In het nummer van 29 februari herneemt uw blad de gebruikelijke vijandigheden tegen mijn persoon in de artikels van Draulans en Meulenaere. Dit naar aanleiding van de uitspraak van het hof van beroep met betrekking tot mijn klacht tegen uw blad. Wij hadden nochtans gehoopt om na 10 jaar dit dispuut op een volwassen manier af te sluiten. Alhoewel het klopt dat wij bot vingen met onze eis tot schadevergoeding, bevatten deze artikels eens te meer onwaarheden.

Zo stelt u dat ik poogde ‘een voor hem voordelige minnelijke schikking uit de brand te slepen, waar Knack niet op inging’. Dit is manifest onjuist, want het om-gekeerde is waar. Uw raadsman meester Leo Martens stuurde op 18 februari 2009, na de uitspraak in eerste aanleg, een brief waarin hij vraagt of de mogelijkheid bestaat tot een vergelijk te komen waarbij betekening-hoger beroep wordt vermeden door een door alle partijen te ondertekenen wederzijdse akte van berusting, waarbij elke partij haar kosten draagt wat ook impliceert dat Roularta, dhr. Van Cauwelaert en dhr. Draulans zouden verzaken aan de opgelegde rechtsplegingsvergoeding. Wij waren na de ellenlange procedure bereid om aan uw vraag ter zake tegemoet te komen indien er een afsluitende mededeling zou komen die het vonnis in eerste aanleg zou bevestigen. Hiertoe was uw blad evenwel niet bereid, omdat u voor de buitenwereld eerder via een valse mededeling via Belga trachtte te verdoezelen dat de rechter in eerste aanleg wel degelijk stelde dat er journalistieke fouten door uw blad gemaakt waren. Bepaalde media brachten desondanks toch de waarheid aan het licht en hebben bericht over de laakbare journalistieke deontologie van Knack.

Wij citeren in dat verband uit het vonnis van 04.01.2010 van de rechtbank van eerste aanleg: ‘In plaats dat het artikel (…) tot doel heeft om het publiek te informeren en enkele kritische bedenkingen te plaatsen (…) is dit artikel er eerder op gericht om eisende partijen aan te pakken omdat zij verwerende partijen voor de rechtbank hebben gedaagd.’ De rechtbank van eerste aanleg beschuldigt uw blad zelfs van misbruik van gerechtelijke dossiers: ‘In de publicatie van 18.04.2007 werd de toelating van het Openbaar Ministerie tot inzage in en kopiename van de betreffende strafdossiers dan ook misbruikt.’

Terecht zou u kunnen opwerpen dat deze expliciete veroordeling van uw blad niet werd hernomen in het arrest van het hof van beroep. Dit gaat evenwel eveneens op voor het verbroken vonnis tegen mij waar u al jaren gretig en herhaaldelijk uit blijft citeren. Dit vonnis werd door het hof van beroep nochtans volledig verbroken. Stellen dat dit enkel zou zijn omwille van de verjaring is eveneens niet correct, gezien de niet verjaarde klacht in dit dossier tegen de betrokken woordvoerder eveneens verbroken werd wegens ‘niet bewezen’.

U stelt dat het hof rekening gehouden heeft met een oordeel van de Raad van de Journalistiek. Dit klopt. Maar het is ook interessant te vermelden dat de voorzitter van deze Raad uw eigen uitgever dhr. Wim Criel is. Een bewijs dat zelfregulering in dit verband dode letter is.

Ik stel vast dat het hof van beroep uw laakbare praktijken niet wil veroordelen omdat, zo stellen zij: ‘publieke figuren een hogere graad van tolerantie aan de dag moeten leggen’. Dat kan opgevat worden als een vrijgeleide voor het soort vileine artikels waar vooral uw laatste pagina’s in uitblinken. Lange tijd deelde justitie in Groot-Brittannie de visie dat bekende personen maar moesten kunnen leven met onwaar-heden en insinuaties. Maar het schandaal van Murdochs News of the World was voor de Britse justitie een keerpunt, waarbij een halt werd toegeroepen aan de straffeloosheid van bepaalde media. Ik ben ervan overtuigd dat ook bij ons ooit zo’n keerpunt zal komen.

Noël Slangen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content