De nieuwe president van Guatemala, Alvaro Arzu, wil vrede en sociale veranderingen. Maar de weg van het gesprek is moeilijk.
DE VERKIEZING van de populistische zakenman Alvaro Arzu heeft de vredesbesprekingen tussen de Guatemalteekse guerrilla (URNG) en de regering nieuw leven ingeblazen. De energieke Arzu legde reeds voor de verkiezingen van januari, in het geheim contact met de belangrijkste commandantes en ging na zijn ambtsaanvaarding onmiddellijk met hen aan tafel zitten.
Dat het beide partijen ernst is, blijkt niet alleen uit de openlijke verklaringen van wederzijds vertrouwen, maar tevens uit het staakt-het-vuren dat op 20 maart door de guerrilla werd afgekondigd (en door het leger beantwoord). Een primeur voor een land waar al 36 jaar lang een burgeroorlog woedt. Er wordt zelfs al een datum vooropgesteld voor de ondertekening van het vredesakkoord : 15 september.
Voor het zover is, moeten er nog wel een aantal belangrijke klippen genomen worden. Wederzijdse ontwapening en landhervormingen staan bovenaan het lijstje van het Revolutionaire Nationale Unie van Guatemala (URNG).
Arzu deed alvast een geste door het 40.000 man sterke leger te zuiveren van de meest reactionaire elementen : 128 militairen werden vervangen, onder wie de minister van Defensie en de chef van de veiligheidsdienst.
Maar niet iedereen in Guatemala is gelukkig met de toenadering tussen regering en guerrilla.
De nationale werkgeversorganisatie verzette zich bij monde van haar voorzitter Humberto Pretti hevig tegen de besprekingen. Volgens uittredend president Ramiro de Leon Carpio gaat het zuiver om ?reactionaire krachten die net als in Israël het vredesproces willen saboteren.? De traditionele kaste van grootgrondbezitters vreest immers dat het moderne kapitalisme van Arzu de oude feodale structuren waar ze hun macht op bouwen, doorbreekt. ?In vergelijking met El Salvador heeft de oorlog en het grote aantal doden nooit de belangrijkste sectoren van de economie geschaad, de zaken zijn gewoon doorgegaan,? stelt De Leon.
Er zijn nog machtige spelbrekers : de groep gepensioneerde officieren die zich rond generaal Efrain Rios Montt hebben geschaard, die er in de jaren tachtig een schrikbewind zonder weerga op nahield en berucht was voor zijn tactiek van de verbrande aarde. De kandidaat van Rios Montt moest het in de verkiezingen weliswaar afleggen tegen Arzu, maar de ?veteranen? hebben nog altijd een directe invloed op de politieke gebeurtenissen : ze kontroleren de wapenverkoop in het land en bewapenen de privé-milities.
SOCIALE RECHTVAARDIGHEID.
In hoeverre de tegenstand van de oude machten de toekomst van het land beïnvloeden, vroegen we de Guatemateekse buitenlandminister en oud-priester, Eduardo Stein.
De tweede ronde is begonnen. Hoever staan de onderhandelingen ?
EDUARDO STEIN : Bij de vorige regering duurde het zes maanden voor de onderhandelingen begonnen. Bij ons vijf dagen. De guerrilla heeft dit positief signaal beantwoord. Enerzijds is de pluralistische samenstelling van de regering een garantie voor de opstandelingen, anderzijds zijn er maatregelen genomen om de legertop te vervangen, de zuivering van de politie en het gerechtelijk apparaat door te voeren. Maar het belangrijkste is dat de president persoonlijk het initiatief nam om te gaan onderhandelen.
Wat zijn de knelpunten ?
STEIN : Wij geloven dat een van de moeilijkste thema’s de landhervorming is. Grondbezit is in Guatemala een erg complex probleem.
Even moeilijk ligt de ontwapening van de burgermilities, een van de eisen van de guerrilla. Dat zijn lokale milities die door het leger zijn opgericht met het oog op de strijd tegen de subversie. De leden ervan worden gerecruteerd in dezelfde dorpen, waar de guerrilla haar soldaten ronselt. Dat zorgt duidelijk voor spanningen tussen de dorpelingen. Er zijn trouwens meer dan een half miljoen mensen aangesloten bij een burgermilitie.
Welke invloed heeft het staakt-het-vuren op de onderhandelingen ?
STEIN : Vroeger werd er onderhandeld, terwijl beide partijen bleven doorvechten. Anders gezegd : de partijen trokken zich telkens weer maandenlang uit de onderhandelingen terug.
Het hele land vraagt om een oplossing voor het conflict en ik denk dat de voorbije verkiezingen aan de guerrilla getoond heeft dat de politieke weg een goede weg is, een betere dan de militaire weg.
Als er een duurzame vrede komt, wordt de URNG dan een politieke partij ?
STEIN : Het lijkt me logischer dat ze opgaan in het Democratisch Front voor een Nieuw Guatemala (FDNG). Die partij telt al een aantal sympathisanten van de guerrilla en kon op heel korte tijd en met weinig geld zes zetels in het parlement veroveren. Dat is volgens mij het verschil met El Salvador waar de guerrilla eerst de vredesakkoorden moest ondertekenen voor ze zich tot politieke partij kon omvormen. Hier hebben de opstandelingen al een politiek vehikel. Dat geeft hen drie en een half jaar respijt voor ze bij nieuwe verkiezingen eventueel als partij opkomen.
Wat vindt u van het Belgische voorstel om de sociale gelijkheid op te lossen door het belastingstelsel te verbeteren ?
STEIN : Onze regering neemt heel concrete maatregelen om de fiscale en financiële situatie op te lossen. De banken bevoordeligen vandaag vooral speculaties, er wordt weinig gedaan om investeringen te lokken, de interestvoeten zijn dan ook veel te hoog. Het volk heeft geen toegang tot kredieten.
Maar het klopt dat er te weinig fiscale druk is en dat willen we op korte termijn oplossen. Er is al een akkoord met de financiële sektor en de banken. De belastingvoet gaat omhoog.
Tom Dieusaert
Eduardo Stein : Het hele land vraagt om een oplossing.