Hubert van Humbeeck

Een front van Oost-Europese lidstaten ijvert voor een andere EU. Ze willen minder tolerantie en meer aandacht voor de christelijke wortels van Europa.

Dat Polen na de verkiezingsoverwinning van de nationaal-conservatieve partij Recht en Gerechtigheid (PiS) van partijleider Jaroslaw Kaczynski een bocht naar rechts zou maken, viel te verwachten. Maar dat de nieuwe Poolse regering al snel zowel het Constitutioneel Hof als de publieke omroep naar zijn hand zou zetten, kwam toch als een verrassing voor de Brusselse kring van Europese leiders. Zij reageerden dan ook fors. Martin Schulz, de voorzitter van het Europees Parlement, sprak van een ‘coup’ en Europees Commissaris Günther Oettinger wilde een procedure opstarten die ertoe kan leiden dat een lidstaat zijn stemrecht in de Europese Raad verliest. Met zijn recente acties volgt de PiS immers het traject van de Hongaarse premier Viktor Orban en die wordt in West-Europa nog nauwelijks als een democraat gezien. Bovendien heeft Polen veel meer gewicht dan het relatief bescheiden Hongarije.

Ondanks die forse taal uit Europa zullen de Polen en Hongaren niet hetzelfde pad kiezen als de Britten, die ermee dreigen om uit de Unie te stappen als ze hun zin niet krijgen. Ruim tien jaar nadat ze tot de Europese club werden toegelaten, hebben de meeste Oost-Europese landen weinig van hun achterstand goedgemaakt. Sinds de val van het communisme brachten veel neoliberale sociaaleconomische recepten vooral armoede, corruptie en ontgoocheling. Daarom zijn die landen op dit moment afhankelijk van het geld uit de Europese steunfondsen.

Het gevolg is dat leiders zoals Kaczynski en Orban zich niet tegen de Europese Unie als zodanig keren. Ze trekken van leer tegen het Europese establishment in Brussel en het vrijdenken en de tolerantie die daarmee worden geassocieerd. Tegenover die ideeën stellen zij de nationale tradities en de christelijke wortels van Europa. Vooral de vluchtelingencrisis heeft de Oost-Europese landen met elkaar verbonden en er heeft zich rond Viktor Orban een kring van verzet tegen Brussel gevormd, die gemakkelijk en populistisch als ‘het nieuwe Moskou’ wordt weggezet.

Aan het Schumanplein is de toon intussen flink gemilderd. Tegen het Oost-Europese front heeft Brussel geen verweer en een felle reactie kan averechts werken. De Poolse kwestie staat deze week op de agenda van de Europese Commissie en begin volgende week komt de Poolse president Andrzej Duda langs voor overleg. Volgens de Europese Commissie zal er dan gediscussieerd worden over de rechtszekerheid en de persvrijheid in dat land, de waarden waardoor de Polen in 2004 zo snel door West-Europa in de armen werden gesloten.

Hubert van Humbeeck

Polen en Hongarije trekken van leer tegen het establishment in Brussel, maar ze zijn afhankelijk van Europees geld.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content