In de zomer van 1917 beleefden Russische soldaten in Frankrijk hun eigen bolsjewistische opstand. Maar van de slag om het kamp van La Courtine spreekt geen enkel geschiedenisboek.

J uni 2004. De witte gebouwen van het kamp weerkaatsen nog altijd de felle zomerzon. De huizen van La Courtine schurken zich slaperig tegen de toegangspoort aan. Het dorp is vijf, zes straten groot, nauwelijks meer. Maar gemeten met het aantal cafés dat op die kleine plek de deuren heeft gesloten en te koop wordt aangeboden, is het soldatenleven duidelijk niet meer wat het ooit was.

La Courtine ligt ongeveer halverwege tussen Clermont-Ferrand en Limoges, te midden van het Plateau de Millevaches op een hoogte van goed 800 meter. Schamel boerenland in de uitlopers van het Centraal Massief. Een eenzame route départementale voert de zeldzame toeristen aan, die in de buurt wandelen of paardrijden. Het stationnetje heeft duidelijk in tijden geen trein meer gezien. In het stationsgebouwtje heeft zich een slager gevestigd. Een traiteur, zowaar.

Het militaire kamp van La Courtine stamt uit het begin van de 20e eeuw. Het werd na enig wikken en wegen precies daar gevestigd, omdat het uit de buurt ligt van plekken waar veel mensen komen. Je merkt duidelijk dat het dorp zich in de loop van die voorbije eeuw in de richting van het kamp heeft verplaatst. De aanwezigheid van zo’n kolos zorgt onvermijdelijk voor menselijke activiteit. Het kamp is nog altijd meer dan 6200 hectaren groot. In 1914, bij het begin van de Grote Oorlog, bood het plaats aan goed 15.000 soldaten. Dat zijn meer mensen dan er in de wijde omgeving wonen.

Na de Duitse aanval werden in La Courtine eerst een aantal Duitsers bijeengebracht, die in Frankrijk woonden, en waarvan de Franse overheid dacht dat ze misschien wel spionnen waren. Daarna deed het kamp dienst als een opleidingscentrum van het Franse leger. Op een dag, begin juni 1917, schrok het dorp wakker van het gerucht dat het kamp met bekwame spoed werd ontruimd om plaats te maken voor een regiment opstandige Russische soldaten met een kwalijke reputatie. Weinig mensen kennen het verhaal. Maar er speelde zich in de zomer van 1917 in het hart van Frankrijk, 600 kilometer achter de frontlijn, een drama af dat La Courtine een plaats in de geschiedenis kon bezorgen. Als de Franse militaire censuur haar werk niet zo goed had gedaan.

Rode vlaggen op 1 mei

December 1915. Een Franse parlementaire delegatie onder leiding van de latere president van de republiek, Paul Doumer, bezoekt Sint-Petersburg. Omdat hij vreest dat hij te vroeg een beroep zal moeten doen op al te jonge rekruten, vraagt opperbevelhebber Joseph Joffre van het Franse leger aan Doumer of die bij tsaar Nicolaas II niet discreet wil informeren naar de mogelijkheid om Russische soldaten in te zetten aan het Westelijk Front. De rekening die Joffre maakt, is eenvoudig: de Russen hebben veel manschappen maar weinig materieel, terwijl de Fransen veel materieel hebben, maar te weinig manschappen. Als de Russen soldaten leveren, zullen de Fransen die uitrusten met het beste materieel waarover ze beschikken.

Nicolaas ziet de oefening in intergeallieerde solidariteit wel zitten. Zijn legerleiding is veel minder over het verzoek te spreken. Frankrijk wil graag 40.000 Russische soldaten per maand ontvangen. De Russen houden het bij wijze van experiment bij 40.000 manschappen, waarvan de helft voor het front op de Balkan bestemd is. Sint-Petersburg wil ook niet om het even wie naar Frankrijk sturen: het leger krijgt de uitdrukkelijke opdracht alleen soldaten te kiezen, die wel degelijk kunnen lezen en schrijven. De tsaar wil ook dat ze allemaal blauwe of grijze ogen hebben en blond of kastanjebruin haar, maar de ijver van zijn generaals gaat niet zo ver dat ze ook dat allemaal nauwgezet uitzoeken.

Hun reis duurt meer dan twee maanden en verloopt in het grootste geheim. De 20.000 Russen worden vanuit Vladivostok en Archangelsk met pakketboten naar de Franse havens van Marseille en Brest gebracht. Ze worden enthousiast onthaald. Het lijkt wel alsof het Russische legerkorps heel alleen de oorlog voor Frankrijk gaat winnen. Ze worden zelfs gevraagd om op 14 juli mee te stappen in het jaarlijkse defilé naar aanleiding van de Franse nationale feestdag in Parijs. ‘Deze soldaten zijn uitgezocht onder de moedigste en ze worden aangevoerd door de meest ervaren officieren’, zegt maarschalk Joffre. Hij zal zich die woorden een jaar later zwaar beklagen. Want de tsaar had dan wel volk gestuurd dat kon lezen en schrijven, velen hadden het front nog nooit gezien.

Het Russische expeditieleger in Frankrijk bestaat uit twee zeer verschillende brigades. De eerste is samengesteld uit mannen die in de omgeving van Moskou zijn gerekruteerd. De tweede bestaat vooral uit boeren afkomstig uit het diepe Russische binnenland, uit het Oeralgebergte. Ze worden eerst ingezet aan het front in de Champagnestreek en ze gedragen zich daar moedig, maar wispelturig. Ze zien bijvoorbeeld het nut niet in van het dragen van een gasmasker – wat sommigen van hen duur te staan komt. Het botert in de loopgrachten overigens niet al te best met de Franse soldaten, de poilus. De Russen kunnen het merkwaardig genoeg beter vinden met de Belgen, bij wie ze zich meer thuis voelen.

April 1917. De twee brigades zijn van de partij als de Fransen hun groot offensief inzetten aan de Chemin des Dames, in de buurt van Soissons. De aanvallers lopen recht in het vuur van de Duitse mitrailleurs. De Russen verliezen 4000 man. De Fransen tellen bijna 30.000 doden in goed tien dagen tijd, vooraleer de waanzinnige operatie wordt stopgezet en generaal Robert Nivelle uit zijn functie wordt ontheven. Aan het front horen de Russen voor het eerst over revolutionaire gebeurtenissen thuis. In maart is de tsaar aan de dijk gezet. Er is een voorlopige regering aan de macht onder leiding van de sociaal-democraat Aleksandr Kerenski.

De combinatie van de slachtpartij aan het front en het nieuws uit Rusland heeft verregaande gevolgen. De jongens voelen zich eigenlijk al maanden niet lekker omdat ze als enige korps in de loopgrachten geen brieven of pakjes krijgen van hun familie. Ze hebben heimwee en het nieuws over de revolutie maakt hen onzeker en ongerust. Na het onzinnige lente-offensief rommelt het trouwens ook stevig onder de Franse troepen. De oorlog doet zijn werk.

Om van de slag te herstellen, worden de Russen teruggetrokken in het stadje Neufchâteau in de Vogezen. Gestuurd door de grote gemeenschap van Russische bannelingen in Parijs gaat de bolsjewistische propaganda aan de slag. Lenin wordt vanuit Zwitserland door de Duitsers in het grootste geheim naar Helsinki gesmokkeld, vanwaar hij Sint-Petersburg kan bereiken. Hij belooft de Duitsers dat hij een einde zal maken aan de oorlog op het Oostelijk Front. In Neufchâteau doet het gerucht de ronde dat de revolutie voorbij is, dat de oorlog in Rusland gedaan is en iedereen vrij is. Maar ook: dat er een begin is gemaakt met de verdeling van het land. De soldaten willen terug voor het te laat is. Ze willen allemaal hun deel.

In de ziekenhuizen waar de gewonden worden verzorgd, worden de eerste soldatensovjets opgericht. Tijdens zo’n vergadering zitten soldaten en officieren zelfs aan dezelfde tafel. Een aantasting van de discipline en het onderscheid tussen de rangen, die het Franse noch het Russische opperbevel kunnen verdragen. Vooral de Moskovitische brigade raakt snel gepolitiseerd. Zodanig dat het expeditieleger in twee vijandige kampen uiteenvalt. Aan de ene kant staan een 6000 soldaten van de tweede brigade, die steun betuigen aan Kerenski en die de oorlog willen voortzetten. Daartegenover staat wel 10.000 man, voornamelijk de eerste brigade, die het bolsjewisme aanhangen en de communistische boodschap verspreiden. Hun leider is een Letse soldaat, Baltais. Op 1 mei loopt een troepeninspectie helemaal uit de hand. De sovjet van de eerste brigade wil het feest van de arbeid vieren, zwaait met rode vlaggen en zingt de Marseillaise.

Daarmee is voor het Franse opperbevel de maat vol. De revolutionaire geest moet worden bedwongen. Er moet vooral worden voorkomen dat de Franse troepen nog meer worden besmet dan al het geval is. In afwachting dat ze eventueel terug naar huis kunnen, zullen de Russen in een kamp diep in het Franse binnenland worden ondergebracht, ver van de Franse soldaten en van de steden. Generaal Ferdinand Foch zelf geeft de opdracht om het kamp van La Courtine te ontruimen en klaar te maken om de buitenlandse soldaten te ontvangen. De twee brigades worden samengevoegd tot een divisie, met de naïeve bedoeling om ze weer enige discipline bij te brengen. Er wordt gehoopt dat de ene brigade een goede invloed zal hebben op de andere.

Op 18 juni arriveren de eerste Russische eenheden in het stationnetje van La Courtine. Ze zijn alles bij elkaar nog met 16.000 manschappen. Ze hebben 2000 paarden bij zich en een beer, hun mascotte. Tot grote ontsteltenis van de Franse legerleiding in La Courtine hebben ze ook al hun wapens bij zich. In de haast om ze uit de buurt van het front weg te krijgen, werd vergeten ze te ontwapenen. De Russen arriveren op het Plateau de Millevaches met al hun geweren, mitrailleurs, mortieren en kanonnen en treinwagons vol munitie. Een tikkende tijdbom. Het blijkt ook al snel dat het een vergissing was om de twee brigades in hetzelfde kamp onder te brengen. De generaals hadden niet in de gaten hoezeer ze tijdens de oeverloze politieke discussies echt een grondige hekel aan elkaar hebben gekregen.

A bas la guerre!

Juli 1917. Wat er zich in de weken daarna precies in La Courtine afspeelt, is niet helemaal duidelijk. Een lokale commissaris van politie, die het zwaar bewapende gezelschap liever kwijt dan rijk is, stuurt vrijwel meteen verontrustende rapporten naar zijn chefs over Russische soldaten die de bevolking lastig vallen en terroriseren. Enkele jaren later ondervraagt Pierre Poitevin de inwoners van La Courtine voor een boek dat hij over de rebellie wil schrijven – La mutinerie de La Courtine verschijnt in 1938 bij Payot in Parijs. Poitevin maakt geen melding van dat soort problemen. Het ergste wat een inwoner van La Courtine kon overkomen, schrijft hij, was op een Rus te botsen, die in een gracht zijn roes lag uit te slapen.

De Russen blijken integendeel vaak graag geziene gasten. Dat mag ook niet verbazen. Ze beuren elk 20 frank soldij per dag en ze laten die graag rollen. De middenstand doet gouden zaken. De fanfare van het regiment trekt regelmatig door de straten en speelt af en toe een avond dansmuziek. Maar afgezien daarvan gebeurt er niets in het kamp. Van enige discipline is geen sprake. Oefenen doen de soldaten niet meer, bevelen leggen ze naast zich neer. De sovjets nemen de organisatie over. Officieren worden weggestuurd, al dan niet nadat de een of de ander ervoor pleit om ze allemaal te liquideren, als vijanden van het volk. Aan de poort van het kamp hangt een groot spandoek: A bas la guerre!

Al meteen na de aankomst van de tweede brigade, enkele dagen na de eerste, staan de Russen met getrokken bajonetten tegenover elkaar. Om erger te voorkomen, besluit de tweede brigade om maar opnieuw te vertrekken en haar tenten op te slaan in een dorp in de buurt. Dat wordt hen eerst toegestaan en dan weer niet. In Parijs besluit iemand, die niet weet hoe het er op het terrein aan toe gaat, dat ze niet buiten de grenzen van het kamp mogen. De soldaten die tot dan loyaal zijn gebleven, worden verplicht om in bijna onmenselijke omstandigheden in een bos te kamperen, zonder voorraden of welke voorzieningen dan ook. De Franse legerleiding ter plaatse zit met de handen in het haar. Omdat zeker de Russische generaals geen vat meer hebben op hun soldaten, besluiten ze om alvast een Franse reserve achter de hand te houden. Ze hebben per slot van rekening te maken met een tot de tanden gewapende troep, die aan geen enkel bevel meer gehoorzaamt.

De Russische regering stuurt bemiddelaars naar La Courtine. Baltais zelf reist naar Parijs om er over de grieven van de soldaten te onderhandelen: ze voelen zich langzamerhand aan hun lot overgelaten. Bij zijn terugkeer wordt de Let trouwens vervangen door de Oekraïner Globa, van wie de sovjet een hardere opstelling verwacht. Die Globa is overigens een charmante kerel, die niet alleen kan lezen en schrijven, maar die ook uitstekend Frans spreekt. Het mag allemaal niet baten. De Russische hogere officieren, die liever in de Parijse salons verkeren dan in het stof van La Courtine, willen niet praten voor de discipline in het kamp is hersteld. Soldaten moeten luisteren en wie niet wil luisteren, moet voelen. In een leger moeten soldaten hun plaats kennen.

De Fransen van hun kant willen niets liever dan de Russen terug naar huis sturen. Het probleem is dat ze daarvoor op dat moment niet genoeg schepen ter beschikking hebben, terwijl de zee bovendien onveilig wordt gemaakt door Duitse onderzeeboten. Afgezien daarvan moeten de Russen het er ook mee eens zijn dat hun expeditieleger uit Frankrijk wordt teruggetrokken. De Franse ambassadeur in Sint-Petersburg brengt de boodschap voorzichtig aan Kerenski over: nu er meer Britten in de loopgrachten zitten en de Amerikanen massaal in Frankrijk toestromen, is de aanwezigheid van het Russische regiment niet meer nodig. Maar Kerenski wil de bolsjewistische soldaten niet terug. Hij kan zich zelf nauwelijks staande houden onder de druk van Lenin en de zijnen. Hij geeft de loyale troepen in Frankrijk daarom het bevel om de muiters tot gehoorzaamheid te dwingen. Als het moet met harde hand. Dat komt de Fransen goed uit: ze willen vooral niet dat een eventuele slachtpartij hen later in de schoenen wordt geschoven.

September 1917. Een eerste ultimatum aan de muitende soldaten om hun wapens in te leveren en zich over te geven, verstrijkt begin augustus zonder dat er iets gebeurt. Er volgt een nieuw palaver, dat weken duurt. De lamlendige Russische generaals kunnen niet beletten dat ondertussen ook de tweede brigade snel onder communistische invloed geraakt en in allerijl naar een kamp in de buurt van Bordeaux moet worden overgeplaatst. Een korps loyale Russische artilleristen, die toevallig in Frankrijk langskomen, zorgen voor de oplossing. Ze worden versterkt met enkele duizenden zorgvuldig gekozen manschappen uit de tweede brigade om een korps van zo’n vijf tot zesduizend soldaten te vormen, bewapend met kanonnen en mitrailleurs.

Zoals duizenden kilometers verderop in Rusland zelf, staan ook in het hart van Frankrijk voor- en tegenstanders van de bolsjewistische revolutie tegenover elkaar. De soldaten die aan Kerenski trouw zijn, nemen stellingen in aan de rand van het dorp. Franse reservisten en zelfs troepen die van het front zijn teruggetrokken, staan in een brede kring rond het kamp opgesteld. Dorpen worden ontruimd, loopgrachten gegraven. De muiters krijgen tot 16 september om 10 uur ’s ochtends de tijd om zich over te geven. In een lange nacht van volksvergaderingen klinkt na verloop van tijd nog alleen het gezang van de bolsjewistische soldaten in het duister.

Om 10 uur blaast de eerste obus de regimentsfanfare uit haar schuilplaats – ze had net moedig de marche funèbre van Frédéric Chopin ingezet. Na enkele tientallen kanonschoten duiken de eerste rebellen op, die zich overgeven, armen in de lucht. Ze hebben eerst ook hun paarden de weg naar het dorp opgejaagd. Die dag verlaten druppelsgewijs 7500 soldaten van de eerste brigade het kamp.

Het probleem is: niemand weet hoeveel er dan nog overblijven. De Russen hebben nooit goed bijgehouden welke soldaten in de loop van de twee maanden daarvoor van de ene naar de andere brigade zijn overgelopen. Het kunnen er naar schatting hooguit enkele honderden zijn, maar die verschansen zich stevig in de gebouwen. Op 18 september worden de gevechten hervat. De opstandige soldaten worden ten slotte uit de gebouwen verdreven en tegen de ochtend van 19 september geeft een laatste groep van zo’n vijftig man zich over. Globa en enkele leiders van de sovjet worden aangehouden, terwijl ze proberen te vluchten. De opstand van La Courtine is voorbij. ‘Nooit gedacht, generaal, dat je zo gemakkelijk van die luizenbende af zou geraken’, zegt een Amerikaanse generaal tegen een Franse collega, terwijl ze de afloop van op enige afstand bekijken.

De Amerikanen komen

November 1917. Met de val van het kamp is het verhaal niet afgelopen. De leiders van de muiterij worden weggebracht om door Russische rechtbanken te velde te worden berecht. Of dat ook is gebeurd, is niet bekend. Wellicht niet. De duizenden soldaten die in La Courtine achterblijven, worden ingezet om het kamp op te ruimen en de schade te herstellen, die door de gevechten is aangebracht. Een terugkeer naar Rusland is op dat moment uitgesloten. Daar woedt op dat moment de oktoberrevolutie, die Lenin en de bolsjewieken aan de macht brengt. Uiteindelijk bieden de Fransen aan om de Russen op vrijwillige basis en tegen een minimumloon aan werk te helpen in fabrieken en mijnen. Wie dat voorstel niet aanvaardt, zal naar Noord-Afrika worden gedeporteerd. Er is plotseling haast bij: La Courtine moet worden klaargemaakt om plaats te bieden aan een Amerikaanse divisie.

Uit de overgebleven loyalisten wordt uiteindelijk toch nog een korps gesmeed, dat in 1918 aan het Westelijk Front wordt ingezet en zich daar zelfs nog onderscheidt. De meeste soldaten keren pas in de loop van 1919 of 1920 naar Rusland terug. Een aantal vecht daar dan al in de rangen van de Witte generaal Pyotr Wrangel tegen het Rode Leger. Sergeant Rodeon Malinovski keerde langs de omweg van het Franse vreemdelingenlegioen naar het front terug. Hij onderscheidde zich tijdens de Tweede Wereldoorlog tijdens de slag om Stalingrad, werd maarschalk in het Rode Leger en in de jaren vijftig benoemde partijleider Nikita Chroesjtsjov hem tot minister van Defensie van de Sovjet-Unie.

Juni 2004. Er vielen bij de slag om La Courtine officieel 9 doden en 49 gewonden. De inwoners van het dorp schatten het aantal slachtoffers toen op ten minste enkele honderden. Hoeveel het er precies waren, weet niemand vandaag. Er is in La Courtine niets dat aan de tragische passage van het Russische regiment herinnert. Niet in het kamp, niet in het plaatselijke kerkje of op het lokale kerkhof. Niet op het traditionele ereperk voor de mairie. De censuur deed zijn werk zoals het hoort. De zomer van 1917 is in La Courtine uitgewist.

Door Hubert van Humbeeck

Het gerucht gaat dat de revolutie voorbij is en dat er met de verdeling van het land is begonnen.

In de ziekenhuizen waar de gewonden worden verzorgd, worden de eerste soldatensovjets opgericht.De Fransen willen niets liever dan de Russen terug naar huis sturen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content