De 24 uur van Ieper giert volgend weekeinde door de Westhoek. Men verwacht een duel tussen Patrick Snijers en de Fin Juha Kankkunen, viervoudig wereldkampioen.

VOLGEND WEEKEINDE krijgt Patrick Snijers de kans om voor de vijfde keer de 24 uur van Ieper het hoogtepunt van het Belgische rallyjaar te winnen. Als hij daarin slaagt, promoveert hij tot de unieke rekordhouder van het aantal overwinningen in Ieper. Momenteel moet hij op de erelijst van de 24 uur van Ieper nog Gilbert Staepelaere en Robert Droogmans naast zich dulden. De drie totalizeren elk vier overwinningen.

In Ieper houdt Snijers de hand aan de Ford Escort, die op de valreep weigerde de Belg Bruno Thiry beroemd te maken. Na een imposant parcours lag de Luikenaar in de WK-rally van Corsica riant aan de leiding, maar in het zicht van aankomst en overwinning, kraakte de mekaniek. Een banaal technisch mankement blokkeerde de weg naar de eerste Belgische WK-zege.

Een vijfde zege in Ieper ligt voor Snijers anders niet op een prezenteerblaadje te blinken. De wedstrijdorganizatoren versleepten een paar grote kanonnen naar de Westhoek : rijders die doorgaans op wereldniveau rondstuiven, zoals de Italiaan Andrea Aghini (met zijn Mitsubishi onlangs nog derde in de WK-rally van Corsica) en vooral de Fin Juha Kankkunen, de rijder met de meeste titels in de geschiedenis van de rallysport.

Toen de organizatoren van Ieper de komst van Kankkunen aankondigden, lag iedereen in een deuk. Sinds zijn eerste wereldtitel, die hij behaalde in 1986, trekt Kankkunen brede bochten rond minder hoog gekwoteerde wedstrijden, met uitzondering dan van de voorbereidende races op de rally van de 1.000 meren, in zijn eigen Finland.

Wat de mensen in Ieper serveerden, was evenwel geen grap maar het resultaat van lange onderhandelingen. “Er is veel lobbywerk verricht, ” beaamt Jean-Philippe Fonsny, woordvoerder van Toyota België. “Marlboro en Toyota België bundelden daarbij de krachten. Aanvankelijk dachten we aan Didier Auriol, de huidige wereldkampioen. Maar de Fransman voelt zich vlug verzadigd, hij wenst zijn programma liever niet te overladen. Dat hij van goede wil is, getuigt straks zijn aanwezigheid als toeschouwer. We zochten dan kontakt met Kankkunen, die liet wel interesse blijken. De aversie van Kankkunen tegen asfalt neemt legendarische proporties aan. De Fin beschouwt de rally in Ieper als een goede oefening op zo’n terrein. Maar kladwerk kan iemand van het gehalte van Kankkunen zich niet permitteren. Behalve een oefening ligt er voor hem in Ieper een uitdaging weggelegd. De kwestie is : kan hij hier zijn allergie voor asfalt overwinnen ? Voorts wil Kankkunen volgend weekeinde zijn wagen in technisch opzicht klaarstomen voor wat hem nog aan WK-opdrachten wacht. Nogmaals, het blijft niet bij louter testen en experimenteren. Kankkunen heeft altijd en overal een reputatie te verdedigen. Hij komt, kortom, om te winnen. “

Die ambitie logenstraft Kankkunen niet. Hij ventileert ze met grote vanzelfsprekendheid. “U begrijpt, als ik niet de wil heb om in Ieper te winnen, dan zou ik beter rustig thuis blijven. “

De overwinningsdrang van Kankkunen straalt af van de logistieke macht, die Toyota in de Westhoek zal ontplooien. Toyota Team Europe, met basis in Keulen, vat Ieper aan zoals elke volwaardige WK-rally. Kankkunen geniet de assistentie van een team van vijftig personen. De beste ingenieurs werden opgetrommeld. Ook een tweede Toyota-wagen kon er wel van af, die zal Renaud Verreydt besturen. Verreydt onderschat het belang van zijn taak niet : “Dit is misschien de beslissende wending in mijn carrière. “

TRAKTOR.

Juha Kankkunen (36) maakt deel uit van een generatie hoogbegaafde Finse autocoureurs : Markku Alen, Hannu Mikola, Ari Vatanen en Timo Salonen kozen voor rally’s ; Keke Rosberg, Mika Hakkinen, Jyrki Jarvilethto en Mikka Salo slopen de formule 1 binnen. Achter de naam van Kankkunen staat het rekord van het aantal wereldtitels (vier, op 27-jarige leeftijd liet hij zich vieren als de jongste wereldkampioen ooit) en van het aantal zeges in WK-rallys (21). De rally van Portugal schonk Kankkunen onlangs alweer een primeur : hij rondde daar de kaap van de duizend WK-punten. “De superioriteit van Kankkunen doet onwillekeurig denken aan die van Eddy Merckx, ” zegt Thiry.

De boerenzoon Juha Kankkunen leert rijden aan het stuur van de traktor van het familiebedrijf in Laukka, een dorpje waar jaarlijks de rally van de 1.000 meren passeert. Zijn vader rekent Timo Makinen met een straat voorsprong, de beste Finse autocoureur van die epoque tot zijn persoonlijke kennissen. Amper negen jaar jong is Juha Kankkunen, wanneer hij als co-piloot naast Makinen plaats neemt. Dat gebeurt, voor een goed begrip, ten gerieve van een publiciteitsfilmpje.

Op zestienjarige leeftijd volgt voor Kankkunen aan het stuur, en for real deze keer, de eerste rally. Het parcours ligt getrokken in Zweden, waar ze rijbewijzen uitreiken aan jongens van die leeftijd. Daar kan Kankkunen dus starten, in wat naderhand één klim naar de top blijkt.

Van bij de start kent Kankkunen zijn zwakke punt : wedstrijden op verharde wegen. Dat minpunt groeit mettertijd aan tot een gezwel dat al lang een eigen leven leidt. Kankkunen wil op dat vlak graag enige nuances aanbrengen. Hij zegt : “Ik heb leren rijden op onverharde wegen en op sneeuw. Die specifieke omstandigheden legden reflexen in mij, die ik moeilijk kan onderdrukken. Ze vechten voortdurend in mij om de bovenhand te halen, en vaak lukt ze dat. En ze belemmeren om op verharde wegen optimaal te presteren. Nu, ik denk dat elke rallyrijder getypeerd is door de omstandigheden waarin hij werkte in de eerste jaren van zijn carrière. Dus hoef ik me niet te schamen voor mijn mindere rendement op asfalt. Trouwens, rallyrijders specializeren zich meer en meer. De echte allrounder heeft allang opgehouden te bestaan. Precies daarom zijn de wereldkampioenschappen de jongste jaren ook zo spannend. “

Kankkunen probeert het lot anders wel te sturen. Zonder handrem het asfalt op, daar werkt hij aan. “Ik ben nog niet voltooid als rijder, ik voel hoe ik mezelf ontwikkel. Op asfalt heb ik veel vorderingen gemaakt. “

Zijn ploegmaat Didier Auriol bevestigt met bewondering. “Ik zag zelden een rijder met zo’n aanpassingsvermogen. Maar op asfalt verkent hij bijna nooit zijn limieten. Hij gaat er van uit dat anderen hem op dit terrein overtreffen. Anderzijds toonde hij al bij diverse gelegenheden als de omstandigheden hem ertoe verplichtten, bijvoorbeeld als hij punten moest pakken om in strijd te blijven voor de wereldtitel dat hij ook op dit terrein kan uitmunten. Volgens mij is het meer een mentale kwestie, een zaak van wilskracht. Het probleem waarmee Kankkunen worstelt, is dat je bijna op asfalt moet geboren zijn, om er optimaal te kunnen presteren. Rijden op verharde wegen vergt veel scherpte. Met korte, strakke trajekten. Preciziewerk. Op verharde wegen telt elk detail, dat verzwaart de stress. Op onverhard wegen rijfouten minder door, asfalt daarentegen straft elke vergissing af. “

Zijn fenomenale aanpassingsvermogen etaleerde Kankkunen ook al aan het stuur van minderwaardige auto’s. Daar ligt trouwens een fundamenteeel verschil tussen hem en Auriol. Voor de Fransman moet aan vele (overwegend technische) voorwaarden voldaan zijn, eer hij in aanmerking komt voor sukses. Kankkunen daarentegen kan ook met minder presterende wagens nog aan de zege ruiken. Thiry : “In 1994 rijgde hij in de rally van de 1.000 meren de scratches de beste tijden aaneen met een wagen waaraan alles wrong wat maar kon wringen. “

Kankkunen wenst deze souplesse geen uitzonderlijke eigenschap te noemen. “Elke rallyrijder heeft sterke en zwakke punten, tot op het hoogste niveau is dat zo. Ik heb nu eenmaal het kenmerk om tot grote dingen in staat te zijn als alle elementen tegen mij lijken samen te spannen. Akkoord, dat is een gave. Maar ik onderscheid bij mijn konkurrenten dan weer kwaliteiten, die ik niet bezit. “

ZELFVERTROUWEN.

Zopas, op 10 juni, is hij getrouwd. Hij vertelt er, droogweg, een grapje over. “Waarom ik aanvaardde om in Ieper te komen rijden ? Omdat ik van tijd tot tijd de behoefte heb om ver van mijn vrouw te zijn. “

Dat hij zich nu tot een gezinsleven bekeert, moet de rust van zijn innerlijke natuur nog verhogen. En zijn beheerste optreden valt al zo op in dit milieu waarin de meesten, weliswaar deels onder de druk waarmee ze moeten leven, als ongelikte beren omspringen met hun eigen notoriteit. Onbeschoft gedrag, waarop bijvoorbeeld François Delecour zich laat betrappen, is Kankkunen vreemd. Denis Giraudet, momenteel co-rijder van Auriol, zat in de wagen naast Kankkunen in de rally van de 1.000 meren, bouwjaar 1993. “Hij maakt zich geen moment zenuwachtig. En dat is niet alleen in het leven zo, ook in de wagen toont hij nog geen flauw teken van nervositeit. Altijd zelfs volop in de stress van een speciale rit blijft hij bekwaam tot een normale konversatie. Hij begint bij problemen nooit te schelden, neen, hij zoekt rustig en met veel analytisch vermogen naar de oorzaken. “

Hij rijdt naar zijn karakter. Dat meent ook Giraudet : “Hij heeft een vloeiende stijl, daar steekt nooit een bruusk maneuver in. Hij draait nooit door. ” Zelf wijt Kankkunen zijn stijl aan zijn Noorse afkomst. “We rijden anders dan de Latijnse autocoureurs. Die racen warmer, agressiever, een kwestie van opvoeding en vorming, wellicht. Ik denk dat Skandinavische rijders de stress beter kunnen hanteren. ” Giraudet : “Juha is de zoon van een Finse vader en een Russische moeder. Dat geeft een goede mix. Maar je mag dat niet veralgemenen. Markku Allen, bijvoorbeeld, rijdt Italiaanser dan de meeste Italianen. “

Bruno Thiry beschrijft de kalmte van Kankkunen als een produkt van zijn zelfvertrouwen. “Hij weet wat hij waard is en stelt zich geen vragen bij het niveau van de konkurrentie. Dat gevoel van eigenwaarde veroorzaakt een verkeerd beeld van hem bij de buitenwereld. Ze karakterizeren Kankkunen als koel en eigenzinnig. Terwijl hij zich in de omgang met de andere rijders als uiterst charmant laat kennen. Hij heeft alleen niet de behoefte om zijn gevoelens te tonen. “

Kan van zo’n kalme natuur, zeker nu hij in het bezit is gesteld van vrouw en kind, verwacht worden dat hij zo zijn leven blijft wagen ? De vraag ketst op Kankkunen af. “Als ik in mijn wagen kruip, denk ik nog slechts aan één zaak : de wedstrijd. Ik schrap al de rest uit mijn geest : de verwachtingen van het publiek, de stress die de pers oplegt, mijn familie. Ik bevind me dan in een soort van tweede bewustzijn. Ik geloof dat ik onbewust even de voet ophef bij het zien van een ernstig ongeval, maar lang duurt dat niet. Alle mekanische sporten, zonder uitzondering, spelen zich af langs de rand van het gevaar, dat weten we allemaal. Maar als ik gewaar word dat ik niet meer de risico’s uit mezelf krijg, die ik nu neem, diezelfde dag stop ik ermee. Zonder enig gevoel van spijt. Die beslissing zal ik vlug nemen. Ik heb bij mezelf de gewoonte gekweekt om te rijden voor de overwinning, ik zou het mezelf niet kunnen aandoen om in mijn ambities naar een lager niveau te dalen. “

Of hij Snijers kent ? “Een beetje. Een goed rijder, zeker. Maar ik kom niet naar Ieper om achter de Belgen te rijden. “

Pierre Danvoye

Juha Kankkunen (hier in het slijk van de Safarirally) : de 24 uur van Ieper worden hard.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content