Vlaams minister Kris Peeters is bevoegd voor het vossendossier.

De vos zorgt voor geruzie tussen natuurliefhebbers en jagers, en tussen wetenschappers en jagers. Kan de bevoegde minister voor (onder meer) Leefmilieu en Natuur Kris Peeters (CD&V) het overzicht bewaren?

KRIS PEETERS: Ik heb de visies van milieuverenigingen, jagers en de administratie gelezen. Ik beschik dus over alle elementen om in alle sereniteit te kunnen oordelen.

U laat zich niet onder druk zetten door de jagerslobby?

PEETERS: Het zou maar erg zijn als ik me door wie dan ook onder druk zou laten zetten.

De jagers gebruiken de vossenlintworm om een versterkte jacht op de vos te bepleiten.

PEETERS: De vossenlintworm is een ernstig probleem voor de volksgezondheid, hoewel het aantal gevallen van besmetting bij de mens beperkt is. Na overleg met mijn collega Inge Vervotte, bevoegd voor het Vlaamse gezondheidsbeleid, hebben wij ervoor gekozen om in deze problematiek preventie te laten primeren. We zullen onder meer folders verspreiden bij scholen en wandelclubs om de mensen te wijzen op de risico’s.

De vossen zouden ook schade toebrengen aan weidevogels.

PEETERS: Dat gebeurt hier en daar, en we moeten bekijken hoe we soorten als de patrijs, de wulp en de kievit eventueel tegen vossen kunnen beschermen. Maar we moeten héél voorzichtig zijn, want bestrijding kan een averechts effect hebben, bijvoorbeeld door het stimuleren van de voortplanting van de vos.

Sommige jagers vragen eerder om verdelgings- dan om bestrijdingsmaatregelen.

PEETERS: Daar ben ik niet voor te vinden.

Zelfs niet voor zware bejaging?

PEETERS: Daar zijn we niet aan toe, hoewel we de zaak blijven bekijken. Voorlopig trekken we voluit de kaart van de preventieve aanpak.

Ook inzake schade die vossen in kippenhokken kunnen veroorzaken?

PEETERS: Inderdaad. Veilig huisvesten van pluimvee lijkt het meest aangewezen, hoewel ik besef dat dat natuurlijk niet overal mogelijk is.

Hebben wij als mens het recht om dieren als schadelijk te evalueren en te verjagen?

PEETERS: Dat is een filosofische vraag. Wij interveniëren als mens al lang met de natuur, soms ook in positieve zin. Maar niet al onze ingrepen zijn succesvol. De import van een exotische boom als de Amerikaanse vogelkers voor het verfraaien van oprijlanen van kastelen heeft geleid tot een invasie van onze bossen. Ook de Canadese gans blijkt her en der een ernstige bron van verstoring. We moeten bekijken hoe we daar behoedzaam in kunnen interveniëren. Ik denk dat dat soms gerechtvaardigd en zelfs noodzakelijk is.

De vos is natuurlijk geen exoot, maar een dier dat hier altijd geleefd heeft.

PEETERS: Ja. Maar kijk even wat er in het Zwin gebeurt, een gerenommeerd natuurreservaat met een massa grondbroeders. Als gevolg van de verzanding kunnen vossen gemakkelijker aan de nesten dan vroeger. We kunnen de verzanding bestrijden, maar dat kost handenvol geld. Over wat we in het andere geval moeten doen, zijn zelfs de natuurverenigingen het onderling niet eens. Het Zwin dreigt nu een vossenpark te worden. De vos heeft natuurlijk een grote aaibaarheidsfactor. Ik besef dat voor veel mensen, en vooral kinderen, een waarneming van een vos in het veld een belevenis is. We moeten het dier dus niet zomaar overal afknallen, laat staan bestrijden. Maar we moeten wel zorgen voor een kader waarin ook de rest van de natuur kan gedijen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content