Na Boel verkeert nu de Vlaamse Scheepsbouwmaatschappij (VSM) in grote nood.

DE VLAAMSE OVERHEID beleefde de jongste jaren niet veel plezier aan de scheepsbouw. Ze leerde dat privé-investeerders wel grootste plannen voorspiegelen, maar nauwelijks met geld over de brug komen. Het opzetten van krakemikkige reddingkonstrukties voor versleten werven, zo leert de ervaring, kost handenvol belastinggeld maar redt weinig werkgelegenheid.

Bij Boel in Temse volgde op het faillissement nr. 1, met de familie-Saverys, één jaar later het faillissement nr. 2, met de Nederlandse groep Begemann : in beide gevallen met de Vlaamse overheidsholding Gimvindus als (grote) minderheidsaandeelhouder. Ondanks het lobbywerk van de Oostendse minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte (SP) sloot ondertussen ook de scheepswerf Polyship in zijn stad definitief de deuren. En vorige week legde de Nieuwe Scheepswerven Sint-Barbara uit Maasmechelen, die in 1977 al op een faillissement werd gebouwd, de boeken neer. Zelfs de illegale tewerkstelling van goedkope Polen kon het bedrijf, dat onder meer toeristische Nijlboten bouwt, niet redden.

Het ziet ernaar uit dat de nieuwe Vlaamse minister van Ekonomische Zaken Eric Van Rompuy (CVP) het definitieve einde van de scheepsbouw in Vlaanderen op zijn erelijst kan inschrijven. Immers, ook de Vlaamse Scheepsbouwmaatschappij staat op kantelen. De regering verwierp vorige week het voorgestelde reddingsplan, maar laat de deur op een kiertje.

De Vlaamse Scheepsbouwmaatschappij bestaat al sinds ruim tien jaar uit een opeenvolging van noodoplossingen en reddingspogingen. VSM overkoepelt momenteel zes middelgrote scheepswerven : Scheepswerven van Hemiksem, Westvlaamse Scheepswerven, Scheepswerf van Rupelmonde, Fulton Marine, Scheepswerf van Langerbrugge en Scheepswerf van Kruibeke. Samen tellen zij 570 werknemers. Privé-aandeelhouders bezitten 52 procent van de vennootschap. De belangrijkste zijn PIM, de scheepsbouwerfenis van Pauwels Trafo uit Mechelen, de voormalige Gentse havenschepen Roger Wijnakker en Almabo, de financiële holding van de familie Saverys, voormalig aandeelhouder van Boel. De overheidsholding Gimvindus, die een eclatante reputatie opbouwde in de Boel-saga, houdt de overige 48 procent in de zakken.

Voor de aardigheid : pas is het sociaal Boel-dossier afgesloten of Roger Malevé, direkteur-generaal van Gimvindus, en de turbulente vakbondsleider en scheepsbouwer René Stroobant staan opnieuw tegenover elkaar in het kader van een scheepsbouwdrama.

NIEUWE ORDERS.

Direkteur Eric Vanvolsem van VSM en zijn aanhang zoeken de redding in een vlucht vooruit. Het nood-businessplan voorziet in de sluiting van vier werven, de samenbundeling van de nieuwbouwaktiviteit op de voormalige scheepswerf van Cockerill Yards in Hokoken en de scheepsherstelling in Langerbrugge en Rupelmonde. Daarbij gaan 120 van de 570 arbeidsplaatsen verloren, wat op papier uitmondt in een produktiviteitsstijging. De privé-aandeelhouders brengen honderd miljoen frank vers kapitaal in. De Vlaamse overheid biedt voor ruim een klein miljard frank steun, al dan niet via Gimvindus, door de aankoop van de gronden van de verlaten werven, investeringssteun, gewestwaarborg en scheepskrediet.

Op de valreep schijnt VSM nog nieuwe orders te kunnen binnenhalen : een Filippijnse bestelling voor twee schepen voor hydrografisch onderzoek en een ander order voor twee zeilschepen. “Nog geen kontrakten, maar orders in finalizering, ” bekent direkteur Vanvolsem. Christian Leysen van de rederij Ahlers liet van zijn kant verstaan dat de bestelling van zes chemicaliëntankers bij VSM nog niet verloren is.

Minister Van Rompuy vindt het maar verdacht dat de privé-aandeelhouders slechts honderd miljoen frank op tafel willen leggen, terwijl ze de scheepsbouw toch zo’n roze toekomst voorspellen. Vooral echter ligt het verslag van het revisorenkantoor KPMG op zijn bureau : “De uitbouw van een konkurrerende middelgrote scheepswerf met een gezonde rendabiliteit is op basis van het voorgestelde businessplan niet haalbaar. ” De koele rekenaars zien aan het eind van hun cijferswerk geen toekomst meer voor de VSM.

Nog een pikant detail in het dossier vertegenwoordigt de passage, waarin staat dat de Vlaamse overheid een deel van de gronden en de installaties van Cockerill Yards zou moeten onteigenen. Die zijn eigendom van de vroegere Boel-aandeelhouders (Begemann en Gimvindus), die ze samen met het vastgoed in Temse lukratief uit het faillissement konden houden. Maar de curatoren van het Boel-faillissement vorderen inmiddels die gronden terug voor de rechtbank.

Gimvindusbaas Malevé acht de kans klein, dat de privé-aandeelhouders van de Vlaamse Scheepsbouwmaatschappij met meer geld willen en kunnen opdraven. Hij denkt aan een strategische terugtocht bij de afwerking van de mijnvegers voor de Belgische zeemacht en de Aramco-sleepboten, en daarna meent hij dat, en dan nog in het beste geval, louter scheepsherstelling overblijft. Volgens Malevé het liefst zonder zijn Gimvindus.

G.D.

Scheepsbouw in Vlaanderen : dood spoor.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content