en de mogelijke voorwaardelijke invrijheidsstelling na betaling van een schadevergoeding wekken bij sommige magistraten dan weer de indruk dat Schone Handen naar haar einde loopt.

Er worden trouwens nog maar af en toe arrestaties verricht op beschuldiging van politiek-financiële corruptie.

ZEVEN GEBODEN VOOR DE AMBTENAAR

Omkoperij en afpersing blijven evenwel een veel voorkomende en bijna straffeloze praktijk op een ander, minder spectaculair niveau, namelijk bij de overheidsdiensten. Het Italiaanse Rekenhof was in een recent rapport minder geschandaliseerd door de toename van de corruptie op het ministerie van Financiën dan door het feit dat het overgrote deel van de betrapten ervan afkwam met een lichte sanctie. Die laksheid ligt volgens minister van Financiën Vincenzo Visco in de beperkingen die in wetgeving en contracten worden opgelegd aan disciplinaire maatregelen. Hij had die situatie trouwens al tijdens zijn vorig mandaat bij premier Romano Prodi aangeklaagd. De PDS-minister mag ondertussen op morele steun rekenen van het Italiaanse episcopaat dat kort geleden een vademecum publiceerde met de zeven geboden voor de ambtenaar.

Gherardo Colombo, Tangentopoli-onderzoeksrechter van het eerste uur, dacht evenwel aan de politieke corruptie toen hij onlangs nog duidelijk zijn ontmoediging liet blijken over de gang van zaken.

Zijn harde woorden dat de Italiaanse justitie er slecht aan toe is en dat het ernaaruitziet dat corruptie ongestraft blijft, hebben voor grote deining gezorgd. Zo vond zijn vroegere chef Borelli het pessimisme misplaatst en schadelijk voor het geloof van de burger in de gerechtigheid.

Deze laatste bekommernis speelde mee bij Gianfranco Fini, leider van de rechtse AN, om een amnestie voor Craxi af te wijzen. Dat voorstel van een links politicus wilde de genademaatregel koppelen aan schadeloosstelling en inperking van de burgerrechten. De reële kans op verjaring zou immers inhouden dat de operatie Schone Handen met lege handen eindigt voor de Italiaanse justitie en samenleving – indien deze laatste er nog wakker van ligt.

Marcel Meeus

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content