?Ik was blijkbaar een heel vrolijk kind. Op alle foto’s sta ik met mijn mond open te schateren. We woonden in een fijne buurt in Ekeren. Daar speelden we altijd buiten, in de weilanden of het verwilderde park achter de tuin. We organiseerden toneeltjes enzo. We hadden geen tv. Elke week gingen mijn zus en ik naar de plaatselijke jeugdbibliotheek. Toen we dertien waren hadden we daar alles stukgelezen.”

De ouders van Roos hadden op het einde van de jaren vijftig hun eigen huis gebouwd. Welbewust hadden ze eerst geld verdiend, om dan pas aan kinderen te beginnen. Toen die geboren werden, stopte moeder Hertsens met werken. Ze wilde thuis zijn.

Roos herinnert zich de vakanties. ?We gingen nooit ver op reis, altijd naar de kust of de Ardennen. Toch was dat telkens een hele onderneming, het leek groots en spannend.” Later ging Roos op kamp om te skiën of te zeilen. Haar ouders begonnen daar toen zelf ook aan. ?Na verloop van tijd begon ik zelf heel toevallig in de zomer zeilles te geven. Nu kan ik daar nog steeds op terugvallen. Van Pasen tot oktober is er werkgelegenheid. Ik geef les aan kinderen, elke week zijn er nieuwe leerlingen. Werken in de open lucht, op het water. Het is heerlijk. Maar het is geen vaste job natuurlijk.”

Roos ging niet graag naar school. ?Ik mocht zelf kiezen welke richting ik wilde volgen. Mijn ouders lieten me erg vrij, in alles trouwens. Toch bleef onderwijs voor mij altijd meer een plicht dan een recht. Ik deed het niet voor mezelf, ik deed het omdat het moest. Maar misschien lag dat aan de school zelf. Mijn ouders verwachtten wel dat we verder zouden studeren. Zijzelf hadden die kans nooit gekregen. Een universitair diploma leek hen de beste sleutel tot een werkzekere toekomst.” Het was een moeilijke beslissing. Uiteindelijk werd het Germaanse filologie. Roos ging onmiddellijk alleen op kamers wonen. Heel sober, zoals de meeste studentjes. Maar ook vandaag ergert ze zich blauw aan wat zij de overconsumptie noemt. ?Tien soorten brie in één supermarkt, stel je voor. Dat is absurd. Ik probeer zo weinig mogelijk nutteloze dingen te kopen. Dat is moeilijk, want als je nadenkt kan je zoveel dingen missen. Ik vind het niet nodig om te kiezen tussen al die kleren, of mountainbikes of computers. Ik probeer ook milieubewust te leven, overal met de fiets naartoe te gaan. Misschien moet ik boerin worden en enkel produceren voor eigen gebruik.”

Roos vond niet onmiddellijk werk toen ze afstudeerde. ?Ik zat thuis, de tijd gleed voorbij en ik deed eigenlijk niks zinnigs. Daarom begon ik les te geven aan analfabete migrantenvrouwen, als vrijwilligster. Ondertussen boden uitzendbureaus me werk aan, meestal telemarketing. Maar zo gauw ik kon, begon ik weer aan de zeilles. Het volgende jaar idem. Sindsdien ben ik aan het werk gebleven. Maar ik blijf solliciteren voor een vaste baan. Ik heb al honderden brieven geschreven. Als uitzendkracht leer je steeds nieuwe mensen kennen, maar je verliest ze ook snel weer uit het oog. Dat is wel jammer.” Ze wil niet werken om veel te verdienen. Als ze zich maar nuttig voelt.

E.V.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content