Tien jaar spaarden Rudi Verschoren en Alexandra Wilson voor hun appartement in Deurne. Dit jaar kon er weer een vakantie af. In Schotland, dat haar ouders na de oorlog ruilden voor Antwerpen. Hij vindt het prachtig ; het vissersdorp, de bergen, de schapen, de mist, de mensen. Ze zijn spontaner, veel minder gesloten, weten nog wat solidariteit betekent. Niet zoals hier, waar iedereen in zijn eigen wereldje leeft. Ginder word je opgenomen in de clan.
In Schotland gaan wonen ? Nee, dat niet. De werksituatie is er te onzeker. Dan maar beter bij ons. Twintig jaar geleden begon Rudi als operator bij Opel. Omdat zijn broer en pa er werkten. Zo ging dat toen. Tien jaar haalde hij wagens van de lopende band de lijn heet dat tegenwoordig. Nu werkt hij in een team van twaalf man. Boosters of rembekrachtigers van de nieuwe Vectra en de Astra assembleren en monteren.
Hij draait lange shifts van ’s morgens half zes tot half vier en van half vier tot half twee. Vermoeiend, ja. ?Soms val ik thuis na het eten, als het lekker warm is, pats, in slaap”. Maar klagen doet hij niet. Rudi is een rustige, betrouwbare vent, geen praatjesmaker. Eén keer sprong hij uit de band, ongewild, toen een reclamebureau hem uitkoos voor een publiciteitscampagne : de mens achter de nieuwe Vectra. Kwam hij ook eens in de kranten, maar daar had hij zijn vrouw mooi niks van verteld. Och, het bedrijf is na twintig jaar zijn tweede familie geworden. Hij is een Opel-man. Rijdt in zo’n wagen en zal dat altijd blijven doen. Zijn broer lacht er soms mee. ?Een Opel, pffft…” Maar het is zijn broodwinning. Hij weet dat het kwaliteit is. En als hij op de weg weer een Opel ziet, is hij een beetje fier. ?Daar zit een stukje van mijn werk in.” Rudi zou wel tot zijn pensioen in het bedrijf willen blijven.
Thuis doet hij het rustig aan. Soms gaan ze bowlen of zwemmen, dan ging hij een tijdje naar een fitness-centrum, het wisselt wel eens, alleen het fietsen bleef. Ontspannend en goed voor zijn allergie. Gaan de longen open. Niet dat hij er veel last van heeft, want hij let op zijn gezondheid ; veel bewegen, niet teveel snoepen. Er voor thuisblijven, zal hij zeker niet. Al die Opel-jaren was hij twee keer ziek. En één keer (technisch) werkloos, in 1993-1994. ?De dagen waren toen langer dan op het werk.”
Soms piekert hij wel eens over de toekomst. Over zijn baan of de job van zijn vrouw, die intussen ook achttien jaar in hetzelfde bedrijf werkt. Gelukkig investeerde Opel de laatste jaren zwaar in Antwerpen. ?Dat betekent dat ze ons nodig hebben.” Maar bedrijven kunnen verhuizen, bij voorbeeld naar het vroegere Oostblok. Dan zeggen politici dat arbeiders te duur zijn. Maar is dat zo ? ?Ginder liggen de lonen lager, maar als je hier een product bekijkt, de kwaliteit ervan, neen, dat zijn we niet te duur.”
En dan al die faillissementen… Praat hij ook wel eens over met de collega’s. Verder gaat dat niet. Spijtig. Vroeger gingen ze samen ooit een pint pakken. Collega’s bleven langer op één plek in de fabriek werken. Nu veranderen ze veel, zien ze elkaar minder. Hooguit een verjaardag of nieuwjaar worden samen gevierd. Maar dat zie je overal, dat de mensen elkaar niet meer kennen. Ze leven naast elkaar door. Waaraan ligt dat ?
Al bij al is Rudi gelukkig. Een baan. Goed gezin. Een goed appartement. Ze hebben wel eens gedacht aan een huis buiten, maar dan heb je weer twee wagens nodig. Nee, Deurne valt wel mee. Vlak in de buurt van Antwerp. Niet dat voetbal hem iets maakt, maar veel last heeft hij er ook niet van. ?Een paar keer hebben we een western in de straat gehad met politie tot in de tuintjes. Dan staat het ganse blok op de balkons te kijken.”
J.G.