Nicole Fontaine is de nieuwe voorzitter van het Europees parlement.

Buiten Frankrijk en hoge Europese kringen is Nicole Fontaine nauwelijks bekend. Toch werd ze al bij de eerste stembeurt verkozen tot voorzitter van het Europees parlement. Daarbij klopte ze niemand minder dan de socialistische legende Mario Soares. Fontaine haalde het omdat ze bijna twintig jaar jonger is dan de 75-jarige Portugees, vrouw is en Franse, tot de rechterzijde behoort en binnen het parlement op veel sympathie kan rekenen.

Terwijl Soares op 13 juni voor het eerst in het parlement werd verkozen en als een UFO in Straatsburg neerstreek, zetelt Fontaine al vijftien jaar in Straatsburg. Ze kent al de geheimen van het huis en iedereen kent haar. Al in 1989 werd Fontaine tot vice-voorzitter verkozen. Geregeld leidde ze de plenaire vergaderingen. Dat deed ze doortastend, met de glimlach en met zin voor diplomatie. In die functie maakte de Française zich weinig vijanden en overtuigde ze ook haar politieke tegenstanders van haar parlementaire reflexen en haar grote vlijt. Die goodwill kon ze op 20 juli verzilveren.

Ondanks haar staat van dienst in het Europees parlement stond Fontaine slechts tweede op de Europese lijst van haar partij. De eerste plaats had François Bayrou, de leider van het UDF en een man met presidentiële ambities, zichzelf toegeëigend. Naar verluidt heeft ze zelfs voor de tweede plaats moeten knokken, want ook in eigen land is Fontaine geen electoraal vliegwiel. Sinds ze in 1984 in het Europees parlement kwam, hield ze zich ver van de Franse binnenlandse politiek en de intriges aan de rechterzijde. Toch moest ook zij bij momenten kleur bekennen. In 1995, bijvoorbeeld, toen er voor het presidentschap moest worden gekozen tussen Jacques Chirac en Edouard Balladur. Hoewel Balladur het Europees establishment meer vertrouwen inboezemde en hij als favoriet vertrok, gokte Fontaine op Chirac. Het pleit voor haar intuïtie.

Toen Fontaine in 1984 op de lijst van Simone Veil, de vorige vrouwelijke voorzitter van het parlement, werd verkozen, had ze zich een naam en een reputatie opgebouwd. Ze was toen al twintig jaar actief in het katholiek onderwijs en verantwoordelijk voor de relaties van dat net met de overheid. Als vertrouwelinge van de Franse bisschoppen leidde Fontaine in het begin van de jaren tachtig de mobilisatie van het katholiek onderwijs tegen de hervormingsplannen van de socialistische minister Alain Savary. Ze organiseerde een gigantische manifestatie in Parijs en won haar schoolstrijd. De regering trok haar wetsontwerp in. Onder meer door dit wapenfeit beschikt ze bij de katholieke rechterzijde in het Europees parlement over een onuitputtelijk krediet. Leo Tindemans (CVP) bijvoorbeeld was altijd zeer over Fontaine te spreken.

Onmiddellijk na haar verkiezing als voorzitter van het parlement verduidelijkte Fontaine dat ze ook socialistische stemmen achter haar naam kreeg en relativeerde ze de begrippen links en rechts. Hoewel de leiding van de EVP-fractie steeds nadrukkelijker op een polarisatie aanstuurt, is Fontaine klaarblijkelijk beducht voor zo’n confrontatie en wil ze een systematische botsing met de socialisten en groenen vermijden. Fontaine die uit de school van Jean Lecanuet komt, zweert immers bij het centrisme. Of ze de EVP daarvan zal kunnen overtuigen, is maar de vraag. Wel is duidelijk dat het Europees parlement onder het voorzitterschap van Fontaine – de Franse pers noemt haar graag la Jeanne d’Arc de Strasbourg – nog meer dan vroeger zijn tanden zal laten zien. Omdat ze nooit minister was, staat ze op haar parlementaire prerogatieven. Zo viel het op dat ze de hoorzittingen van de individuele commissarissen slechts wil beginnen als het parlement over het nieuwe rapport van de wijzen over de werking van de Europese Commissie beschikt. Voor Romano Prodi is dat slecht nieuws. Zo krijgt het parlement nieuwe munitie.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content